Skip to ContentSkip to Navigation
Centre for Operational Excellence (COPE)
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Centre for Operational Excellence (COPE) Projecten Versterking van veerkracht

Versterking van veerkracht

Versterking van veerkracht

Bedrijven zijn door de druk op kostenverlaging steeds kwetsbaarder geworden voor verstoringen in de keten. Een vierjarig onderzoeksproject zoekt antwoord op de vraag hoe bedrijven zich hiertegen kunnen wapenen zonder in te boeten aan efficiëntie. Bijzonder is dat in dit project kennis uit operations management en gedragswetenschappen samenkomt.

Multidisciplinair onderzoek voor grotere veerkracht en duurzaamheid

Een belangrijk kenmerk van het bedrijfsleven vandaag de dag is een sterke mate van integratie, zowel binnen bedrijven als tussen de schakels van logistieke ketens. Omdat bedrijven steeds meer de nadruk leggen op lean, efficiënter zijn gaan werken en - onder meer door de crisis - hun voorraden hebben gereduceerd, zijn de buffers in de ketens sterk verlaagd. Het gevolg is dat een verstoring in één van de schakels sneller en heviger door kan werken in de rest van de keten. De meest aansprekende voorbeelden zijn natuurrampen, rellen en stakingen, maar ook een haperende productielijn of vertraagd transport kan voor een verstoring zorgen.

Dergelijke verstoringen vragen om een directe oplossing en ingreep, waarbij veelal extra mensen, middelen en materialen ingezet moeten worden om nadelige consequenties te beperken. In het ergste geval kan de continuïteit van de bedrijfsvoering in gevaar komen. Voor bedrijven is het dus zaak om de impact van verstoringen te reduceren. Dat kan door eventuele verstoringen zo snel mogelijk te verhelpen, maar ook door de ernst van de gevolgen te beperken. De vraag is hoe bedrijven dat kunnen realiseren zonder de buffers weer te vergroten.

Multidisciplinair onderzoek

Dit onderzoek wordt uitgevoerd vanuit de vakgroepen Operations en het Centre for Operational Excellence (COPE), samen met de vakgroep Organisational Behaviour & Human Resource Management (HRM & OB) van de Rijksuniversiteit Groningen. Het is een vierjarig onderzoeksproject met als doel om de veerkracht (resilience) van bedrijven te versterken zonder in te boeten aan efficiëntie. Het gaat om een multidisciplinair onderzoek waarin kennis van supply chain management wordt gecombineerd met inzichten uit de gedragswetenschappen, met name over de besluitvorming in groepen. Het belang daarvan blijkt uit het voorbeeld van een leverancier die een verstoring signaleert en daardoor mogelijk zijn leververplichtingen aan een belangrijke klant niet kan nakomen. Moet de leverancier de mogelijke leverproblemen direct melden aan de klant of kan hij beter wachten totdat zeker is dat hij niet kan leveren? Behalve formele bestaan er ook informele contacten in ketens die van invloed kunnen zijn op het verloop van verstoringen.

Het onderzoeksproject omvat twee doelen:

  • Resilience is tot nu toe voornamelijk bekeken vanuit het perspectief van een enkele organisatie, maar niet of nauwelijks op het niveau van een supply chain. Daarom onderzoeken we in eerste instantie hoe verstoringen zich verspreiden door de hele keten en hoe we ketens kunnen inrichten zodat ze minder kwetsbaar zijn?
  • Hoe reageren de diverse beslissers vanuit de diverse ketenpartners om gezamenlijk de verstoringen in de supply chain snel en adequaat op te lossen? En welke beslissingsprocessen en –structuren zijn daarvoor geschikt?

Het onderzoek geeft onder meer antwoord op de vraag of bedrijven vanuit efficiëntie-oogpunt beter kunnen kiezen voor één leverancier (single sourcing) of om risico's te beperken beter meerdere leveranciers kunnen inschakelen (multiple sourcing). Een andere vraag is of beslissingen het beste op decentraal niveau of op centraal niveau in de vorm van 'control towers' kunnen worden genomen?

Gedragsexperimenten en trainingstool

Het onderzoeksproject heeft een looptijd van vier jaar en wordt uitgevoerd door één promovendus en twee postdoc-onderzoekers. Financiering is grotendeels afkomstig van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) in het kader van het onderzoeksprogramma Duurzame Logistiek. Daarnaast participeren vier bedrijven in dit project. FrieslandCampina wil meer inzicht krijgen in de wijze waarop het zuivelbedrijf kan inspelen op het wisselende, onvoorspelbare aanbod van melk. Waterbedrijf Groningen neemt deel om de tijdsduur te beperken dat huishoudens bij storingen zonder water zitten. Variass Electronics en Bosch Thermotechniek zijn producenten die dankzij dit onderzoek de impact van verstoringen in hun toeleverketens beogen te reduceren.

Het onderzoek moet leiden tot nieuwe coördinatie- en beslissingsstructuren die in het ontwerp van supply chains kunnen worden meegenomen. Daarvoor omvat het onderzoek gedragsexperimenten, zowel in laboratorium- als praktijksituaties, die antwoord geven op de vraag hoe omstandigheden zoals de afstand tussen betrokkenen invloed heeft op de beslissingen die bedrijven nemen. De resultaten daarvan worden meegenomen in de ontwikkeling van een trainingstool die door TNO zal worden gebruikt om mensen te trainen in het reageren op verstoringen.

Deelonderzoek: Te veel afstemming veroorzaakt afleiding

Thom de Vries promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen op coördinatieprocessen in complexe organisaties. Een deel van zijn onderzoek spitst zich toe op de samenwerking tussen NS en ProRail bij calamiteiten op het spoor zoals een defecte wissel of een seinstoring. ProRail heeft als taak om dergelijke storingen zo snel mogelijk te verhelpen, terwijl NS de consequenties voor reizigers zoveel mogelijk moet zien te beperken door de planning te wijzigen en eventueel bussen in te zetten. "In Utrecht is hiervoor een command & control center opgericht waarin medewerkers van zowel ProRail als NS bij elkaar zitten. Het idee is dat beslissingsprocessen beter verlopen als de betrokken mensen van deze organisaties fysiek bij elkaar zitten", vertelt De Vries.

De Vries heeft twintig mensen van ProRail en NS geïnterviewd en een week lang de medewerkers in het command & control center geobserveerd. Met behulp van video heeft hij de interactiepatronen nauwgezet in kaart gebracht. "Uit analyse van storingsgegevens blijkt dat de duur van verstoringen door de oprichting van het command & control center met gemiddeld 30 procent is afgenomen. Uit de observaties blijkt echter dat ook weer nieuwe problemen ontstaan als mensen bij elkaar worden gezet. Er ontstaat zoveel onderlinge interactie dat mensen worden afgeleid van hun kerntaak: het oplossen van storingen. NS en ProRail hebben hierop ingespeeld door regisseurs te benoemen die eerst de hoofdmaatregelen bespreken voordat de specialisten van beide partijen met elkaar gaan overleggen", verklaart De Vries, die na zijn promotie deels verder gaat als postdoc-onderzoeker en een bijdrage zal leveren aan het onderzoek naar het versterken van de veerkracht van logistieke ketens. "Daarbij zal ik zeker weer gebruik maken van de resultaten van dit promotieonderzoek."

View this page in: English