Skip to ContentSkip to Navigation
Language Centre
Language Centre Develop yourself Academische taal Spreken Interviewen

Journalistiek interviewen

Het journalistieke interview is een middel om informatie te verkrijgen over een zaak, dus een (actuele) gebeurtenis of een ontwikkeling, of over een persoon. Die informatie kun je vervolgens verwerken tot een volledig interviewartikel of gebruiken als illustratiemateriaal in andersoortige journalistieke artikelen zoals nieuwsberichten of opiniërende artikelen. Het soort informatie dat je wilt verkrijgen en de uitwerking die je daarbij kiest, is van invloed op de aard van het gesprek: hoe lang het gesprek duurt, wat voor soort vragen je stelt en welke houding je in het gesprek aanneemt.

Soorten interviews

Op grond van het onderwerp van gesprek en het soort artikel dat op basis van het gesprek wordt geschreven, kunnen verschillende soorten interviews onderscheiden worden.

Interviews waarin een bepaalde kwestie centraal staat

soort interview
het gesprek
het artikel
reactie-interview
één of meer direct betrokkenen geven kort commentaar op een actuele kwestie, ontwikkeling of gebeurtenis
nieuwsbericht, achtergrondartikel, reportage
nieuwsinterview
een deskundige of iemand die direct bij de zaak betrokken is geeft zijn visie op een actuele kwestie, ontwikkeling of gebeurtenis
(kort) interviewartikel over een actuele kwestie
achtergrondinterview
een deskundige of iemand die direct bij de zaak betrokken is geeft zijn visie op een kwestie die al langer in het nieuws is
interviewartikel over een actuele kwestie, langer en meer beschouwend dan het nieuwsinterview

Interviews waarin de geïnterviewde persoon centraal staat

soort interview
het gesprek
het artikel
profilerend interview
een deskundige of iemand die direct bij de zaak betrokken is geeft zijn visie op een actuele kwestie, ontwikkeling of gebeurtenis
(lang) interviewartikel, waarin de geïnterviewde wordt geportretteerd
portretterend of biografisch interview
een bijzonder persoon vertelt over zijn leven, denken en werken
zeer uitgebreid interviewartikel waarin de geïnterviewde wordt geportretteerd

Wie interviewen?

Interessant om te interviewen zijn mensen die

  • zelf in het nieuws staan
  • betrokken zijn bij een actueel onderwerp
  • deskundig zijn met betrekking tot een actueel onderwerp
  • representatief zijn voor een bepaalde, in het nieuws staande groep
  • 'aan de beurt' zijn (binnen een reeks)
  • belangwekkend zijn vanwege hun prestaties (bekende schrijvers, kunstenaars)

Houd er rekening mee dat voor de hand liggende personen bij een bepaald onderwerp vaak veel ervaring hebben met interviews. Ze praten weliswaar vlot en zijn goed op de hoogte, maar kennen ook alle interviewtrucjes en weten precies hoe ze ongewone of confronterende vragen kunnen omzeilen. Soms kan het leuker zijn iemand te kiezen die niet zo voor de hand ligt.

Voorbereiding

Als je besloten hebt welk soort interview je wilt houden en wie je wilt interviewen, kun je het gesprek voorbereiden. Check eerst welke eisen aan het uiteindelijke artikel gesteld worden, zoals publiek, invalshoek, aantal woorden en eventuele illustraties.

Face to face, telefonisch of per e-mail

Bepaal dan hoe je het interview wilt houden: face to face, telefonisch of per e-mail. Welke vorm je kiest, zal van invloed zijn op de resultaten van het gesprek.

In een face to face interview kun je het uiterlijk van de geïnterviewde, diens woon- of werkomgeving en diens non-verbale gedrag observeren. Reacties als armgebaren, hoofdschudden, wegkijken en met de ogen knipperen zijn vaak een waardevolle aanvulling op de woordelijke informatie die je krijgt. Bovendien heeft een face to face interview vaak een persoonlijke sfeer, waardoor je soms meer boven tafel krijgt.

Telefonische interviews en interviews per e-mail kunnen meestal op kortere termijn gepland worden. Ze zijn sneller, korter en zakelijker dan een face to face interview.

Praktische zaken

Vervolgens regel je de praktische zaken.

Maak een afspraak

  • Maak duidelijk wie je bent, wat je wilt, voor welk medium je schrijft en waarom je die persoon wilt interviewen.
  • Vraag hoeveel tijd de te interviewen persoon heeft of geef aan hoeveel tijd je zelf nodig denkt te hebben.
  • Maak je verwachtingen over de voorbereiding van de geïnterviewde duidelijk.
  • Waarborg eventueel de anonimiteit van de geïnterviewde.
  • Spreek af of de geïnterviewde de tekst voor publicatie leest (en corrigeert).

Bepaal de locatie

  • neutraal of betekenisvol voor de te interviewen persoon;
  • rustig (geen horeca!);
  • geen aanwezigheid van anderen.

Regel opnameapparatuur

Naast je schriftelijke aantekeningen is het handig om een opname van het gesprek te maken. Mocht je zaken gemist hebben, dan kun je die later nog eens terugluisteren. Maak echter altijd aantekeningen: een volledige opname uitwerken kost erg veel tijd!

Een vragenlijst maken

Als eerste stap naar een bruikbare vragenlijst, verzamel je informatie over de te interviewen persoon, zoals eerdere (vooral recente) interviews en andere publicaties over de persoon. Ook zoek je informatie over het gespreksonderwerp. Je kunt daarbij denken aan publicaties van de te interviewen persoon of van anderen.

Vervolgens beslis je in hoeverre je het interview wilt sturen. In een ongestuurd interview draag je slechts een aantal gespreksthema's aan. Kies je voor een meer gestuurde vorm van interviewen, dan heb je een (meer of minder) gedetailleerde vragenlijst nodig.

Bepaal dan welke houding je tijdens het gesprek wilt aannemen:

  • coöperatief: je stelt vooral informerende en verduidelijkende vragen
  • kritisch: je stelt vooral confronterende vragen
  • neutraal: je stelt zowel informatieve als confronterende vragen

Daarna bedenk je de concrete vragen of aandachtspunten. Je kunt open ("Hoe ziet u…?") en gesloten vragen ("Bent u het eens met…?") stellen. Open vragen geven je gesprekspartner alle ruimte om te antwoorden. Gesloten vragen leveren antwoorden op als 'ja' en 'nee'. Houd er rekening mee dat personen die vaker geïnterviewd worden, eerder interessante antwoorden zullen geven als je originele vragen stelt. Bedenk daarbij wel dat je lezers in het algemeen minder van de geïnterviewde weten dan jijzelf.

Tips

  • De volgorde van de vragen kan invloed hebben op de antwoorden die je krijgt.
  • Stel niet meer dan 1 vraag tegelijk (vermijd meervoudige vragen), behalve als je de geïnterviewde van zijn stuk wilt brengen.
  • Bepaal op grond van de houding die je wilt aannemen of je suggestieve of neutrale vragen wilt gebruiken. Als je een neutrale houding aanneemt:
    • gebruik geen evaluatief geladen woorden
    • geef geen voorbeeldantwoorden
    • houd je eigen mening op de achtergrond
    • voorkom vragen waarop sociaal wenselijk geantwoord wordt
    Als je kiest voor een meer confronterende houding kun je je vragen suggestief maken door het tegenovergestelde te doen.
  • Stel begrijpelijke vragen:
    • gebruik de actieve vorm
    • gebruik enkelvoudige zinnen (dus geen bijzinnen)
    • formuleer je vragen zo concreet mogelijk
    • stem je woordkeus af op je gesprekspartner

Het gesprek

De inleiding

In de inleiding leg je de basis voor het gesprek. Enkele tips:

  • Kom op tijd
  • Introduceer jezelf goed
  • Vraag toestemming voor een opname
  • Installeer je snel en geruisloos: zorg dat je weet hoe de opnameapparatuur werkt
  • Zorg voor een prettige setting: ga niet recht tegenover elkaar zitten, zorg voor een hoek van 90° of iets minder
  • Creëer een goede sfeer: praat even over wat koetjes en kalfjes
  • Maak heldere afspraken over eventuele anonimiteit van de geïnterviewde
  • Spreek af of de geïnterviewde de tekst voor publicatie leest (en corrigeert)
  • Stel vast hoeveel tijd er is voor het gesprek

De kern

Nu gaat het erom de geïnterviewde zo ver te krijgen dat hij je vragen volledig beantwoordt. Gun jezelf tijd om na te denken over een antwoord. Is het bruikbaar? Is het volledig? Is het relevant? Is het duidelijk? Vaak zul je moeten doorvragen om tot de kern van de zaak te komen:

  • Herhaal de vraag
  • Verduidelijk de vraag
  • Herhaal (een deel van) het antwoord
  • Parafraseer het antwoord of vat het samen
  • Vraag ongericht door: "hoe bedoelt u?" "Kunt u daar wat meer over zeggen?" "Het is mij nog niet precies duidelijk"
  • Vraag gericht door: "hoe kwam dat?" "Waarom denkt u dat?" "En toen?"
  • Zwijg: vaak is een denkpauze genoeg om de informant verder te laten praten
  • Laat merken dat je luistert: hum, papegaai ( herhaal de laatste woorden), kijk en knik

Observaties

Observaties van het verbale en non-verbale gedrag van de geïnterviewde kunnen je helpen de sfeer van het gesprek (bij) te sturen. Bovendien kun je, vooral bij portretterende interviews, observaties gebruiken om het artikel aan te kleden. Kijk daarom ook naar het uiterlijk van de geïnterviewde en naar zijn omgeving. Selecteer een paar veelzeggende (en originele) details.

De afsluiting

Sluit het interview goed af. Bedank de geïnterviewde voor zijn medewerking. Vraag of je hem nog even kunt bellen als je tijdens het uitwerken merkt dat er nog zaken onduidelijk zijn. Zet bovendien nog even de afspraken op een rijtje over inzage voor publicatie, het recht van de geïnterviewde om wijzigingen aan te brengen of de tekst te autoriseren. In het algemeen geldt dat de geïnterviewde voorstellen mag doen om feitelijke onjuistheden en citaten te corrigeren. Jij als auteur van de tekst bent verantwoordelijk en bepaalt dus ook welke van deze voorstellen je overneemt. In sommige gevallen zal de geïnterviewde het verhaal willen autoriseren. Dat betekent dat je het verhaal pas mag publiceren als hij het heeft goedgekeurd.

De valreepvraag

Soms is het nuttig om na de officiële afsluiting van het interview nog een vraag te stellen. De sfeer is dan vaak wat informeler dan tijdens het echte gesprek en de geïnterviewde praat wat meer ontspannen, waardoor er soms nog interessante zaken boven tafel komen.

Het interview uitwerken

Werk een interview altijd meteen uit! De uitspraken en het verband waarin ze zijn gedaan liggen dan nog vers in het geheugen. Gebruik de opname alleen om stukken terug te luisteren die je niet helemaal paraat hebt.


Bronnen

  • Chemiewinkel. (1999). Informatie voor studenten. Groningen: RUG.
  • Donkers, H., & Willems, J. (1999). Journalistiek schrijven voor krant, vakblad en nieuwe media. Bussum: Coutinho.
  • Emans, B. (1989). Interviewen. Theorie, techniek en training. Groningen: Wolters-Noordhoff.
  • Hulshof, M. (1987). Leren interviewen. Een HBO-methode voor het mondeling verzamelen van informatie. Groningen: Wolters-Noordhoff.
  • Kussendrager, N., Lugt, D. van der, & Rogmans, B. (1997). Basisboek Journalistiek. Achtergronden, genres, vaardigheden. Groningen: Wolters-Noordhoff.
  • Meulenberg, M. (1990). Van vragen tot verslagen. Handleiding voor interviews. Muiderberg: Dick Coutinho.
  • Pegtel, D.M. (2000). Het afnemen van een interview. Haren: Sectie Plantenecologie, Biologisch Centrum, RUG.
  • Piët, S. (1984). Een vraag en een weet. Gereedschap voor het vraaggesprek. Baarn: Ambo.
  • Swart, J.A.A., & Windt, H.J. van der. (2001). Oriëntatie op biologie en samenleving: vaardigheden. Haren: Sectie Wetenschap en Samenleving, Biologisch Centrum, RUG.

© 2002 | RUG, Faculteit der Letteren, project Communicatieve Vaardigheden

Laatst gewijzigd:27 november 2023 16:48