Systematisch literatuur zoeken
Het succes van een zoektocht naar literatuur valt of staat met de aanpak die je kiest. Zoek je intuïtief, dan is de kans klein dat je alle relevante literatuur te pakken krijgt. Als je het systematisch aanpakt, is die kans veel groter.
Systematisch literatuur zoeken is een grillig proces dat heen en weer beweegt tussen het afbakenen van het onderzoeksonderwerp en het zoeken naar literatuur. Door je te oriënteren op reeds gevonden literatuur, ben je in staat het onderwerp steeds verder af te bakenen, terwijl elke afbakening weer aanleiding geeft om verder te zoeken. Let wel: elke zoekactie is uniek. Je zult dus ook lang niet altijd alle hieronder genoemde zoekhandelingen verrichten.
Fasen in het zoeken naar literatuur | Stappen |
---|---|
Fase 1 Oriënteren en afbakenen |
a. (voorlopige) probleemstelling en algemene eisen formuleren |
Fase 2 Systematisch zoeken |
a. onderzoek definitief plannen |
Fase 3 Proces en opbrengst evalueren |
a. de waarde van gevonden publicaties beoordelen |
Enkele aanbevelingen voor het zoeken
Overzicht over het zoekproces
Om goed zicht te houden op het proces is het van belang dat je in elke fase noteert wat je doet (bijvoorbeeld in een logboek). Zo heb je een goed overzicht over het hele proces en kun je gefundeerd oordelen over de keuzes die je gemaakt hebt. Stel op basis van deze evaluatie vast welke elementen uit het zoekproces je zou moeten herhalen of verfijnen.
Registratie van gevonden literatuur
Het is erg handig om de bibliografische gegevens vast te leggen van alle literatuur die je in handen krijgt. Maak daarbij gebruik van de stijl die hoort bij jouw discipline. Zie onze pagina over Citeren en parafraseren en de verschillende verwijssystemen in het linkermenu. Je kunt ook gebruik maken van een bibliografisch databasepakket als de Reference Manager.
Fase 1: oriënteren en afbakenen
In de eerste fase bereid je het literatuuronderzoek voor. Je bepaalt je (voorlopige) probleemstelling en je gaat na aan welke eisen je onderzoek moet voldoen. Vervolgens bepaal je de grenzen van het onderzoeksgebied en langs welke weg je wilt zoeken (secundaire publicaties, vakgenoten).
a. (Voorlopige) probleemstelling en algemene eisen formuleren
Een goede probleemstelling omvat een vraag (wat wil je weten?) en een doel (waarom wil je dat weten?). Zie verder Invalshoek en probleemstelling. Tijdens deze eerste stap van je literatuuronderzoek bepaal je een voorlopige probleemstelling die je vervolgens in de loop van het zoekproces steeds verder kunt aanpassen en afbakenen. Daarnaast is het verstandig alvast na te denken over een paar algemene eisen:
- Planning. Binnen welke periode moet het literatuuronderzoek plaatsvinden? Houd er rekening mee dat niet alleen het lezen, maar ook het zoeken en het schrijven van een verslag veel tijd kost.
- Volledigheid. Hoe volledig moet het literatuuronderzoek zijn? Deze eis hangt samen met het doel van je onderzoek: wil je een overzicht geven van alle publicaties die op jouw vakgebied verschenen zijn? Of ben je alleen op zoek naar een paar algemene publicaties over je onderwerp?
- Tekstsoort. Welke eisen worden er aan de tekst gesteld? Hoe moet het literatuurverslag eruitzien?
- Moeilijkheidsgraad. Hoeveel weet je al van het onderwerp? In hoeverre ben je in staat kritisch naar de literatuur te kijken?
b. Oriënteren op het onderwerp van onderzoek
Als je nog bijna niets van het onderwerp weet, kun je naslagwerken (encyclopedieën en handboeken) gebruiken om belangrijke aspecten van je onderwerp af te bakenen. Als je al enigszins op de hoogte bent van het vakgebied kun je bekende publicaties gebruiken om je verder te oriënteren. Vaak zul je in deze fase de probleemstelling nader moeten specificeren, inperken, verduidelijken of herformuleren.
c. Zoekterrein afbakenen
Mogelijke grenzen worden gevormd door het soort publicatie(s) dat je zoekt, het tijdvak waarin de literatuur verschenen moet zijn en de taal waarin die literatuur geschreven mag zijn.
d. Begrippenkader vaststellen
Terwijl je je inleest, zul je begrippen tegenkomen die je in kunt zetten als je specifieke literatuur gaat zoeken (zogenaamde zoeksleutels). De lijst met begrippen kun je uitbreiden met synoniemen, vertalingen, generalisaties en specificaties. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld thesauri, trefwoordenlijsten en meertalige vakwoordenboeken.
e. Onderwerpspecifieke secundaire publicaties zoeken en globaal bestuderen
- De belangrijkste hulpmiddelen bij het zoeken naar geschikte literatuur zijn zogenaamde secundaire publicaties, zoals (elektronische) catalogi, bibliografieën en referaattijdschriften (zie Bronnen voor literatuuronderzoek). Deze publicaties bieden een overzicht van wat in een bepaald vakgebied verschenen is.
- Om je te oriënteren op beschikbare secundaire publicaties kun je gebruik maken van de overzichten die de verschillende universiteitsbibliotheken bieden per vakgebied. Met behulp van het begrippenkader selecteer je vervolgens de voor jouw onderzoek geschikte secundaire bronnen. Inventariseer ook welke websites interessante informatie zouden kunnen bieden. Let op: ook als je denkt voldoende aanknopingspunten voor je literatuuronderzoek te hebben doordat je over enige kennis van het vakgebied beschikt, kan het toch verstandig zijn om te controleren of je echt alle beschikbare secundaire literatuur kent (er is altijd meer dan je denkt).
- De meest recente literatuur (de jongste afleveringen van wetenschappelijke tijdschriften) is nog niet in bibliografieën opgenomen. Om die te vinden kun je gebruik maken van catalogi als de Current Contents, attenderingstijdschriften, indexen van lopend onderzoek en internetbestanden.
- Door de secundaire publicaties globaal te bestuderen krijg je een indruk van de hoeveelheid literatuur die over het onderwerp is verschenen. Eventuele nieuwe begrippen voeg je toe aan het begrippenkader.
- NB. Veel bibliotheken bieden (online) cursussen om kennis te maken met de diverse beschikbare bronnen en zoektechnieken. Heb je vragen, dan kun je altijd de bibliotheekmedewerkers raadplegen.
f. Vakgenoten inventariseren
Eventueel kun je een overzicht maken van vakgenoten (personen en instellingen) die je tips zouden kunnen geven over interessante literatuur. Noteer bijvoorbeeld namen van auteurs die veel relevante publicaties over je onderwerp hebben geschreven en die veel geciteerd worden.
Fase 2: Systematisch zoeken
In de tweede fase van het literatuuronderzoek verzamel je de benodigde literatuur. Je doorloopt daarbij de volgende stappen:
a. Onderzoek definitief plannen
Wat is je definitieve probleemstelling? Welke grenzen heeft het zoekterrein? Bepaal op welke manier en in welke volgorde je in de secundaire bronnen naar literatuur gaat zoeken. Bepaal bijvoorbeeld welke jaargangen van een bibliografie je gaat doorzoeken en welke zoeksleutels je daarbij wilt gebruiken.
b. Literatuur zoeken en beoordelen
Voer nu het daadwerkelijke onderzoek uit: zoek per secundaire bron naar mogelijk geschikte (titels van) publicaties en zorg dat je die in handen krijgt. Vergeet daarbij niet te zoeken naar de meest recente literatuur. Bekijk de gevonden publicaties meteen globaal en bepaal in hoeverre ze aansluiten op het thema van onderzoek. Stel zo nodig je begrippenkader bij en zoek opnieuw. Het oordeel over een publicatie wordt bepaald door:
- de waarde van de publicatie voor je onderzoek: bevat de publicatie relevante gegevens die bijdragen aan een antwoord op de probleemstelling?
- de wetenschappelijke waarde van de publicatie: hoe ‘wetenschappelijk' is de publicatie? Je kunt dit onder andere afleiden uit gegevens als de uitgever, de auteur, citaten en literatuurverwijzingen. Natuurlijk zeggen deze gegevens niet alles. Wanneer je gebruik maakt van internetbronnen, realiseer je dan dat alle informatie op het internet tijdelijk is. Na verloop van tijd kan een site worden opgeheven en kan niemand jouw informatie meer natrekken.
c. Citation index en sneeuwbalmethode toepassen
- Als je geschikte sleutelartikelen of reviews vindt, kun je met behulp van een Citation Index (Web of Science) naar meer recente literatuur zoeken.
- Je kunt ook literatuur uit een verder verleden zoeken via de literatuurverwijzingen in de gevonden literatuur (de zogenaamde sneeuwbalmethode).
d. Vakgenoten raadplegen
Ga eventueel te rade bij de eerder gezochte vakgenoten, vraag om literatuurreferenties en zoek de betreffende publicaties op.
Fase 3: zoekproces en opbrengst evalueren
In de derde fase beoordeel je het totaal aan literatuur dat je gevonden hebt (heb je voldoende informatie?) en de manier waarop je aan die literatuur bent gekomen (heb je alle mogelijke bronnen gebruikt?). Je stelt zo vast of je zoektocht afgerond is of een vervolg behoeft.
Bronnen
Hacker, D. (1994). The Bedford handbook for writers (4e druk). Boston: St. Martin's Press.
Swart, J.A.A. & van der Windt, H.J. (2001) Oriëntatie op biologie en samenleving: vaardigheden. Haren: Sectie Wetenschap en Samenleving, Biologisch Centrum, RUG.
Tol-Verkuyl, E.M. (1997). Van opzet tot opmaak. Stappenplan voor het maken van verslagen en scripties (2e druk). Bussum: Dick Coutinho.
Wuite-Harmsma, H.E., & Braaksma, J. (red.). (1995). Methodisch literatuur zoeken (2e editie). Enschede: Universiteitsbibliotheek.
Laatst gewijzigd: | 05 april 2019 13:34 |