Hartfalen

Coördinatoren: prof. dr. D.J. van Veldhuisen, cardioloog en prof. dr. W.H. van Gilst, klinisch farmacoloog

Het Cardiovasculair Onderzoekinstituut onderzoekt de mechanismen van het hartfalen. Enerzijds richt het onderzoek zich op de endotheelcellen waarmee de binnenkant van de bloedvaten en het hart zijn bekleed. Anderzijds krijgt ook de invloed van het autonome zenuwstelsel veel aandacht. Daarbij ontstaan nieuwe samenwerkingsverbanden.

Veel mensen sterven aan hart- en vaatziekten. Nog veel meer leven ermee. Of iemand een hart- en vaatziekte krijgt, hangt van veel factoren af. Onder meer van erfelijke aanleg, voedingsgewoonten, roken en lichaamsbeweging. Maar het heeft ook te maken met de geestelijke gesteldheid. Al deze zaken bepalen niet alleen de kans op het ontstaan van hart- en vaatziekten. Ze zijn ook van invloed op het verdere beloop ervan en op de kans dat iemand een tweede infarct krijgt.

Het onderzoek concentreert zich op factoren die het hart- en vaatstelsel beïnvloeden. Het past bij het onderzoek van de onderzoekschool GUIDE, dat grotendeels op de ontwikkeling van geneesmiddelen gericht is. Daarmee sluit het instituut zich aan bij de moderne ontwikkeling binnen de cardiologie. Tegenwoordig richt men zich minder op acute interventies en meer op het ontstaan van chronisch hartfalen, hartritmestoornissen, etc.