November 2019
Door Willem Wierbos, huisdichter 2019-2020
MercWaardig
‘Ja ja, 3 voor de prijs van 2!’
‘6 mango’s 5 gulden, mevrouwtje!’
‘10 euro graag voor deze LP’
‘Krijgt u van mij nog een gratis kabeljauwtje’
Ogen geopend, oren gespitst
Caduceus als zwaard, doel onbetwist
‘Dönertje maar als ontbijt?’
‘Hé pik, is die kroeg nog open?’
‘Hè kut, over 3 uur op de faculteit’
‘Kan bijna niet meer lopen’
Onschuldige leuzen, beschonken zinnen
Vertrouwd gejouw, vertrouwd gesjouw,
Onderhandelingen die beginnen
Immer vernomen op het marktgebouw
Ogen geopend, oren gespitst
Caduceus als zwaard, doel onbetwist
Hij heeft de wereld aan zijn voeten
Op de beurs van koren en graan
Licht nonchalant in contrapost:
Onze heraut van komen en gaan
Geflankeerd door Landbouw en Zee
Omarmt hij de kramer met zijn waren
Neemt onschuldige dronkaards met zich mee
Beschermer van de stad tegen zijn gevaren
Ogen geopend, oren gespitst
Caduceus als zwaard, doel onbetwist
Somtijds als de nacht haast is voldaan
En zeldzame stilte de markt zachtjes bemint
Beklimmen de Buren ongezien zijn timpaan
Neemt hij rust voor zijn taak weer begint
Ceres pakt van haar eg een stapel kaarten
En met Neptunus spelen ze een grootse partij
Echter voor ze het weten wordt het snel later
Komen de markthouders alweer voorbij
Dan spoedt hij zich terug van schrik
Zorgt dat hij weer in het midden belandt
Maar al is hij zo snel als het water van kwik
Vergeet de kaarten in zijn linkerhand
Ogen geopend, oren gespitst
Kaarten tussen zijn vingers, in de tijd vergist
Nu staat hij met uitgestoken hand
Op de beurs van koren en graan
Licht nonchalant in contrapost:
Onze heraut van komen en gaan
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 00:39 |