Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek Graduate School for the Humanities

Architectuur als culturele daad

Een architectuurhistorisch onderzoek naar het architectuurbeleid van de rijksoverheid
Promotie:Mw. K. (Kirsten) Schipper
Wanneer:23 november 2023
Aanvang:11:00
Promotors:prof. dr. C. (Cor) Wagenaar, prof. dr. B.J.F. Colenbrander
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Letteren
Architectuur als culturele daad

Nederlandse architectuurbeleid heeft meerwaarde bewezen

Het lijdt geen twijfel dat het Nederlandse architectuurbeleid een meerwaarde heeft gehad – ook al verschillen de meningen of het in de praktijk bijdraagt aan de zo gewenste kwaliteitsverbetering van de Nederlandse architectuur. Dat concludeert Kirsten Schipper op basis van haar promotieonderzoek. De instrumenten van het architectuurbeleid, een systeem van ondersteuning en stimulering, hebben gezorgd voor een bloeiende vakgemeenschap en goed opdrachtgeverschap en betrokkenheid van het publiek bevorderd, hetgeen effect sorteert op de gebouwde omgeving.  

Schippers proefschrift brengt de opkomst en ondergang van het Nederlandse architectuurbeleid in kaart. In de jaren tachtig van de vorige eeuw was de algemene overtuiging dat het droevig gesteld was met de kwaliteit van de hedendaagse architectuur. Dat was aanleiding voor de Rijksoverheid om een begin te maken met een nationaal beleid dat hierin verandering moest brengen. Dit stimuleringsbeleid, aangeduid als ‘architectuurbeleid’, ontstond op het grensvlak van het cultuurbeleid en het ruimtelijke beleid.

De eerste architectuurnota verscheen in 1991 onder de titel Ruimte voor Architectuur. Het speerpunt daarin was het terugbrengen van de culturele dimensie. In de volgende jaren resulteerde het in een uitgebreid netwerk van voorzieningen en instellingen. Echter, na het wegvallen van de ruimtelijke ordening markeren de bezuinigingen op de cultuursector sinds 2013 en de integratie in de creatieve industrie het einde van het Nederlandse architectuurbeleid.

Schipper noemt het terecht, vanzelfsprekend wellicht, dat er anno 2023 weer aandacht is voor de kwaliteit van de gebouwde omgeving en het architectuurbeleid weer op de agenda staat. Dit vraagt wel om het omgaan, het onder ogen zien en oplossen van een aantal paradoxen. De paradox van het architectuurbeleid van de rijksoverheid is dat het een sturende rol van de staat veronderstelt, terwijl het Rijk deze juist opgeeft.

De Rijksoverheid besteedt, evenals provincies en gemeenten, vanaf 2013 veel minder geld aan cultuur. De meeste politieke partijen zijn van mening dat de culturele sector gelden moet halen uit de markt. Architectuur als creatieve industrie doet geen recht aan de culturele betekenis, vindt Schipper. Van belang is dat architectuur als volwaardige discipline wordt gezien en de culturele component opnieuw wordt gedefinieerd in beleid en er aandacht is voor de economische en culturele meerwaarde van goed ontwerpen.

Schipper: ‘Kwaliteit is niet te vangen, stimuleren is wellicht belangrijker dan kwaliteit vastleggen in regels. Het streven ernaar is een culturele daad, zeker van de rijksoverheid en vraagt om intrinsieke motivatie, een duidelijke visie en ambitie, van het Rijk.’