Skip to ContentSkip to Navigation
Universiteitsbibliotheek
Universiteitsbibliotheek Meer erfgoed Tentoonstellingen Digitale tentoonstellingen Tastbaar Bewijs in de incunabelen van de UB Groningen

De geschiedenis van de incunabelcollectie

De eigendoms- en gebruikssporen in de incunabelen bieden een uniek inkijkje in de herkomst van de collectie in de Universiteitsbibliotheek Groningen. Lang voordat de universiteit was opgericht in 1614, werden in de omgeving boeken al gretig verzameld en gelezen. Vanaf de jaren 1460 vormde de cisterciënzer abdij in Aduard een centrum van Italiaans humanisme. [3] De jonge leden van de zogenaamde Aduarder kring, van wie Rudolf Agricola de bekendste is, reisden zuidwaarts naar Italië om daar te studeren aan de universiteiten en om zichzelf verder vertrouwd te maken met het humanisme. Nog voordat zij vertrokken op hun Italiaanse reizen, had de sterke lokale interesse in het humanisme hen al gestimuleerd om klassiek Latijn te leren en de klassieke teksten te lezen die eerst circuleerden in handschriftelijke vorm en ook beschikbaar kwamen in de eerste gedrukte boeken.

11.1 De plaatsen waar de edities zijn gedrukt die zich nu in de incunabelcollectie van de UB Groningen bevinden. De grootte van de rode cirkels correspondeert met het aantal edities gedrukt in die plaats.
11.1 De plaatsen waar de edities zijn gedrukt die zich nu in de incunabelcollectie van de UB Groningen bevinden. De grootte van de rode cirkels correspondeert met het aantal edities gedrukt in die plaats.

In het netwerk van bibliofielen en boekeigenaren was Wilhelmus Frederici een spilfiguur. Hij hoorde bij de Aduarder kring en behaalde twee doctoraten in Ferrara. Zoals we hebben gezien, verzamelde hij boeken over een scala aan onderwerpen, zoals Avicenna’s Canon Medicinae, maar ook mystieke teksten zoals Ubertino de Casale’s Arbor vitae crucifixae Jesu Christi. Na Frederici’s dood in 1525 liet hij zijn boeken na aan de Martinikerk in Groningen. In de zestiende eeuw zou de Martinikerk een zwaartepunt worden voor boekverzamelingen en ontving ze nalatenschappen en schenkingen van verschillende individuen. Na de Reductie van Groningen in 1594, toen Stad en Ommelanden werden ingelijfd in de protestante Nederlandse Republiek en de kloosters werden opgeheven, zijn de kloosterbibliotheken waarschijnlijk overgebracht naar de bibliotheek van de Martinikerk. In 1622 diende de senaat van de universiteit een verzoek in bij de burgemeester en stadsraad om de bibliotheek van de Martinikerk over te plaatsen naar de universiteitsbibliotheek, wat uiteindelijk gebeurde in 1624.

11.2 De duidelijkste gevallen van herkomstinformatie in de incunabelen van de UB Groningen. De grootte van de rode cirkels correspondeert met het aantal incunabelen in het bezit van een individu of instelling (om praktische redenen is elk convoluut geteld als één incunabel).
11.2 De duidelijkste gevallen van herkomstinformatie in de incunabelen van de UB Groningen. De grootte van de rode cirkels correspondeert met het aantal incunabelen in het bezit van een individu of instelling (om praktische redenen is elk convoluut geteld als één incunabel).

In de daaropvolgende eeuwen werden incunabelen vooral gedoneerd door Groningse professoren. Professor Jacob Baart de la Faille schonk Meditationes de vita Christi van Thomas a Kempis gedrukt in 1489 (inc. 135). Samuel Maresius doneerde Speculum doctrinale van Vincent van Beauvais (inc. 185), omdat de overige specula (historiale, naturale en morale) zich al in de collectie bevonden en alleen dit deel nog ontbrak. Een grote schenking kwam van Hendrik Riedel, conrector van de Latijnse school in Groningen, die een verwoed verzamelaar was van de Romeinse dichter Horatius. Riedel doneerde zijn hele boekenverzameling aan de bibliotheek, waaronder vijf incunabelen.

Laatst gewijzigd:18 juni 2021 11:11
View this page in: English