Structuursignalen
Structuursignalen maken de opbouw van een tekst duidelijk. Ze kunnen gebruikt worden binnen de alinea om relaties tussen zinnen duidelijk te maken, maar ook tussen de verschillende alinea's om verbanden aan te geven. De meest voorkomende verbindingen tussen zinnen en alinea's zijn:
Opsomming
En, bovendien, ten eerste, ten tweede, verder, daar komt nog bij dat.
Tijd
Nadat, terwijl, toen, totdat, voordat, wanneer, daarna, eerst, vervolgens, ten slotte.
Reden, oorzaak, gevolg
Aangezien, doordat, omdat, want, zodat, daarvoor, daarom, dus.
Voorwaarde
Als, indien, mits, tenzij, wanneer.
Toegeving
Als, hoewel, ofschoon, weliswaar, toch.
Tegenstelling
Maar, aan de andere kant, daarentegen, desalniettemin, desondanks, enerzijds, toch, terwijl.
Vergelijking
Alsof, evenals, eveneens, evenzeer, net als, op dezelfde wijze.
Samenvatting
Kortom, samengevat, al met al, resumerend.
Conclusie
Dus, dan ook, hieruit volgt, concluderend kunnen we stellen.
Laatst gewijzigd: | 05 april 2019 13:34 |