Skip to ContentSkip to Navigation
TalencentrumOnderdeel van Rijksuniversiteit Groningen
Talencentrum
Talencentrum Ontwikkel jezelf Academische taal Voor docenten

Plagiaat voorkomen en herkennen

Er zijn goede manieren om plagiaat te voorkomen. Als dat onvoldoende resultaat heeft en u denkt dat u in het werk van een student plagiaat heeft kunnen herkennen, kunt u het meestal beter opsporen en aanpakken door een gesprek te voeren met de betreffende student.

Plagiaat voorkomen

Plagiaat voorkomen begint in het onderwijs. Het beste is om informatie over het voorkomen van plagiaat in het curriculum op te nemen waar het relevant is, bijvoorbeeld in het eerste studiejaar in een vak waarin studenten een onderzoeksverslag moeten schrijven (zie ook opleidingsbeleid schrijfvaardigheid en de didactische aanbevelingen. Op die manier wordt de toon vanaf het begin van de opleiding gezet en weten studenten waarop zij moeten letten. Ook docenten weten dat zij studenten kunnen aanspreken en beoordelen op correct omgaan met de bronnen.

Belang en functie van literatuurverwijzingen

Leg studenten uit waarom literatuurverwijzingen belangrijk zijn en laat goede voorbeelden zien van literatuurverwijzingen binnen uw discipline. Veel – zeker beginnende studenten – zijn niet op de hoogte van conventies die binnen disciplines gelden rondom literatuurverwijzingen. Zie ook Citeren en parafraseren.

Notensysteem

Laat studenten kennismaken met de manier waarop noten in uw discipline gebruikt worden, bijvoorbeeld door studenten te laten reflecteren op de functies van noten in verschillende soorten teksten. In verschillende disciplines wordt het notensysteem op verschillende manieren gebruikt. In de ene discipline zijn noten vooral bedoeld als informatieve extra’s (bijvoorbeeld bij veel Letteren-studies), in andere disciplines wordt het notenapparaat vooral gebruikt voor literatuurverwijzingen (bijvoorbeeld bij Rechtsgeleerdheid).

Verwijssystemen

Wijs studenten de weg naar het gangbare verwijssysteem voor uw discipline, bijvoorbeeld de APA-style, de MLA-style, Chicago-style of Vancouver-style. Veel studenten weten niet dat er specifieke eisen gelden voor de manier waarop literatuurverwijzingen in de tekst moeten worden opgenomen en de manier waarop literatuur moet worden vermeld aan het eind van een onderzoeksverslag of werkstuk. Zie ook Bron- en literatuurgebruik.

Begeleid het schrijfproces

Deze aanpak houdt in dat studenten persoonlijk worden begeleid en dat het schrijfproces gefaseerd wordt aangepakt, zodat studenten zo min mogelijk de gelegenheid hebben om te plagiëren.

  • Laat studenten bijvoorbeeld een synopsis inleveren voor hun werkstuk, waarin ze de centrale vraag vermelden en een globaal beeld schetsen van de inhoud van hun tekst.
  • Ook kunt u studenten vragen tussentijds een deel van hun werkstuk ter beoordeling in te leveren.
  • Eventueel kunt u studenten elkaars teksten tussentijds laten beoordelen, waarbij brongebruik en literatuurverwijzingen een specifiek punt van aandacht zijn.
  • Laat studenten, ten slotte, tijdens het laatste college een reflectief verslag schrijven over het schrijven van hun onderzoeksverslag: wat hebben ze ervan opgestoken, welke problemen zijn ze tegengekomen en hoe hebben ze die opgelost? Daardoor komen studenten erachter hoeveel het schrijven van een werkstuk heeft bijgedragen aan hun kennis en vaardigheden. Bovendien kunt u de tekst vergelijken met de stijl in het onderzoeksverslag.

Zo ontstaan verschillende momenten waarop studenten gewezen kunnen worden op inconsistenties.

Beoordelingscriteria

Wees duidelijk over de beoordelingscriteria die u hanteert rondom de conventies van de discipline. Telt de manier waarop studenten de conventies correct hanteren mee in de beoordeling van hun werk? Laat studenten weten dat en hoe u dit beoordeelt. Laat hen ook zien dat en hoe u alert bent op plagiaat. Zie ook Teksten beoordelen.

Plagiaat herkennen

Er zijn verschillende tekstkenmerken die duiden op mogelijk plagiaat. Een overzicht, overgenomen uit Andeweg en Blokzijl 2003 (die weer citeren uit Harris 2002):

  • verschillende citeer- en referentieconventies binnen 1 tekst.
  • citaten en referenties ontbreken geheel en al.
  • een opvallende opmaak, bijvoorbeeld met regels die halverwege afbreken.
  • inconsequent opgemaakte tabellen of verspringende kantlijnen.
  • irrelevante uitweidingen.
  • gedateerde informatie, bijvoorbeeld een verwijzing naar de regeringspartij D66.
  • een opvallende, bijvoorbeeld archaïsche, woordkeus.
  • een opvallende schrijfstijl, bijvoorbeeld alinea’s met literair aandoende zinsconstructies in een verder nogal schools opgestelde tekst.
  • regelrechte blunders, bijvoorbeeld een rapport waarin plotseling de koptekst van een ander rapport opduikt.


Bronnen

Andeweg, Bas en Wim Blokzijl (2003). Het recht op kopiëren. In: Tekst[blad], nummer 1, maart 2003, 46-55.

Bremmer, Lydia (2004). Controle op plagiaat neemt toe. In: Trouw , 1 november 2004, p. 9.

Harris, Robert (2002). Anti-plagiarism Strategies for Research Papers. VirtualSalt, http://www.virtualsalt.com/antiplag.htm, geraadpleegd op 3 november 2004.

Laatst gewijzigd:25 augustus 2023 09:38