Skip to ContentSkip to Navigation
Aletta Jacobs School of Public Health
Together for more healthy years
Aletta Jacobs School of Public Health
Header image AJSPH

AJSPH

Psychiatrie op een schermpje?

Datum:10 april 2020
Wim Veling
Wim Veling

English translation below
Het is stil op de polikliniek Psychose. Het grootste deel van mijn behandelteam werkt thuis. Afspraken met patiënten en collega’s zijn omgezet naar telefoontjes en beeldbellen. De zitjes in de centrale hal van Universitair Centrum Psychiatrie zijn allemaal leeg. Alleen patiënten die zijn opgenomen slenteren door de gang heen en weer. Ik loop met een grote boog om hen heen, maar probeer dat goed te maken door extra vriendelijk te groeten.

Contact op afstand is gek voor psychiatrie, een vak waarin contact met mensen centraal staat. De eerste week is beeldbellen chaos, omdat we niet goed weten hoe het moet. “Ik hoor een echo”, 

“Je microfoon staat op mute, OP MUTE!”, “Kan dat kind naar een andere kamer?!”. De tweede week zijn we enthousiast omdat het eigenlijk best gaat. We leren etherdiscipline en de meeste patiënten lijken zich redelijk te redden. Sommigen bloeien zelfs op. Doordat het zo stil is op straat is het gemakkelijker boodschappen doen als je bang of achterdochtig bent.

Maar daarna wordt het minder. Een moeder belt dat haar zoon extreem angstig is, omdat hij niet kan stoppen met uitrekenen hoeveel doden er gaan vallen door de coronacrisis. Een vrouw loopt binnen, huilend, lachend, amper te volgen, helemaal verward. “Anderhalve meter afstand mevrouw!” Ze hoort me niet, kan nog net vertellen dat haar werk ineens is gestopt, waardoor ze de hele dag thuis zit, niemand meer spreekt. Haar psychose, die jaren weg was, is helemaal terug in een kakofonie van stemmen en paranoia. Een jongen heeft zich teruggetrokken op zijn zolderkamer. Hij is ervan overtuigd dat er een complot tegen hem is, dat het coronavirus speciaal voor hem is losgelaten. Via de telefoon praten is niet veilig.

We maken ons zorgen over de komende maanden. We zijn allemaal van slag doordat onze vaste structuren, bezigheden en sociale contacten zijn weggevallen. We zijn bang voor besmetting en ziekte. We zitten te lang te dicht op huisgenoten, waardoor spanningen oplopen. Patiënten met een psychiatrische aandoening zijn hier nog gevoeliger voor. We doen ons best met telefoon en computer om behandelingen zo goed mogelijk voort te zetten. We geven groepstherapie met WebEx, jongeren met psychose lunchen en gamen samen in onze digitale Thuiskamer, Virtual Reality brillen verlichten de stress. Deze week zijn we gestart we met een project waarbij patiënten op hun telefoon korte dagboekmetingen invullen. Zeven keer per dag geven ze aan hoe ze zich voelen, waar ze zijn en wat ze aan het doen zijn. De scores komen direct binnen in het patiëntendossier, en behandelaars kunnen elke week een rapportje uitdraaien waarin te zien is hoe het gaat en wat patiënten wel en niet helpt om zich beter te voelen. Zo kunnen we toch een beetje dichtbij zijn.

Al jaren wordt verzucht dat het niet opschiet met eHealth in de psychiatrie. Dat hebben we in één klap ingehaald. Maar ik mis de lach, de tranen en de zweetluchtjes in mijn spreekkamer, de klap op de schouder en de stevige hand. Die passen niet op een schermpje.

Wim Veling, psychiater en adjunct hoogleraar psychiatrie, Faculteit Medische Wetenschappen/UMCG  




Psychiatry on a screen?


It is quiet at the Psychosis outpatient clinic. Most of my medical team work from home. Appointments with patients and colleagues have been converted into telephone calls and video calls. The seats in the central hall of the University Centre for Psychiatry are all empty. Only patients who have been admitted stroll back and forth through the hallway. I make a big circle around them, but try to make up for that by greeting them extra kindly.

Remote contact is strange for psychiatry, a discipline in which contact with people is central. In the first week, video calling is chaos, because we don't really know how to do it. "I hear an echo",

"Your microphone is on mute, ON MUTE!", "Can that child go to another room?!". In the second week, we are enthusiastic because it is actually going well. We are learning ether discipline and most patients seem to be coping reasonably well. Some even flourish. As it is so quiet on the street, it is easier to go shopping if you are afraid or suspicious.

But then the situation deteriorates. A mother calls about her son being extremely anxious because he cannot stop calculating how many people will die from the corona crisis. A woman walks in, crying, laughing, hard to follow, completely confused. "One and a half meters away madam!" She does not hear me, can just barely tell me that her work has suddenly stopped, so she is at home all day, and doesn’t speak to anyone anymore. Her psychosis, which had been gone for years, is back in a cacophony of voices and paranoia. A boy has withdrawn to his attic room. He is convinced that there is a plot against him, that the corona virus has been released especially for him. Talking on the phone is not safe.

We are concerned about the coming months. We are all distressed because our permanent structures, activities and social contacts have disappeared. We are afraid of infection and disease. We are too close to housemates for too long, causing tensions. Patients with a psychiatric condition are even more sensitive to this. We do our best with the telephone and computer to continue treatment as well as possible. We give group therapy with WebEx, young people with psychosis have lunch together and are gaming in our digital Living Room, Virtual Reality headsets relieve stress. This week, we started with a project in which patients fill in short diary measurements on their phone. Seven times a day they indicate how they feel, where they are and what they are doing. The scores arrive directly in the patient file, and practitioners can issue a report every week that shows how things are going and what helps and does not help to make patients feel better. That way we can be a bit closer.

For years it has been said no progress is being made with eHealth in psychiatry. We are now caught up in one blow. But I miss the smile, the tears and the sweaty odours in my doctor's office, the clap on the shoulder and the firm hand. They don't fit on a screen.

Wim Veling, Psychiatrist, associate professor in Psychiatry, Faculty of Medical Sciences/UMCG