NVAO: master-opleiding Nanoscience is excellent

De master-opleiding Nanoscience van de Rijksuniversiteit Groningen is door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) beoordeeld als excellent. Dat is het hoogste predicaat dat verstrekt kan worden. Het rapport stelt de opleiding als ‘best practice’ ter voorbeeld aan andere opleidingen in het vakgebied, nationaal en internationaal. Eerder dit jaar kwam de opleiding in de Keuzegids Masters 2013 uit de bus als de beste universitaire master-opleiding in Nederland.

In haar rapport zegt de visitatiecommissie dat de beoordelaars diep onder de indruk zijn van het unieke programma. Het ambitieniveau van de master ligt veel hoger dan bij andere masters, de focus op onderzoek is sterk. De studenten worden vooraf streng geselecteerd en hun aantal is beperkt zodat ze persoonlijke coaching kunnen krijgen.

Onderzoek

Tijdens de studie worden ze in de gelegenheid gesteld om te participeren in het onderzoek van het Zernike Institute for Advanced Materials, een onderzoeksinstituut van de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen dat al bijna vijftien jaar de hoog gewaardeerde status van nationale top-onderzoekschool mag dragen. Het instituut werd in een internationale ranking beoordeeld als behorend tot de absolute top van onderzoeksinstituten voor materials science.

Top Master

De master Nanoscience is onderdeel van het Top Master programma van de faculteit. De opleiding is gericht op een carrière in de wetenschap. De voorbereiding die de studenten daarop krijgen, kan zich volgens de beoordelaars meten met die van de beste opleidingsinstituten elders in de wereld. De docenten en begeleiders van het Zernike-instituut beschikken over excellente onderzoeks- en onderwijsvaardigheden en vormen een uitstekend voorbeeld voor de studenten.

Selectiesysteem

Ook onderwijskundig zit de opleiding uitstekend in elkaar. Met name het selectiesysteem wordt geprezen. Volgens de beoordelaars draagt dat veel bij aan het hoge niveau dat de studenten later bereiken.

Zie ook: master Nanoscience

Noot voor de redactie

Meer informatie: prof. dr. ir. C.H. van der Wal