Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek Graduate School for the Humanities

Indonesia's post-Suharto foreign policymaking - an actor-centric analysis

A study of the roles of key policymakers in the Indonesia-China strategic partnerships under president Yudhoyono
Promotie:P.K. Farneubun, MA
Wanneer:12 mei 2025
Aanvang:11:00
Promotor:prof. dr. J. van der Harst
Copromotor:F. (Frank) Gaenssmantel, PhD
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Letteren
Indonesia's post-Suharto foreign policymaking - an
actor-centric analysis

Meer licht op Indonesisch buitenlands beleid onder Yudhoyono

Petrus Farneubun heeft voor zijn proefschrift de strategische partnerschapsovereenkomst met China onderzocht die president Yudhoyono van Indonesië in 2005 ondertekende en in 2013 opwaardeerde tot een uitgebreide strategische partnerschapsovereenkomst. Hij richtte zich op de vraag hoe actoren in het buitenlands beleid, de president, bureaucratische actoren en het parlement, individueel en in interactie met elkaar, vorm hebben gegeven aan het Indonesische buitenlands beleid onder het presidentschap van Yudhoyono. Farneubun combineerde hiervoor het model van bureaucratische politiek van Allison met Hermanns model van leider-gedreven verandering van buitenlands beleid, en plaatst deze in een “structuur-en-agentschap” kader. Hij concludeert dat de beslissingen om de overeenkomsten te ondertekenen en de ASEAN-China Vrijhandelsovereenkomst (ACFTA) te implementeren werden gemotiveerd door de visie van de president op economische welvaart.

Echter, alleen focussen op de president en zijn visie blijkt onvoldoende, omdat democratisering het aantal actoren dat buitenlands beleid beïnvloedt heeft vergroot. Farneubun stelt dat bureaucratische actoren, met verschillende mate van invloed en betrokkenheid, input leverden via kabinetsvergaderingen en interministeriële coördinatie. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken speelde een sleutelrol bij het maken van de partnerschapsovereenkomsten met China, terwijl het Ministerie van Handel dominant was bij ACFTA. Bovendien steunden de parlementaire commissie I, die belast is met buitenlandse beleidszaken, en alle politieke partijen in de commissie, zowel coalitiepartijen als oppositiepartijen, de partnerschapsovereenkomsten, omdat ze vonden dat ze in overeenstemming waren met de waargenomen nationale belangen. ACFTA werd daarentegen gedomineerd door Commissie VI. In dit geval verwierp de meerderheid van de partijen de overeenkomst, omdat ze van mening waren dat de implementatie ervan hun eigen politieke belangen en het vermeende nationale belang bedreigde.