Skip to ContentSkip to Navigation
Universiteitsbibliotheek
Universiteitsbibliotheek Meer erfgoed Tentoonstellingen Digitale tentoonstellingen Tastbaar Bewijs in de incunabelen van de UB Groningen

Gewoontes en gebruiken

De witruimtes in de marges en tussen de regels bieden lezers ruim de kans om de interactie aan te gaan met de tekst door notities te maken, wat te krabbelen of te tekenen. Daarin zijn duidelijk gewoontes ontwikkeld, zoals het markeren of onderstrepen van woorden. Maar niet al deze gewoontes bestonden al in de vijftiende eeuw en sommige vijftiende-eeuwse gebruiken zijn juist door de eeuwen heen in onbruik geraakt. Hoe gingen lezers precies om met hun incunabelen en hoe hebben die gewoontes zich met de tijd ontwikkeld?

Helpende handen

Een aardige, maar nu in onbruik geraakte gewoonte is de manicula: een kleine tekening van een handje dat met zijn wijsvinger wijst naar een specifieke passage. Het Latijnse woord manicula betekent ‘kleine hand’ en hiermee kon de lezer letterlijk aanwijzen, welke tekstgedeelten hij belangrijk vond. Terwijl het gebruik van maniculae wijdverbreid was, was er geen voorgeschreven format en daardoor kwamen ze voor in een grote verscheidenheid aan vormen. Sommige zijn gestileerd en andere juist realistisch. Er zijn mollige handjes, of juist lange en elegante en zelfs hele armen met mouw en al.

Droedels en krabbels

Boekgebruik beperkt zich niet alleen tot lezen, maar omvat een scala aan activiteiten. Eén type boekgebruik dat duidelijk niet is veranderd en waarschijnlijk ook nooit zal veranderen, is het kladderen en tekenen. Droedels zijn zeker niet alleen van deze tijd. In vijftiende-eeuwse boeken vinden we al getekende figuurtjes of abstracte schetsjes. Sommige boekgebruikers tekenden nauwgezet illustraties na, terwijl anderen achteloos wat lijnen op het papier kladden.

Bladwijzers

Het kan nog aardig lastig zijn om je weg te vinden door een boek, zeker als dat boek erg groot is en uit veel bladzijdes bestaat. Om de vijftiende-eeuwse lezer een handje te helpen, bevatten verschillende incunabelen in de Groninger collectie kleine bladwijzers die aanduiden waar een hoofdstuk begint of waar zich belangrijke passages bevinden. De meest gangbare vorm van bladwijzers zijn ‘klaviertjes’ gemaakt van rood-leren stroken die zijn dubbelgevouwen over de rand van een folium. In bijzondere gevallen zijn die bladwijzers zelfs gemaakt van oude handschriften. De verluchte marges zijn versneden tot strookjes, zodat de kleurige bloemmotieven te zien zijn op de decoratieve bladwijzers in de incunabelen. Dit hergebruik van handschriften was niet ongebruikelijk en een duurzame manier om ongebruikte handschriften een tweede leven te geven.

Laatst gewijzigd:18 juni 2021 11:28
View this page in: English