Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Worldwide Newsletter

De vrouw is geen kleine man

Al in haar Groningse studiejaren, in de jaren zeventig, zette Angela Maas zich in voor de rechten van de vrouw. Tegenwoordig is zij voorvechter van het vrouwvriendelijker maken van de cardiologie. Afgelopen mei verscheen haar boek Hart voor vrouwen en in 2020 is zij VN Vrouwenvertegenwoordiger.

Tekst Kirsten Otten

Angela Maas

Angela Maas (1956) studeerde van 1974 tot 1981 geneeskunde in Groningen. Ze deed vervolgens de opleiding cardiologie in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. In 2006 verdedigde Maas aan de Radboud UMC haar proefschrift over kalkafzetting in de bloedvaten op mammogrammen. Afgelopen voorjaar verscheen haar derde boek Hart voor vrouwen – een informatief boek over hartproblemen bij vrouwen. In de eerste plaats geschreven voor vrouwen, maar ook zeer geschikt voor partners, huisartsen en cardiologen.

Als dochter van een huisarts met een praktijk aan huis, zag Angela Maas al op jonge leeftijd patiënten komen en gaan: ‘Daar ontstond mijn fascinatie voor het fenomeen patiënt en de overtuiging dat ik ook arts wou worden.’ Anders dan de meeste klasgenoten op haar Utrechtse gymnasium, besluit Maas in 1974 in Groningen te gaan studeren: ‘Ik had namelijk gehoord dat het daar altijd feest was.’

En was dat ook zo?

‘Absoluut, maar na een blauwe maandag bij Albertus, was ik vooral te vinden in bepaalde cafés en fem-soc-praatgroepen. Het waren de jaren van de tweede feministische golf, en het feministisch-socialisme was mijn beweging. In deze praatgroepen maakten we ons sterk voor het lot van de huisvrouw. Dan werd de vraag gesteld: “Kent iemand een huisvrouw?” Staken we allemaal onze hand op, ál onze moeders waren huisvrouw… Genderissues boeiden mij toen al bovenmatig.’

Zijn er docenten uit die tijd die u in het bijzonder zijn bijgebleven?

Ik denk met veel plezier terug aan embryoloog A.G. de Wilde. Die maakte al tekenend inzichtelijk hoe uit een eicel en een zaadcel organen ontstaan. Video bestond nog niet, maar voor ons als studenten werkte dit minstens zo goed!

Hoe bent u bij cardiologie uitgekomen?

‘Mijn eerste echte kennismaking met de cardiologie was tijdens een junior co-schap bij prof. dr. Evert (Everhardus) van der Wall. Een inspirerende man die goed aan het bed kon doceren en ook de verlegen studenten erbij wist te betrekken. Ik was gelijk enthousiast over het vak, maar dacht toen nog dat het veel te moeilijk voor me was.’

‘Het werd vrouwen in die tijd ook niet echt aantrekkelijk gemaakt om voor cardiologie te kiezen: bij de meeste opleidingen mochten vrouwen maar beperkt instromen. De cardiologische wereld bestond daardoor voornamelijk uit mannen – mannen die zich bogen over “mannenproblemen”, zoals hartinfarcten en aderverkalking. Die mannelijke patiënten waren de hele dag druk aan het werk en werden thuis vaak overvraagd door hun echtgenotes… zó werd dat onderwezen! Vrouwen met hartklachten werden vaak weggezet als hysterisch of vreemd.’

Maar toch besloot u ervoor te gaan.

‘Ik ben een kordaat en besluitvaardig type. Steeds meer mensen – waaronder cardiologen in opleiding die ik ontmoette tijdens mijn co-schappen op Curaçao – gaven aan het echt een vak voor mij te vinden. En ik vond het ook gewoon leuk om een mannenvak te kiezen. Een jaar na mijn afstuderen in Groningen kon ik beginnen aan de specialisatie tot cardioloog in het St. Antoniusziekenhuis in Nieuwegein.’

Hoe ontstond die focus op het vrouwenhart?

Tijdens mijn opleiding leerde ik al dat vrouwen vaak ‘rare klachten’ hebben, klachten waar geen verklaring voor was. En toen ik in 1988 aan het werk ging, liep ik daar zelf ook tegenaan: de uitslagen van hartfilmpjes, hartkatheterisaties en fietsproeven klopten niet. Patiënten vroegen steeds vaker, wat is er met mij aan de hand? U weet het niet, hè? Dat was ook zo en dat frustreerde mij vreselijk.’

‘Vanaf 1991 kwamen hart- en vaatziekten bij vrouwen langzaamaan op de wetenschappelijke agenda. Voor het eerst werd duidelijk dat het niet correct was om vrouwen standaard langs de mannelijke meetlat te leggen. Want vrouwen zijn geen kleine mannen. Hun hart is inderdaad kleiner, maar de verschillen in hormoonhuishouding zorgen bovendien voor een andere werking van dat hart en voor een andere veroudering van bijvoorbeeld de hartspier en de (krans)vaten. Deze verschillen zorgen ook voor afwijkende ziektebeelden.’

Kunt u een paar van die verschillen noemen?

‘Bij mannen zien we vaak op relatief jonge leeftijd al vernauwingen in een of meer kransvaten. Dit is met een dotter- of bypass-operatie meestal goed te behandelen. Bij vrouwen komen de vernauwingen later en onder invloed van gevarieerdere factoren. Denk aan de menopauze, hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap, suikerziekte... Bij vrouwen zijn vernauwingen bovendien moeilijker te herkennen op bijvoorbeeld een inspannings-ECG.’

In het Radboudumc houdt u cardiologische spreekuren speciaal voor vrouwen. Raadt u dat andere ziekenhuizen ook aan?

‘Absoluut. Naast fysieke verschillen zijn er ook verschillen in hoe mannen en vrouwen met hun klachten omgaan – genderspecifieke zorg werkt veel doelgerichter en is daardoor goedkoper. Zo blijven vrouwen vaak langer rondlopen met hun klachten, soms met ernstige gevolgen. Mannen zijn doorgaans beter in het sec verwoorden van hun klachten. Vrouwen leggen meer emotie in hun verhaal en hebben vaak de neiging hun klachten af te doen als stress. Artsen worden daardoor soms op het verkeerde been gebracht.”

Maar stress kan wel degelijk leiden tot hartklachten, schrijft u in uw boek Hart voor Vrouwen.

‘Zeker. Met name vrouwen op middelbare leeftijd worden steeds vaker getroffen door een hartinfarct waarbij stress een rol lijkt te spelen. Het hormoonsysteem van de bijnieren wordt door stress overgeactiveerd en het vergroot de ontstekingsactiviteit in het lichaam, waardoor de bloedvaten geprikkeld worden tot spasme. Deze spasmen kunnen leiden tot een type II-hartinfarct.’

Hart voor Vrouwen

U bent een drukbezette vrouw. Kent u zelf veel stress?

‘Zonder stress zou ik op de bank blijven zitten en niets meer doen. Een beetje stress houdt je aan de gang. Maar ik heb geleerd keuzes te maken. Elke levensfase heeft zijn eigen prioriteiten: de zorg voor de kinderen, carrière, aandacht voor je gezondheid. En dat betekent soms dat andere dingen even niet kunnen. Zo kies ik ervoor om geen diners bij mij thuis te organiseren: leuk als anderen het doen, maar voor mij geeft het veel meer stress dan plezier.’

En een bezoekje aan Groningen, gebeurt dat nog wel eens?

In maart heb ik er nog de Aletta Jacobslezing gegeven, een hele eer. Het is altijd fijn om in de stad te zijn en de RUG zet zich momenteel echt goed in voor de vrouw in de wetenschap en op hoge posities. De benoeming van Cisca Wijmenga als rector magnificus is daar natuurlijk een mooi voorbeeld van. En dat artikel van Adriaan van Voors in The Lancet, over medicatie voor vrouwen met hartfalen – het maakte me echt trots toen ik las dat dat uit Groningen kwam!

Laatst gewijzigd:19 maart 2020 11:14
View this page in: English