Manifest | Kinderrechten in preventie, ondersteuning en zorg

Aletta Jacobs School of Public Health, Johannes Wier Stichting
Hoe ziet de wereld eruit als we het belang van het kind voorop zetten? In elke beslissing die kinderen raakt? Waarbij we ons inspannen om de mening van kinderen zelf te horen? Zonder onderscheid te maken naar status of afkomst?
Wij weten één ding zeker: een maatschappij die goed is voor kinderen, is goed voor iedereen. En toch lukt het niet om de belangen van kinderen werkelijk voorop te stellen. Het VN Comité voor de Rechten van het Kind sprak in de evaluatie van 2022 zorgen uit over de staat van de kinderrechten in Nederland. In de onlangs gepubliceerde Kidsrights Index is Nederland van de vierde naar de twintigste plaats geduikeld. De staat van preventie, ondersteuning en zorg voor kinderen was daarbij zeker een factor.
In dit manifest roepen we op tot actie. Actie om preventie, ondersteuning en zorg voor kinderen in Nederland béter te maken, met vier fundamentele rechten van kinderen als uitgangspunt.
Vier fundamentele rechten
Vier artikelen uit het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) vormen samen de fundamentele rechten van het kind. Het gaat om het belang van het kind (art. 3 IVRK), het recht om gehoord te worden (art. 12 IVRK), het recht op leven, overleven en ontwikkeling (art. 6 IVRK), en het non-discriminatiebeginsel (art. 2 IVRK).
Het belang van het kind
Het belang van het kind staat voorop, als eerste overweging bij alle maatregelen, beleid en wetgeving die kinderen aangaan. Zo staat het omschreven in artikel 3 van het IVRK. Dit recht geldt ook in preventie, in de jeugdhulp, de gezondheidszorg en in het sociaal domein. Wat is bijvoorbeeld het belang van het kind als de jeugdgezondheidszorg een nieuwe methode voor screening kiest? Als de kinderen van een gezin mogelijk uit huis worden geplaatst? Zijn er verschillende behandelingen voor de leukemie van een kind? Gaat de welzijnsorganisatie een buurthuis met jongerenwerk opheffen? In al deze situaties moet het belang van het kind voorop staan, als eerste overweging.
Het VN Comité voor de Rechten van het Kind beveelt krachtig aan dat Nederland ‘procedures voor een Kinderrechtentoets ontwikkelt voor landelijke en lokale beleidsmaatregelen en regelgeving, die relevant zijn voor kinderen.’ Nederland loopt hier fors achter op de internationale ontwikkelingen. Veel landen hebben al een Kinderrechtentoets ingevoerd. Daarmee wegen zij het belang van het kind systematisch mee bij nieuwe maatregelen, beleid en wetgeving. Internationaal zijn hiervoor een aantal Child Rights Impact Assessment Tools (CRIAs) ontwikkeld. Juist het achterblijven in de toepassing van artikel 3 IVRK, het belang van het kind, was een voorname oorzaak van de duikeling in de KidsRights Index.
De Kinderombudsman heeft een Nederlands instrument ontwikkeld voor toetsing van maatregelen over individuele kinderen: Stappenplan Het beste besluit voor het kind. Professionals zijn echter niet verplicht om dit heldere en bruikbare Stappenplan te gebruiken, en mogelijk zijn zij niet allen bekend met het bestaan ervan. Ook strekt het Stappenplan zich niet uit tot beleid en wetgeving.
Wij roepen de landelijke overheid op om een Nederlandse kinderrechtentoets in de volle breedte te ontwikkelen en te implementeren. Kinderen hebben er recht op dat hun belang systematisch als eerste overweging wordt meegewogen in maatregelen, beleid en wetgeving, ook als het gaat om preventie, jeugdzorg, gezondheidszorg en welzijn. Met het Stappenplan van de Kinderombudsman bestaat reeds een kwaliteitsinstrument voor maatregelen rond individuele kinderen. Hoog tijd om het belang van kinderen ook voor beleid en wetgeving het juiste gewicht te geven. Uiteindelijk is dat goed voor iedereen.
Het recht van het kind om gehoord te worden
Wat is het belang van het kind? Om dat vast te stellen moet de stem van kinderen gehoord worden. Kinderen van alle leeftijden hebben visies en voorkeuren. Ze hebben er recht op dat hun visies en voorkeuren serieus genomen worden. Zo staat in artikel 12 van het IVRK het recht op participatie. Er zijn veel methoden om kinderen op een betekenisvolle manier te laten participeren, en in Nederland worden die gelukkig al geregeld gebruikt. Toch zouden we hier vooruitgang kunnen boeken.
Het VN Comité voor de Rechten van het Kind heeft zorgen geuit over het recht op participatie in de Nederlandse situatie. De afgelopen jaren heeft de overheid weinig vooruitgang geboekt op dit punt. Méér beslissingen in Nederland zouden verrijkt kunnen worden als kinderen hun mening konden geven. Bovendien zijn kinderen jonger dan 12 jaar vaak officieel uitgesloten van deelname aan beslissingen, bijvoorbeeld in de zorg en bij echtscheidingsprocedures. Onterecht, vindt het VN Comité. Het is van groot belang dat de mening van alle kinderen wordt gehoord en gerespecteerd, passend bij hun ontwikkeling en vermogens.
Het recht op leven, overleven en ontwikkeling
Misschien wel het meest basale van deze rechten staat omschreven in artikel 6: het recht van het kind op leven, overleven en ontwikkeling. Kinderen hebben het recht zich in de breedst mogelijke zin vrij te ontwikkelen. Mentaal en fysiek, sociaal en emotioneel, moreel en spiritueel. De overheid hoort een veilige omgeving te creëren voor kinderen, met ruimte en begrip voor de verschillende ontwikkelingsfasen die kinderen doorlopen. Het recht op ontwikkeling kan in het verlengde worden gezien van het belang van het kind: beleid en besluiten en andere handelingen die bijdragen aan de ontwikkeling van het kind zijn in het belang van het kind.
Non-discriminatiebeginsel
Een fundamenteel recht van elk kind is het 'non-discriminatiebeginsel', zoals beschreven in artikel 2 van het IVRK. Elk kind heeft het recht om beschermd te worden tegen elke vorm van onrechtmatig onderscheid. De overheid moet alles in het werk stellen om discriminatie en uitsluiting van kinderen te voorkomen. Dit recht strekt zich uit tot de toegang tot zorg. Geen kind mag die toegang onthouden worden. Ook niet als het kind of diens ouder(s) of verzorger(s) tot een minderheid behoort, de Nederlandse taal niet spreekt, asiel aanvraagt, staatloos is of zonder verblijfsvergunning in Nederland verblijft.
Het VN Comité voor de Rechten van het Kind spreekt zijn zorgen uit over de Nederlandse situatie. Niet iedere gemeente heeft een dienst die discriminatie bestrijdt, waar kinderen laagdrempelig terecht kunnen om discriminatie te melden en steun te ontvangen. Het Comité signaleert ook dat kinderen uit achtergestelde groepen disproportioneel worden geraakt door regionale ongelijkheid en in de praktijk zelfs door discriminatie, ook in de Nederlandse jeugdhulp.
Actie is nodig
Wij roepen op tot actie. Kinderen hebben er recht op dat hun belang systematisch als eerste overweging wordt meegewogen, ook in preventie, jeugdzorg, gezondheidszorg en welzijn. Hoog tijd om het belang van kinderen structureel mee te wegen en hun stem te horen, aansluitend bij hun ontwikkeling. Daarbij moet het non-discriminatieprincipe leidend zijn: elk kind doet mee. Uiteindelijk is dat goed voor iedereen.
Concreet stellen wij voor dat de landelijke overheid een Kinderrechtentoets laat ontwikkelen voor alle beleidsontwikkeling en wetgeving die de belangen van kinderen raakt. De Kinderombudsman is in positie om het instrument te ontwikkelen. De overheid kan optreden als opdrachtgever voor de Kinderombudsman, vanuit wet- en regelgeving het gebruik van de nieuwe Kinderrechtentoets verplicht stellen en de voortgang van implementatie en de uitkomsten laten monitoren.
Zinvolle en brede implementatie van kinderrechten in zorg, welzijn en preventie voor kinderen vraagt echter om meer acties door meer partijen. Overheid, bestuurders, professionals en onderzoekers: welke partij kan wat doen?
De overheid:
● heeft in de eerste plaats oog voor kinderen in kwetsbare posities, zoals kinderen zonder verblijfsvergunning, kinderen in het speciaal onderwijs, kinderen met een beperking, kinderen met psychische problemen en kinderen in armoede
● schaft het gebruik van leeftijdsgrenzen voor inspraak en participatie voor kinderen af.
● faciliteert de implementatie van kinderrechten in de dagelijkse praktijk van professionals
● bevordert krachtig de verspreiding van kennis over kinderrechten, bij kinderen zelf en bij iedereen die met kinderen te maken heeft.
Bestuurders in preventie, jeugdzorg, gezondheidszorg en sociaal domein:
● omarmen kinderrechten en de Kinderrechtentoets; ze behandelen kinderen met prioriteit
● geven het goede voorbeeld en betrekken kinderen bij hun besluiten
● faciliteren professionals bij implementatie van procedures en instrumenten met voldoende scholing, tijd en middelen.
Professionals:
● gebruiken al hun expertise en empathie, zodat kinderen hun eigen stem kunnen laten horen
● luisteren naar kinderen, geven de oordelen en voorkeuren van kinderen het juiste gewicht, en betrekken hun ouders bij dit proces
● verspreiden deze inzichten als belangenbehartigers van het kind.
Onderzoekers, interdisciplinair:
● verzamelen en verspreiden betrouwbare kennis over implementatie en effecten van kinderrechten: waar worden ze nageleefd, voor welke kinderen wel en niet, met welke bedoelde en onbedoelde effecten?
● genereren nieuwe kennis door gericht onderzoek, stellen een kennisagenda op
● monitoren en evalueren proces van implementatie Kinderrechtentoets
● adviseren over dataverzameling en databeheer.
Overheid, bestuurders, professionals en onderzoekers: gezamenlijk implementeren we kinderrechten op zo’n manier, dat alle kinderen verzekerd zijn van optimale preventie, ondersteuning en zorg. Dat hun belang voorop staat en dat goed bekend is hoe kinderen dat belang zelf zien. Zonder onderscheid voor afkomst of status, met respect voor hun ontwikkeling.
Het opstellen en implementeren van een Kinderrechtentoets voor beleid en wetgeving is een noodzakelijke eerste stap.
Hoe draagt u bij? Wij gaan graag met u in gesprek over uw rol en mogelijkheden.
[ondertekening]
Bronnen
UN Committee on the Rights of the Child, ‘Concluding Observations on the Combined Fifth and Sixth Periodic Reports of the Kingdom of the Netherlands’, UN Doc. CRC/C/NLD/CO/5-6, 9 March 2022.
UN Committee on the Rights of the Child, ‘General comment No. 14 (2013) on the right of the child to have his or her best interests taken as a primary consideration (art. 3, para. 1)’, UN Doc. CRC/C/GC/14, 13 March 2013.
KidsRights en Erasmus Universiteit, The KidsRights Index 2023, www.kidsrights.org.
Kinderombudsman, Het beste besluit voor het kind. In 4 stappen naar het beste besluit voor het kind. Het Kinderrechtenverdrag als kompas bij besluitvorming. Versie maart 2022. https://www.kinderombudsman.nl/brochure-het-beste-besluit.
Laatst gewijzigd: | 18 oktober 2023 12:22 |