Schrijven in teams
Tijdens je opleiding zul je regelmatig schrijfopdrachten in groepjes moeten verrichten. Hieronder volgt een aantal richtlijnen en adviezen die de kans op een geslaagde samenwerking verhogen. De werkmethodes zijn gebaseerd op 'Leren communiceren. Handboek voor mondelinge en schriftelijke communicatie' van Steehouder e.a. (1999).
Werkmethodes
Methode | Omschrijving |
---|---|
De modulaire aanpak | Teamleden ontwerpen gezamenlijk de tekstopzet; elk lid schrijft een onderdeel; daarna volgt een bespreking van de samengevoegde onderdelen en reviseert iedere schrijver zijn onderdeel. Dit proces kan zich herhalen. |
De rapid-prototyping methode | Na een eerste oriëntatie verzamelen teamleden materiaal; 1 teamlid schrijft de eerste versie; bespreking in team en revisie door de schrijver. Herhaling van het proces. |
De sneuvelversie methode | Teamlid schrijft eerste versie; ander teamlid vult eerste versie aan, corrigeert; derde teamlid etcetera. Als elk teamlid heeft bijgedragen, wordt de tekst in team besproken; afwerking door eindredacteur. |
De tweelingmethode | 2 schrijvers formuleren tekst samen achter tekstverwerker. |
Tips
- Houd rekening met de groepsgrootte (meer dan 4 personen is vaak onhandig) en de groepsvorming (een groepje met minder bekende studiegenoten werkt effectiever dan een groepje met vrienden).
- Stel een werkplan op over hoe vaak jullie bij elkaar komen, wanneer het eindproduct klaar moet zijn, wanneer de tussentijdse deelprojecten klaar moeten zijn, en welke methode jullie gebruiken.
- Maak een goede taakverdeling: wie voert welke deeltaken uit, zijn deze deeltaken van gelijke omvang en moeilijkheidsgraad? In sommige gevallen is het raadzaam om een voorzitter aan te wijzen die de voortgang van het werkproces bewaakt, een notulist die bijhoudt welke afspraken er worden gemaakt en een eindredacteur die de verantwoordelijkheid voor de eenheid van het product draagt.
- Maak tijdens groepbesprekingen zo veel mogelijk expliciet over het doel van de bespreking, de taakverdeling, de aanpak, uitwerking, redactie, etcetera.
- Houd je aan de deadlines.
- Grijp tijdig in wanneer de samenwerking niet goed verloopt.
- Houd een logboek bij met hierin alle afspraken en besluiten, het verloop van de samenwerking, de knelpunten, etcetera.
Bronnen
- Steehouder, M. e.a. (1999). Leren communiceren. Handboek voor mondelinge en schriftelijke communicatie. Groningen: Wolters-Noordhoff.
© 2002 | RUG, Faculteit der Letteren, project Communicatieve Vaardigheden
Laatst gewijzigd: | 05 april 2019 13:35 |