Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Worldwide Newsletter

Geen dag zonder Shakespeare

RBF

Hij is redacteur van de glossy William – een knipoog naar de Linda. Sinds 2013 verschijnt die tweemaal per jaar, ter begeleiding van de befaamde, altijd weer massaal bezochte Shakespeare-voorstellingen in het openluchttheater van het Drentse Diever. Aan deze producties is Hans Jansen, studieadviseur en docent Engels, bovendien verbonden als dramaturg en adviseur, en ook verschaft hij het publiek zomer in zomer uit, avond aan avond, een deskundige toelichting op het uitgevoerde werk. Elders in het land deelt Jansen in schouwburgen en op scholen eveneens regelmatig zijn kennis van Shakespeares omvangrijke oeuvre, waaronder 38 toneelstukken en 154 sonnetten. En half mei reisde hij voor de vijftiende keer met een groep studenten en andere geïnteresseerden naar Stratford-upon- Avon, het stadje waar Shakespeare ter wereld kwam en – op 23 april 1616, precies 52 jaar oud – stierf. Op het intensieve excursieprogramma stonden zoals elk jaar vijf bezoeken aan ter plaatse gespeelde voorstellingen, nabesprekingen daarvan, workshops en hoorcolleges. ‘Natuurlijk doen we, als we daar dan toch zijn, ook even de bekende plekken uit Shakespeares leven aan, maar eigenlijk heb ik daar niets mee; het is een vreselijke toeristische kermis.’

Taboe

Jansen, die zelf royaal acteerervaring opdeed in het amateurcircuit maar ‘door tijdgebrek’ nog niet aan een Shakespeare-rol toekwam, was dit jaar in Stratford vooral benieuwd naar de uitvoering van The Tragedy of Cymbeline die hij ‘slechts’ twee keer eerder zag. Dit koningsdrama speelt zich, net als zijn favoriet King Lear, af in een voorchristelijke periode. ‘Bijzonder aan de versie die de Royal Shakespeare Company dit jaar brengt, is dat Cymbeline geen koning maar koningin is.’ Maar hoe vernieuwend dit ook klinkt: de taal is in hedendaagse Engelse Shakespeare-uitvoeringen nog steeds die van vierhonderd jaar geleden. ‘Het is voor de Engelsen en Amerikanen vrijwel taboe om daar aan te komen, hoewel er voor de meeste mensen geen touw aan die oorspronkelijke teksten is vast te knopen, voor jongeren al helemaal niet. De grammatica, de betekenis van woorden en uitdrukkingen, de woordvolgorde: zonder speciale studie is het een crime, niet te pruimen. Afgezien daarvan wringt die oude taal met het vaak juist wél moderne toneelbeeld, tot aan het gebruik van mobieltjes toe’, zegt Jansen. Dan hebben Nederlandse regisseurs het makkelijker. ‘Die bedienen zich van eigentijdse vertalingen die direct aanspreken. Vaak zijn ze ook vindingrijker in de visuele vormgeving van het geheel.’

Spetterend

Het is vooral vanwege de creatieve artistieke omgang met Shakespeares literaire erfenis dat Jansen letterlijk niet uitgekeken raakt: ‘Zijn werk weet theatermakers onder meer door de enorme psychologische gelaagdheid van de hoofdpersonages elke keer weer te inspireren tot het leggen van nieuwe accenten. Hamlet bijvoorbeeld zag ik zo vaak dat ik de tel ben kwijt geraakt, en zó vaak ben ik weer verrast geweest.’ Pas na zijn studie Engelse taal- en letterkunde ontdekte Jansen dat Shakespeare nogal de moeite waard is. ‘Ik vond er vroeger niks aan, de Middeleeuwen boeiden me veel meer en ook mijn proefschrift gaat over literatuur uit die tijd. Maar toen ik begin jaren tachtig na te zijn afgestudeerd werkloos thuis zat, besloot ik The Complete Works te gaan lezen en raakte ik enthousiast.’

Uitbundig geprezen is Shakespeares vermogen om in zijn tijd lezer en kijker (ongeacht opleiding of stand) te overdonderen met spetterende taal: dan weer lieflijk of verheven, dan weer schunnig, dreigend of wreed. Alles wat bekoorlijk, nobel, ranzig en duister is, aan het leven en aan ‘ons’, komt aan bod in monologen en dialogen die bol staan van beeldspraak en dubbelzinnigheid en vaak een prachtig klank en cadans bezitten.

Shakespeares rijke taal en imposante mensenkennis verklaart volgens Jansen echter nog niet afdoende waarom zijn werk nog steeds veelvuldig te aanschouwen is. ‘Ook technisch zitten zijn stukken heel knap in elkaar; hij had een fantastisch gevoel voor timing. Verder gaan zijn verhalen nooit over een situatie in het eigentijdse Londen, maar altijd over lang geleden in een land hier ver vandaan. Mede daardoor zijn ze zo goed over te zetten naar het hier en nu.’

Edele motieven

Opvallend sceptisch is Jansen over de edele drijfveren en karaktertrekken die vaak aan Shakespeare zijn toegedicht. Zo schrijft toneelkenner Loek Zonneveld in het voorjaarsnummer van tijdschrift William: ‘Hij bedreef geen propaganda (…) Hij was er vooral op uit om zijn publiek nieuwsgierig te maken naar de verschillende kanten van een kwestie. Of heftig aan het twijfelen te brengen. Hij stimuleerde zijn publiek hartstochtelijk tot het verwerven van nieuwe inzichten (…) Hij vocht de beterweters en de gelijkhebberige hardliners met grof en met subtiel verbaal geweld de tent uit.’ En in een BBC-documentaire als Shakespeare and us wordt onder meer gewag gemaakt van de geweldige ‘durf’ van de schrijver om machthebbers er van langs te geven, in combinatie met de gave precies te weten hoe ver hij kon gaan met beschimpen. Hans Jansen zucht bijna onmerkbaar. ‘Ik ben op dit punt erg down to earth’, zegt hij. ‘We weten niets over Shakespeares bedoelingen. Je kunt ook wel zeggen dat het juist laf was dat hij nooit partij koos, en geen al te herkenbare figuren beschreef. Of aanvoeren dat zijn standpuntloosheid het gevolg was van zijn opleiding: het was in die tijd op school gebruikelijk je in debatten te verplaatsen in de opvatting van een ander; mogelijk was hij mede daardoor zo behendig in perspectiefwisseling, en benutte hij die vaardigheid óók omdat er nu eenmaal brood op de plank moest. Ik weet kortom niet wat hem ten diepste bewoog, en evenmin of hij gentle was en/of een sluwe zakenman, homofiel of niet. Het kan me ook niet schelen. Mij gaat het om die teksten en de eindeloze mogelijkheden die ze bieden.’ Dat ‘the bard’ ook vandaag nog springlevend is, blijkt niet alleen uit het aanhoudend grote aantal theater-, musical- en filmbewerkingen van zijn stukken maar ook uit het feit dat Shakespeare in het alledaagse leven ‘om de haverklap voorbij komt’, zegt Jansen. ‘Bewust en onbewust citeren mensen hem, of wordt er via woordspelingen naar hem verwezen. Altijd als mij dat opvalt, in de krant of op tv, kan ik het niet laten om “Shakespeare” te mompelen. Mijn partner Willemien wordt daar wel eens moe van.’

King Lear

Waarom is King Lear de favoriet van Hans Jansen? ‘Daar gaat Shakespeare het diepst. Het stuk bevat spanning, horror, humor en liefde, maar Shakespeare gunt ons niets. Hij haalt van de mens alles weg: macht, liefde, beschaving, zintuigen, kennis en hoop. Om vervolgens na een korte opleving de kijker te confronteren met het onvermijdelijke. Het is het absurdisme van Ionesco, Beckett en Pinter, maar dan in het kwadraat.’

Hans Jansen
Hans Jansen

Tekst: Annemarie Kok
Foto's: Koen Timmerman / Shakespeare Theater Diever
Bron: Broerstraat 5, het alumni magazine van de Rijksuniversiteit Groningen

Laatst gewijzigd:19 maart 2020 09:22
View this page in: English