Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Profiel Gedichten van de huisdichter

April 2021

Door Olivier van Eijk, huisdichter 2020-2021

De bibberend biddende bedelaren

De bibberend biddende bedelaren bedaren in de ochtenddauw
“b-b-bewaar ons besluit, b-beroof ons niet naadloos van een onvermogen”

De bevindingen ijsberen als naakte ijsberen
hun zwijgen sneeuwpoppen in de regen

De dageraad dooft dramatisch donderend boven de handpalmen
die zich als kromgebogen lepels tot de wolken richten
de vorst op hun vingers een geconsolideerd babyblauw pek

Het veld rouwt met hen mee
tulpen slaan als gekken met hun knoppen tegen de hemel
Bijenbomen dansen weemoedig verlegen in het maanlicht
de smalle stammen hangen aan hun takken alsof de aarde een plafond is
boven een oneindig zwarte en door sterren besproette kamer
wemelend met zwierende grijsgroene kroonluchters

De bibberend biddende bedelaren betasten hun baarden
alsof achter hun wangen een sleutel is waarmee ze de stilte kunnen verblinden

Van hen is een
een kei
Om te werpen en mee te breken

Een is een gewei
om te dragen als een kroon

Een is wat ze verlieten
en als een kei voortslepen, de groeven door het land gedreven
worteldijen zongebruind boven anonieme wormenkopjes die opspringend bungelen
door de jachtig jagende jog van het figuur

een atletisch mens noch nog onontdekt dier
met bruinrode -als reeën stukgebeten in een reusachtige mensenmond- ogen
onder een hoofdhuid die traag van de schedel neerzijgt
een perverse symmetrie gekromd tot discuswerper
die een lijkwade als een bruidsjurk over de laatste levende legt
En bitter, bibberend biddend bezweert

“in het laatste licht waarachter
je schaduw hunkert naar een leider
is je ziel als boterhamzakje vacuüm trekt
tot een ademtocht voor genade”

Jitka van Dijk, student illustratie Academie Minerva
Jitka van Dijk, student illustratie Academie Minerva
Laatst gewijzigd:30 juni 2021 12:27
View this page in: English