Kwetsbaarheid LGBQ-meisjes zichtbaar in onderzoek naar suïcide

In een recente studie naar achttien suïcides onder Nederlandse tienermeisjes bleek een opvallend deel zich te identificeren als lesbisch, biseksueel of queer (LGBQ). Hoewel het om een relatief kleine onderzoeksgroep gaat, vertegenwoordigt deze bijna de helft van alle zelfdodingen onder meisjes in Nederland in één jaar (31). De onderzoekers signaleren daarmee een zorgwekkend patroon.

Op basis van diepte-interviews met nabestaanden onderscheiden zij drie terugkerende levenspaden: meisjes met een traumatische (vroege) jeugd, meisjes bij wie de mentale achteruitgang pas in de tienerjaren begon zonder dat er grote problemen van buitenaf waren (maar met kenmerken als perfectionisme, eetstoornissen en prestatiedruk), en meisjes van wie de suïcide zeer onverwacht kwam.

Bij LGBQ-meisjes kwamen daarbij regelmatig ervaringen naar voren van afwijzing of misvattingen over hun seksuele identiteit door leeftijdsgenoten of ouders, evenals pesterijen en een gebrek aan expliciete steun. Deze ervaringen stapelden zich vaak op andere belastende omstandigheden, zoals trauma of eerdere psychische problemen.

De onderzoekers onderstrepen het belang van sociale veiligheid, acceptatie van seksuele diversiteit, begripvolle communicatie tussen ouders en kinderen, en aandacht voor het emotionele welbevinden van jongeren.

Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Death Studies.