Skip to ContentSkip to Navigation
Rijksuniversiteit Groningenfounded in 1614  -  top 100 university
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

‘Samenwerking is complex, maar absoluut de moeite waard’

Verslag van het Symposium over Grensoverschrijdende Gezondheidszorg in de Duits-Nederlandse Grensregio
30 oktober 2025

Twee grensbarrières die donderdag in de Martinikerk werden geopend, markeerden de lancering van Health4DE-NL, een project dat is gericht op het versterken van de grensoverschrijdende samenwerking in de gezondheidszorg in de Nederlands-Duitse grensregio. De lancering viel samen met het Symposium over Grensoverschrijdende Gezondheidszorg in de DE-NL Grensregio, dat zich richtte op de Europese rechten van grensoverschrijdende patiënten en de Europese Referentienetwerken (ERN’s). Een verslag uit de Martinikerk.

Tekst: Jelle Posthuma

decorative image
Foto door: Denise Jans

Jan Anthonie Bruijn, demissionair minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), opende de bijeenkomst in de Martinikerk met een korte videoboodschap.
Hij begon met het Nederlandse gezegde: ‘Een goede buur is beter dan een verre vriend’. Daarmee benadrukte hij het belang van een sterke relatie tussen de buurlanden Nederland en Duitsland.

Potentieel

De Commissaris van de Koning in Groningen, René Paas, sloot zich hierbij aan in zijn openingswoord in de Martinikerk. Met een vleugje humor citeerde hij een Nederlandse schrijver die de Nederlands-Duitse grens ooit omschreef als ‘een van de meest erotische van Europa’, omdat nergens anders bewoners zo vaak de grens oversteken om relaties aan te gaan, samen te wonen en te trouwen.

Toch erkende Paas dat samenwerking in de gezondheidszorg de nodige uitdagingen met zich meebrengt. Tegelijkertijd benadrukte hij dat deze dag in het teken staat van het vinden van oplossingen voor die uitdagingen.

Nikolaus Jansen, Landesbeauftragter für Regionale Landesentwicklung, begroette het publiek met een Nederduitse ‘moi’ en onderstreepte eveneens het potentieel van de samenwerking. Volgens hem zal deze leiden tot een betere toegankelijkheid van de zorg, efficiënter gebruik van middelen, meer kennisuitwisseling en grotere veerkracht in tijden van crisis, zoals duidelijk werd tijdens de coronapandemie.

Nog beperkt

Hierna volgde een welkomstwoord van Sandra Gallina en een presentatie van Natalia Zampieri, beiden werkzaam bij de Europese Commissie, Directoraat-Generaal Gezondheid. Zampieri besprak de twee juridische kaders voor grensoverschrijdende gezondheidszorg. Matthias Wismar van het European Observatory on Health Systems and Policies noemde samenwerking tussen Europese grensregio’s een “no-brainer”. Tegelijk wees hij erop dat de omvang van grensoverschrijdende zorg nog beperkt is.

Wismar presenteerde opmerkelijke cijfers: in heel Europa ontvangt jaarlijks slechts ongeveer twee miljoen patiënten ongeplande zorg in het buitenland – goed voor slechts 0,4% van het totale zorgbudget van de EU-lidstaten. Het aantal patiënten dat geplande zorg in het buitenland zoekt, is nog kleiner. Slechte informatievoorziening blijft een belangrijke knelpunt, zo merkte Wismar op.

Verschillen en overeenkomsten

Jochen Mierau, hoogleraar Gezondheidseconomie, benadrukte eveneens het belang van samenwerking tussen grensregio’s. Volgens hem vindt de meest intensieve samenwerking juist plaats in deze regio’s, en niet in de verre Europese hoofdsteden. Mierau legde uit dat zowel het Nederlandse als het Duitse zorgstelsel gebaseerd is op het zogenaamde Bismarck-model, dat draait om gereguleerde concurrentie en verzekering-gebaseerde vergoedingen. In de praktijk is deze concurrentie echter beperkt, omdat de vraag naar zorg de beschikbare capaciteit ruimschoots overtreft.

Tegelijkertijd wees Mierau op belangrijke nationale verschillen tussen de twee systemen, die samenwerking bemoeilijken. Zijn advies voor betere afstemming: begin met kleine stappen. Het creëren van een volledig nieuw systeem voor grensoverschrijdende samenwerking is onrealistisch, maar geleidelijke verbeteringen kunnen veel betekenen. Mierau benadrukte dat beide bestaande systemen zich door de decennia heen ook hebben ontwikkeld via kleine, stapsgewijze aanpassingen.

Solidariteit

Lars Schwettmann van het Cross-border Institute of Healthcare Systems and Prevention (Universiteit van Oldenburg) was het hiermee eens.
Hij presenteerde een lange lijst hervormingen van het Duitse zorgstelsel. De term “Gesundheitsreform” kent een opmerkelijke geschiedenis in Duitsland: in 1988 werd het uitgeroepen tot woord van het jaar en in 1996 zelfs tot slechtste woord van het jaar.

Op het gebied van gegevensuitwisseling zijn, zo merkte Schwettmann op, de afgelopen jaren grote stappen gezet, wat nieuwe mogelijkheden biedt voor grensoverschrijdende gezondheidszorg. Ondanks de vele hervormingen zijn vijf kernpunten van het Duitse zorgstelsel constant gebleven: verplichte deelname, op bijdragen gebaseerde financiering, natura-vergoedingen, solidariteit, en zelfbestuur. Van deze elementen wordt solidariteit in Duitsland vooral hoog gewaardeerd.

Benodigde informatie

De sessies in de Martinikerk werden afgesloten met een korte paneldiscussie.
Panellid Wismar benadrukte de bereidheid tot samenwerking en stelde dat samenwerking tussen grensregio’s bijna een “natuurlijke zaak” is. Evert Jan van Lente (International Consultant Health Financing) wees eveneens op de kansen: grensoverschrijdende gezondheidszorg kan zelfs fungeren als een katalysator voor andere vormen van Europese samenwerking.

“Als er zoveel kansen zijn, waar zitten dan de obstakels?” vroeg moderator Anne Peetoom. Het panel wees op systemische verschillen, zoals de rol van de huisarts in Nederland als “poortwachter”, terwijl patiënten in Duitsland rechtstreeks naar een specialist kunnen gaan. Ook een gebrek aan informatie werd genoemd: patiënten zullen terughoudend zijn om zorg in het buitenland te zoeken als zij niet zeker weten of deze vergoed wordt.

De European Reference Networks (ERN’s) kwamen in meerdere presentaties aan bod. Stefano Vettorazzi (DG SANTE), Emily White (Amsterdam UMC), Greta Ginski (Universitätsklinikum Schleswig-Holstein) en Van Lente legden uit hoe deze netwerken zorgprofessionals in staat stellen kennis en expertise over zeldzame en complexe ziekten te delen. Tot slot bespraken vertegenwoordigers van DG REGIO het Interreg-programma als een belangrijk instrument voor grensoverschrijdende samenwerking. “Je kunt ons vandaag niet verwijten dat we jullie te weinig informatie hebben gegeven,” grapte moderator Peetoom.

Het wiel niet opnieuw uitvinden

Na de toespraken vond de officiële lancering plaats van het Health4DE-NL Interreg-project, gesymboliseerd door het openen van twee grensbarrières. Melanie Walter, minister voor Europa en Regionale Ontwikkeling in Nedersaksen, en Cora-Yfke Sikkema, burgemeester van Oldambt, bedienden elk een barrière aan hun kant van de grens. Adriana Pérez Fortis, coördinator van het Cross-border Institute of Healthcare Systems and Prevention (CBI), sprak over Health4DE-NL – het nieuwe project dat grensoverschrijdende uitdagingen in de gezondheidszorg aanpakt en de samenwerking tussen de noordelijke grensregio’s versterkt. “We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden,” zei Fortis. “Als strategisch project richten we ons op eenvoudige maar essentiële zaken: het leggen van de basis voor een gestructureerde, georganiseerde en duurzame grensoverschrijdende samenwerking in de gezondheidszorg.”

De geest van de dag

In de tweede helft van de middag splitsten de deelnemers zich op in verschillende break-outsessies. “Wat zijn de belangrijkste conclusies?” vroeg moderator Peetoom daarna. “Grensoverschrijdende samenwerking is ongelooflijk complex, maar de moeite meer dan waard,” antwoordde een sessievoorzitter. Zijn slotopmerking ving de geest van de dag perfect: grensregio’s bevinden zich vaak aan de periferie, en juist voor de mensen die daar wonen is toegang tot goede gezondheidszorg het meest essentieel.

Dit symposium werd georganiseerd door de Europese Commissie, in samenwerking met het Nederlandse Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), het Duitse Federale Ministerie van Gezondheid (BMG), het Cross-border Institute of Healthcare Systems and Prevention (CBI), en met de steun van het National Contact Point EU-Patienten.de van de DVKA.

Het Health4DE-NL project is gefinancierd door het Interreg IV Duitsland–Nederland programma, de Europese Unie, het Niedersächsisches Ministerium für Bundes- und Europaangelegenheiten, en de provincies Groningen en Fryslân, heeft een totaalbudget van €3,2 miljoen.

Laatst gewijzigd:06 november 2025 15:14
Deel dit Facebook LinkedIn
View this page in: DeutschEnglish