Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Saskia Damen bijzonder hoogleraar Communicatief Meervoudige Beperking (CMB) en Doofblind (DB)

03 oktober 2022

Senior onderzoeker Saskia Damen (49) van de Kentalis Academie heeft naast haar functie bij Kentalis per 1 september nog een aanstelling op haar naam staan. Per die datum is zij ook bijzonder hoogleraar Communicatief Meervoudige Beperking (CMB) en Doofblind (DB) bij de faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen.

Dit artikel is overgenomen van Kentalis. Lees het artikel hier.

Saskia Damen

De leerstoel krijgt als titel: 'Ontwikkeling en leren van personen met communicatief meervoudige beperkingen en personen met aangeboren of vroeg verworven doofblindheid'. Kentalis sponsort deze vijfjarige leerstoel. Door de samenwerking maken Kentalis en de RUG gebruik van elkaars specifieke expertise, om zo de meest effectieve behandelmethodes blijvend te ontwikkelen voor cliënten, ouders/verzorgers, leraren en behandelaars. Saskia staat gedreven in de startblokken en vertelt meer over haar missie, wat haar in de leerstoel in het bijzonder beweegt en waar zij over vijf jaar wil staan.

Waarom heb je binnen de leerstoel voor dit specifieke onderwerp gekozen?

‘Graag benadruk ik dat de leerstoel is geïnstalleerd door Kentalis, samen met de afdeling Pedagogische wetenschappen en onderwijswetenschappen van de RUG. Wij hebben voor dit onderwerp gekozen, omdat ontwikkeling en leren grote uitdagingen zijn voor personen met CMB en doofblindheid. Bij CMB zijn er twee of meer stoornissen, die samen zorgen voor ernstige belemmeringen in de communicatie. Bij doofblindheid is sprake van een beperking in horen én zien. Bij beide doelgroepen is sprake van een beeld dat complexer is dan de som der delen. De wisselwerking tussen de afzonderlijke stoornissen leidt tot zeer specifieke ondersteuningsbehoeften in de communicatie en taalverwerving. Ook voor ouders, begeleiders en leerkrachten is het een grote uitdaging om deze personen te ondersteunen in hun ontwikkeling en leren. Zij hebben hiervoor specifieke kennis en vaardigheden nodig. En daar gaan de resultaten van dit onderzoek hen zeker bij helpen.’

Wat is jouw persoonlijke missie in de leerstoel; wat zijn je drijfveren?

‘Ik zie de mensen zelf als mijn drijfveer. Mijn missie is dan ook om ervoor te zorgen dat we samen met de doelgroep, ouders en professionals effectieve methoden realiseren, om ontwikkelen en leren goed in kaart te brengen en te bevorderen bij personen met CMB of doofblindheid. Plus dat deze methoden daadwerkelijk worden toegepast in de praktijk; niet alleen tijdens de kinder- en jeugdjaren, maar tijdens de hele levensloop van een cliënt. Wat ik ook belangrijk vind, is te beseffen dat leren echt niet alleen op school plaatsvindt, maar juist ook daarbuiten: in het dagelijks leven en in contact met anderen. Leren stopt niet na de schoolleeftijd. Wat ik daarnaast merk, is dat ouders niet altijd op hetzelfde niveau kunnen communiceren als leerkrachten en begeleiders. Daarom streef ik naar veel meer aandacht voor de belangrijke rol die ouders en familieleden kunnen hebben in het stimuleren van communicatie en andere ontwikkelingsgebieden van een persoon met CMB of doofblindheid; zij zijn de continue factor in het leven van die persoon. Daarom moeten wij hen nog veel meer ondersteunen en hen ook veel betrekken bij onderzoek’.

Waar staan we over vijf jaar als het om dit onderwerp gaat?

‘Ten eerste bestaat er dan meer bekendheid over de doelgroepen CMB en doofblindheid en over de mogelijkheden die er nu al zijn om hen te ondersteunen in de communicatie, het leren en de algehele ontwikkeling. Daarnaast is dan geïmplementeerd wat we de afgelopen jaren hebben ontwikkeld in de thuissituatie, zorg en onderwijs. Ook hebben we dan nog beter inzicht in wat de praktijk nu echt nodig heeft, zodat we onze cliënten adequaat kunnen blijven behandelen. Bovendien zijn ouders, familieleden en andere opvoeders dan beter toegerust en zijn zij goed betrokken geweest bij het onderzoek.’

Hoe verbind je het onderzoek met de zorg en het onderwijs binnen Kentalis?

‘Door de onderzoekthema’s samen met zorg en onderwijs te bepalen, op te zetten en uit te voeren. En zorg en onderwijs natuurlijk goed op de hoogte te houden van ontwikkelingen binnen ons onderzoek. Uiteraard is ook het implementeren van onderzoeksresultaten in de praktijk en doorontwikkeling van groot belang, zodat de ontwikkelde methoden blijven passen bij wat zorg en onderwijs nodig hebben. Mooi voorbeeld is het promotieonderzoek ‘Denken in dialoog’, uitgevoerd door Kim Tosolini. We hebben in dit onderzoek een training ontwikkeld voor leerkrachten, ouders en begeleiders in het stimuleren van de cognitieve ontwikkeling van personen met aangeboren doofblindheid. Aanleiding was een opmerking van een ouder tijdens een symposium over communicatie-interventies. Daar vroeg een ouder waarom er geen training is voor ouders in het stimuleren van het begripsvermogen van kinderen met doofblindheid. Daarom hebben we een training ontwikkeld voor ouders, begeleiders en leerkrachten. Samen met hen toetsen we nu ook hoe effectief de training is’.

Wat zijn in jouw ogen nog meer voordelen van de samenwerking tussen Kentalis en de RUG?

‘Kentalis en de RUG versterken elkaar. Binnen de universiteit is veel kennis over hoe je hoge kwaliteit wetenschappelijk onderzoek kunt doen. Er zijn diverse onderzoekers die zeer gespecialiseerd zijn in een specifiek thema en in specifieke onderzoeksmethoden. Binnen de academische context van de universiteit is het goed mogelijk om deze kennis te bundelen door samen te werken. Door de samenwerking met Kentalis zorgen we ervoor dat het niet alleen toponderzoek is wat we doen, maar dat het onderzoek ook goed aansluit bij praktijkproblemen en veel impact kan hebben, doordat de resultaten ook in de praktijk worden toegepast. De beste methoden voor diagnostiek en interventie vind ik eigenlijk altijd het resultaat van goede samenwerking tussen onderzoekers, professionals en ervaringsdeskundigen’.

Tenslotte: wat is momenteel je belangrijkste onderzoek bij onze Kentalis Academie en waarom is dit onderzoek zo belangrijk voor onze doelgroepen?

‘Dat zijn er natuurlijk meerdere, maar laat ik er één specifiek uitlichten. Een heel mooi project vind ik het project ‘Communicatie met Affectieve Technologie’ – afgekort CAT- voor bewoners met CMB en doofblindheid. Oftewel: een knuffelrobot. Samen met Emma Vaillant en Nina Wolters-Leermakers probeer ik inzicht te krijgen in de effecten van een knuffelrobot bij deze doelgroepen. Er is al veel onderzoek gedaan met knuffelrobots bij dementerende ouderen, maar dit is het eerste onderzoek bij de doelgroepen CMB en doofblindheid. Het idee is dat de knuffelrobot mogelijk een mooie invulling kan zijn voor momenten waarop er geen interactie is met een begeleider, bijvoorbeeld omdat de begeleider andere bewoners moet helpen. Het zou heel mooi zijn dat we bewoners met CMB en doofblindheid op dit soort momenten iets kunnen bieden, wat toch kan worden ervaren als een vorm van contact. In ons onderzoek kijken we in welke mate de bewoners zelf contact gaan maken en communiceren met de knuffelkat. Ook kijken we of het uitmaakt hoe de knuffelrobot aan de bewoner wordt aangeboden door de begeleider: alleen met een korte introductie, of met een uitgebreider verhaal over de kat’, aldus Saskia.

Dit artikel is overgenomen van Kentalis. Lees het artikel hier.

Laatst gewijzigd:03 oktober 2022 12:12

Meer nieuws