Skip to ContentSkip to Navigation
Universiteitsbibliotheek
Universiteitsbibliotheek Gauronica

Humanity Lab

Door Adrie van der Laan
Ilja Leonard Pfeijffer

We leven in bijzondere tijden. De mensheid verkeert in crisis. Wereldwijd voeren we weer oorlog—deze keer niet tegen elkaar, maar tegen een virus. De strijd is nog niet gestreden, maar het ergste leed lijkt geleden. Het maatschappelijke leven komt weer op gang. De RUG is nog grotendeels gesloten, maar als eerste onderdeel zijn haar laboratoria weer open. Hierbij hoort ook de onderzoekszaal Bijzondere Collecties van de UB. Is dat vreemd? Nee, want BC is het laboratorium waar je de mensheid kunt onderzoeken.

Onderzoek is de grondbetekenis van het woord historia

In onze taal staat historie voor geschiedenis of verhaal. Dat is ook wat historia is: een onderzoek naar wat geschied is, naar geschiedenis. Dat levert verhalen op. Niet alleen om feiten met feiten te verbinden, maar ook om mensen aan feiten te binden—om mensen te boeien terwijl je verbanden legt. ‘Als iets cultuur is, dan is dat het: een collectief geheugen van alle verhalen die definiëren wie wij zijn en wat het betekent dat wij mensen zijn. Verhalen geven zin aan het leven en ze ontlenen die zin aan andere verhalen.’ (Ilja Pfeijffer)

Geschiedenis is boeiend

Als je het vak goed beoefent tenminste. Je vertelt verhalen die mensen boeien, je vangt hun aandacht en houdt die vast. Een ander resultaat is dat je informatie achterhaalt en met anderen deelt. Per definitie informatie over het verleden, want anders noemen we het journalistiek. Vervolgens is vanouds de vraag: Cui bono? Wie heeft daar wat aan? Vermaak is leuk en aardig, maar waartoe dienen verhalen over het verleden?

Heeft geschiedenis ook praktisch nut?

Dat hangt ervan af aan wie je het vraagt. Sommigen vinden van niet. Laatst nog een historicus met een opiniestuk in de krant. Zijn stuk was ironisch, want hij illustreerde al doende z’n eigen ongelijk. Hij bestreed een eerder pamflet van een aantal vakgenoten die hadden gepleit voor de waarde van historici in deze crisistijd. Hun boodschap was dat kennis van het verleden juist nu kan helpen. Deze historicus bekritiseerde hun boodschap. Volgens hem zijn historici geen therapeuten.

Marcus Aurelius

Enter keizer Marcus Aurelius

Hij zou onze historicus z’n publieke reactie hebben ontraden. Deze man, die van 161 tot 180 bijna heel Europa in zijn macht had, schreef adviezen aan zichzelf. Die waren niet voor publicatie bedoeld, maar zijn wel bewaard gebleven. We kunnen dus in zijn hoofd kijken! Hij schrijft ergens: ‘Goede wil is onoverwinnelijk.’ Hij bedoelt: Als je iemand wilt verbeteren, moet je dat niet doen in het bijzijn van derden, want dat werkt bij mensen averechts. Wie wil bekritiseerd worden waar anderen bij staan? Dan voelen we schaamte of zelfs vernedering, wat meestal leidt tot woede en wraak. Het is een menselijke reactie van alle tijden. Onderzoek naar het recente of verre verleden toont dit aan. Kennis hiervan geeft inzicht in het gedrag van mensen. Hiermee kunnen we nu ons voordeel doen, want de feitelijke omstandigheden veranderen continu, maar het menselijk gedrag blijft in wezen gelijk. Marcus Aurelius is dus relevant voor ons nu. Hij is maar één voorbeeld.

Volgens humanisten als Agricola worden mensen niet geboren, maar gevormd.

Geschiedenis is daarom een pijler van het humanisme

Met humanisme bedoel ik het gedachtegoed van mensen als Desiderius Erasmus en zijn Groninger held Rodolphus Agricola. De term is ontleend aan het Latijnse humanitas, dat zowel mensheid kan betekenen als menselijkheid en beschaving—twee fundamentele kenmerken van de mensheid. Volgens humanisten worden mensen niet geboren, maar gevormd—en wel qua taal en gedrag. Een eerste vereiste van beschaving is, dat je nauwkeurig en boeiend onder woorden kunt brengen wat je denkt. Dit vraagt om taalonderwijs. Een tweede vereiste, dat je goed kunt samenleven met andere mensen. Dit vraagt om gedragsonderwijs. Deze hele aanpak bepaalde eeuwenlang het onderwijs in Europa.

Voor gedragsonderwijs is geschiedenis cruciaal

Gedrag kun je namelijk theoretisch en praktisch onderwijzen. Voor het eerste dient de ethiek, voor het tweede de geschiedschrijving. Bij het vak geschiedenis draait het niet om jaartallen, maar om menselijk gedrag. Historici vertellen hoe mensen zich in het verleden gedroegen. Daaruit kan ieder mens lering trekken voor de eigen actualiteit. Dat moet ook, vonden humanisten, want dat is beschaving. Op deze manier vorm je echte mensen. Laat ze het gedrag van eerdere mensen bestuderen. Zo conditioneer je ze om beschaafde, humane gewoontes aan te leren. Ovidius liet het zijn heldin Sappho zo zeggen: ‘Abeunt studia in mores’ ofwel ‘studies leiden tot gewoontes.’ Deze aanpak past ook prima bij de menselijke aard, want we zijn gewoontedieren. We handelen zo veel mogelijk uit gewoonte, omdat bewust nadenken veel energie kost. En wat is uit gewoonte handelen anders dan het gebruiken van een beproefd antwoord op een in het verleden opgelost probleem? Een humanistische kijk op geschiedenis levert zulke antwoorden op.

Quintillianus

Dit wisten de Grieken en Romeinen al

Humanisten haalden hun inspiratie uit de Oudheid, toen schrijvers en denkers eenzelfde kijk op mens en beschaving hadden. Lees maar eens het pleidooi waarmee Cicero in 62 v.Chr. de dichter Archias verdedigde of Quintilianus’ indrukwekkende boek over de opleiding tot redenaar. Dit soort boeken, die de menselijke beschaving documenteren, vind je bij duizenden in de Bijzondere Collecties van de UB. Hier ligt de mensheid op tafel. Hier kun je de mensheid onderzoeken als een virus onder de microscoop. Hier ben je in een humanity lab. Hier liggen antwoorden op vragen die nu actueel zijn. Zoek en je zult vinden. Geen wonder dat Bijzondere Collecties als eerste weer open is —in deze tijd van menselijke crisis, waarin er aan gedrag niets nieuws is onder de zon.

Laatst gewijzigd:14 september 2023 15:47
View this page in: English