Skip to ContentSkip to Navigation
Rudolf Agricola School for Sustainable Development
Bringing sustainability science forward
More Nieuws & Evenementen

Agricola Interview: Sylvia de Vries onderzoekt ecologische effecten zonneparken

Start vijfjarig onderzoek naar ecologische effecten aanleg zonneparken

Wat zijn de effecten van een zonnepark op de ecologie? Hoe leg je een zonnepark het meest natuurvriendelijk aan? Deze en veel meer vragen hoopt biologe Sylvia de Vries over vijf jaar te kunnen beantwoorden. Ze gaat als promovendus onderzoek doen naar de aanleg van zonneparken. Dit wordt mogelijk gemaakt door een samenwerking van Solarfields – dat zonneparken aanlegt – , de Provincie Groningen en de Rudolf Agricola School for Sustainable Development van de Rijksuniversiteit Groningen.

De Vries (32 jaar) is als bioloog al langer met akkers, akkervogels en biodiversiteit bezig. Ze vindt het onderzoek naar zonneparken interessant, omdat het waarschijnlijk praktisch toepasbare kennis gaat opleveren: ‘De meeste zonneparken worden momenteel aangelegd in het intensief gebruikt agrarisch landschap. Met het verschijnen van zonnepanelen verdwijnt het gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest, maar ook oppervlakte aan leefgebied voor akkervogels. Hoe zorg je dat er naast zonnepanelen ook ruimte is voor natuur in een zonnepark?’

Om klimaatverandering tegen te gaan, is het belangrijk om energie op een duurzame manier op te wekken. Zonne-energie kan hier een belangrijke rol in spelen, maar de effecten op de natuur zijn grotendeels onbekend. Vormen zonneparken een bedreiging voor de diersoorten die nu in het agrarisch gebied voorkomen, zoals akkervogels, of bieden ze juist kansen voor versterking van het leefgebied? Een mogelijke oplossing is het combineren van functies, waarbij het opwekken van duurzame energie en biodiversiteit samengaan middels de ecologische inrichting van zonneparken. Solarfields neemt in zonnepark Roodehaan aan de rand van de stad Groningen maatregelen om negatieve ecologische effecten te beperken, ze zijn een belangrijke financier van het onderzoek, om zo te leren of deze inrichting het gewenste effect heeft.

Tal van vragen

De Vries startte haar onderzoek op 1 juni officieel. Ze wordt begeleid door ecoloog dr. ir. Raymond Klaassen van de Rijksuniversiteit. Deze maakt onderdeel uit van het onderzoeksthema Sustainable Landscapes van Sustainable Society van de RUG.

De Vries: ‘We gaan onderzoek doen op meerdere zonneparken. Het zonnepark in Roodehaan is daarvan waarschijnlijk het grootste en wordt nu aangelegd. Om te weten wat hier de uitgangssituatie was, hebben we al een nulmeting gedaan. Daaruit kwam naar voren dat voornamelijk gele kwikstaart en graspieper gebruik maken van de weilanden die straks het zonnepark zullen herbergen. Beide soorten zijn boerenlandvogels. De gele kwikstaart houdt van openheid en broedt midden in percelen, terwijl graspieper meer de randjes opzoekt. Als bioloog vind ik het interessant hoe deze soorten zullen reageren op aanleg van het zonnepark. Ik heb tal van vragen. Wat is beter voor de biodiversiteit, wel of geen begrazing? In hoeverre gebruiken akkervogels zonneparken als broedhabitat of foerageergebied? Wat is de meerwaarde voor de biodiversiteit van een ruimere opstelling van de panelen?’

Een extra jaar onderzoek

Tot haar onderzoek startte, werkte De Vries fulltime voor Stichting Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels, een kennisorganisatie die zich inzet voor de bescherming van akkervogels en natuurbeheer. Naast haar promotieonderzoek blijft ze één dag per week voor de stichting werken. De Vries: ‘Dat heeft onder andere als voordeel dat ik vijf jaar over mijn onderzoek kan doen, een jaar langer dan normaal voor een promotie. Dat betekent dat ik de ontwikkelingen op de zonneparken langer kan volgen en beter in beeld kan brengen.’

Observeren en tellen

De Vries gaat niet alleen de vogels volgen, maar de hele ecologie. ‘Daarvan maken ook insecten een belangrijk deel uit. Tijdens de nulmeting bij toekomstig zonnepark Roodehaan kwam naar voren dat er weinig loopkeverdiversiteit was. Je vindt er vooral gewone zwartschilden, die in grote aantallen in akkerland kunnen voorkomen. Als de percelen niet meer bemest worden, de bodem onberoerd blijft en er kruidenrijk grasland ontstaat, zal de loopkevergemeenschap waarschijnlijk diverser worden met meer soorten. Insecten zijn op hun beurt voedsel voor andere dieren net als bijvoorbeeld muizen, die weer andere zoogdieren of roofvogels aan zouden kunnen trekken. Tijdens mijn werkdagen zal ik veel aan het tellen zijn. Maar naast het in kaart brengen van aanwezige soorten, willen we ook juist weten hoe een zonnepark wordt gebruikt door deze soorten. Hiervoor zullen ook vogels uitgerust worden met kleine zenders om te zien welke delen ze van een zonnepark juist gebruiken of vermijden. Net als in de natuur is de winter een soort rusttijd, dan zal ik meer binnen zitten om alle verzamelde gegevens te verwerken.’

Werken aan de basis

Het onderzoek van De Vries kan wellicht gevolgen hebben voor de zonneparken in heel Nederland. De Vries: ‘Er wordt landelijk stevig ingezet op zonne-energie. Een deel daarvan kan op daken worden opgewerkt maar het ziet er naar uit dat er nog veel meer zonneparken bij zullen komen. Dan moet je wel eerst feitelijke kennis hebben over de effecten van de inrichting van zo’n zonnepark. Ik vind het een ontzettend leuk en spannend idee dat mijn onderzoek daar een belangrijke bijdrage aan kan gaan leveren.’

Partners

• Solarfields

• Provincie Groningen

• Rudolf Agricola School for Sustainable Development (RUG) ylvia de Vries onderzoekt ecologische effecten zonneparken.

Laatst gewijzigd:02 juni 2023 14:31
View this page in: English
Volg ons opyoutube twitter