Skip to ContentSkip to Navigation
Aletta Jacobs School of Public HealthOnderdeel van RUG en UMCG
Aletta Jacobs School of Public Health
Together for more healthy years
Aletta Jacobs School of Public Health

De verkiezingsprogramma’s – voor ieder wat wils? Of toch niet

22 oktober 2025

De verkiezingsprogramma’s staan vol stevige beloftes en ronkende woorden. Maar wie goed leest, ziet vooral wat er niet in staat. Erik Buskens, Scientific Director Aletta vraagt zich in dit artikel af waar de concrete plannen voor preventie en leefstijl blijven?

Allerlei ronkende voornemens waarom hardwerkende of andere Nederlanders toch vooral op een bepaalde partij zouden moeten stemmen. Een van de zaken waar men redelijk unaniem over is betreft het beteugelen van de groei van de begroting voor zorg. De vraag naar zorg, al dan niet goed geïndiceerd of met bewijs van doelmatigheid onderbouwd, blijft maar stijgen en dat is niet per se goed nieuws. Als iedereen dat vindt zit daar vast wel een goede reden achter, en aangezien ik mij er ook grotendeels in kan vinden ga ik daar niet op in.

Laten we het hebben over zaken, plannen, visies die er niet staan, want tussen de regels valt een algemeen gebrek aan concrete en goede plannen duidelijk op. Preventie en behoud of bevordering van gezondheid komen er bekaaid af, zeker wanneer je kijkt naar alle beleidsdomeinen (niet alleen zorg). Velen waaronder GGD’s, KNMG en GGZ hebben zich al verbaasd of zijn gewoonweg verontwaardigd over het ontbreken, onderbelichten of onvoldoende concreet maken van plannen op dat terrein.

Een hele opsomming helaas.

Infectieziekten en voorbereiding op de volgende pandemie

Veel partijen zwijgen over structurele maatregelen rondom infectieziekten. Vaccinatie en antibioticaresistentie krijgen soms wel aandacht, maar vertalen zich niet in concrete beleidsvoorstellen.

Als we ons niet voorbereiden op nieuwe virussen of andere uitbraken, en die zullen gegarandeerd komen, zullen opnieuw crises, ziekten en hoge maatschappelijke kosten ontstaan, en zullen kwetsbare groepen de dupe worden.

Mentale gezondheid en preventie psychische klachten

Er is enige aandacht, voor de jeugd of de “lichte” mentale klachten. Nog steeds niet concreet, maar het is iets. Kwalijker is het gebrek aan aandacht en/of inlevingsvermogen met mensen met complexere psychische aandoeningen. Vroegsignalering, crises voorkomen én herstel (inclusief woon-, werk-, bestaanszekerheid) zijn vaak niet verankerd, en een plan ontbreekt.

Dit terwijl mentale gezondheid alles kleurt en beïnvloedt: werk, relaties, en lichamelijke gezondheid. Vroeg signaleren voorkomt verergering, haalt mensen er op tijd bij en maakt zorg effectiever.

Gezondheidsvaardigheden onderdeel van educatie

Kennis, bewustwording, vaardigheden om eigen gezondheid te beheren (“health literacy”) worden wel genoemd, maar wetende dat decennia van conservatief zenden en hameren op eigen verantwoordelijkheid (i.p.v. “betutteling” en zorg voor) geen effect hebben gehad, zijn er nog steeds geen concrete plannen om dit structureel in onderwijs, werk, goed toegankelijke en begrijpelijke publieke informatie te integreren.

Zonder kennis valt het mensen nauwelijks kwalijk te nemen dat zij minder verstandige keuzes maken. De risico’s worden gebagatelliseerd of zelfs ontkend, terwijl die serieus en er terdege zijn. Als eigen verantwoordelijkheid en doorgeslagen betutteldrift het adagium blijven, maken politici zich medeplichtig aan toenemende sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Zij ondergraven direct de effectiviteit van preventieve maatregelen.

Sociale determinanten van gezondheid

zoals armoede, moeilijke toegang tot onderwijs, werk, een minder geschikte of veilige woonomgeving en milieu-invloeden (denk aan bollenteelt, Tata, of Schiphol). Men kan er weliswaar niet langer omheen dat sociale ongelijkheid invloed heeft op gezondheid, maar overweegt nauwelijks structurele maatregelen in andere beleidsdomeinen dan zorg. Bijvoorbeeld: op gezondheid gericht en als zodanig geëvalueerd en gestuurd beleid op terrein van inkomens, woningkwaliteit, arbeid, milieuvervuiling, en de woonomgeving. Af en toe worden de verbanden genoemd, maar nergens concrete beleidsinstrumenten.

Het is glashelder dat gezondheid in hoge mate bepaald wordt buiten de zorg (ordegrootte 90%): dat wil zeggen waar je woont, werkt, leeft, leert, je luchtkwaliteit, voedseltoegang, etc. Ben je niet bereid daar te interveniëren, dan laat je wederom willens en wetens grote gezondheidsverschillen bestaan of zelfs toenemen.

Financiering en structurele verankering van preventiebeleid

Het blijft bij incidentele budgetten, mooie woorden, maar het is geen vaste post, laat staan een proportie van de begroting van VWS en andere ministeries voor zaken die onder hun verantwoordelijkheid vallen. Preventie is eventueel iets wat “erbij komt”, niet als kern van beleid. Niet structureel.

Voor blijvende impact moet geld nu beschikbaar komen, en beleid verankerd worden. De luimen van bewindspersonen of politieke cycli en wisselende coalities geven onvoldoende garantie. Een gemiste kans want op langer termijn liggen besparingen en een hogere productiviteit van een gezonde bevolking in het verschiet.

De gezonde leefomgeving

Inrichting van steden, ontwerp van buurten, luchtkwaliteit, groen, openbaar vervoer etc. worden redelijk vaak genoemd, maar concreet beleid ontbreekt. Wat zou een goede norm zijn? Zijn we solidair met dunner bevolkte gebieden, blijft OV betaalbaar en beschikbaar, en komt er bijv. een Lelylijn? Dan komt het er op aan: hoe, hoeveel, wie betaalt, en wie organiseert.

De buitenomgeving stimuleert of belemmert bewegen, vermindert of vergroot blootstelling aan vervuiling e.d., en bepaalt in hoge mate of de gezonde keuzes inderdaad makkelijk gemaakt worden.

Preventie

ook voor ouderen, zodat zij vitaal ouder worden. Er is beleid gericht op specifieke kwetsbaarheden als vallen, maar nauwelijks aandacht voor preventie van chronische ziekten bij ouderen, of voor interventies gericht op sociale isolatie, mentale gezondheid, kwaliteit van leven.

Omdat de bevolking vergrijst, zal ook preventie bij ouderen essentieel zijn om zorgkosten beheersbaar te houden en hun levenskwaliteit op peil te houden.

Effectevaluatie

Weten is meten. Veel programma’s gebruiken verheven woorden en noemen “gezonde generaties”, “gezonde leefomgeving”, “minder gezondheidsverschillen”. Zoekend naar concrete doelen, indicatoren, tussentijdse monitoring en verantwoording blijft alles in den vage. Wie doet wat, gericht op welk doel, wanneer wordt dat bereikt en zo niet wat doen we dan extra of anders?

Zonder meetbare doelen kun je niet beoordelen of beleid werkt, kun je niet bijsturen, en ontbreekt transparantie en verantwoording. Dat komt wellicht goed uit als je de verantwoordelijk bewindspersoon zou zijn, maar de bevolking die men zegt te vertegenwoordigen kan niet terugvallen op verankerde doelen en trekt aan het kortste eind.

Voornemen tot samenwerking en integraal beleid

Afgaande op de programma’s is en blijft VWS de club van preventie en zorg, terwijl  domeinen als onderwijs, milieu, wonen, transport, arbeid en sociale zekerheid ontegenzeggelijk van invloed zijn, en dus onderdeel van integraal beleid zouden moeten worden. Op zijn best wordt intersectorale samenwerking genoemd maar nooit als solide basis feitelijk vastgelegd.

Dit terwijl gezondheid blijvend wordt beïnvloed door beleid in al deze domeinen. Zonder goede samenwerking blijft beleid gefragmenteerd, te weinig effectief en soms zelfs contraproductief.

Er zijn misschien enkele lichtpuntjes. Voor jeugdzorg  en aandacht voor de eerste 1000 dagen is veel steun. Vroege interventie lijkt in dit geval niet ter discussie te staan.

Afgezaagd wellicht, maar toch niet onbelangrijk: ook over roken, het belang van goede voeding, en bewegen is men het redelijk eens. Helaas worden geen woorden vuil gemaakt aan effectieve maatregelen, concrete doelen, financiering en duurzame implementatie.

Er valt echter wel wat te kiezen uiteraard. Er zijn programma’s die op alle punten slecht scoren en er zitten er een paar tussen die meer vertrouwen wekken. Dus als je als kiezer een gezond Nederland belangrijk vindt, en je niet laat afleiden door quasi discussies over onmogelijke en ongrondwettelijke plannen dan zou het zomaar de goede kant op kunnen gaan bewegen. Voor onze (achter-)kleinkinderen.

Laatst gewijzigd:22 oktober 2025 08:47
Deel dit Facebook LinkedIn