Skip to ContentSkip to Navigation
Centre for Public Health in Economics and Business
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Centre for Public Health in Economics and Business
Header image Blog Centre for Public Health in Economics and Business

Wouter Bos over dure medicijnen: “we moeten de dynamiek van de prijsstelling begrijpen”

Datum:23 mei 2017
Wouter Bos
Wouter Bos

We kennen hem als oud-minister van Financiën in het kabinet Balkenende. Na zijn politieke carrière werd Wouter Bos bestuursvoorzitter van het VU medisch centrum in Amsterdam, een rol waarin hij nu zo’n vier jaar actief is. Op 31 mei is Bos een van de sprekers die stelling gaat nemen in de discussie over dure medicijnen. Drie weken voorafgaand aan zijn spreeksessie spraken we de bestuursvoorzitter over het probleem rondom (te) dure medicijnen en de verantwoordelijkheden van de betrokken partijen in dit ‘dossier’. 

Een financieel zwaargewicht in de zorgwereld
“Anders dan de bestuursvoorzitters van veel andere UMC’s ben ik natuurlijk geen medicus. Mijn primaire verantwoordelijkheden liggen dan ook, naast de algemene voorzittende werkzaamheden, bij alles wat met de financiën van het VUmc te maken heeft. Zo houd ik me bezig met de beoogde fusie met het Academisch Medisch Centrum (AmC) en heb ik regelmatig overleg met de bestuurders van de verschillende verzekeraars in Nederland.” Ook houdt Bos zich – als dossierhouder dure medicijnen binnen de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) – dagelijks bezig met het thema van het voorjaarssymposium. “Een interessant dossier voor een econoom als ik.” En bovendien één waarop hij een duidelijke visie heeft. “Op dit moment stijgen de kosten van geneesmiddelen tien keer harder dan de budgetten. Hoewel we grosso modo nog steeds in staat zijn om mensen de medicijnen te geven waarvan de behandelend arts zegt dat ze medisch gezien zinnig zijn, komt het moment dat dit niet meer gaat lukken dichterbij. We moeten op zoek naar een oplossing.”

Groeiend probleem
“In de meeste gevallen lukt het om de juiste medicijnen bij de juiste patiënten te krijgen. Af en toe zien we een arts in de media verschijnen die een bepaald medicijn niet kan voorschrijven. Ook intern bij het VUmc kampen we wel eens met de problematiek dat we een medicijn niet kunnen bekostigen – en proberen we daar een oplossing voor te vinden. Maar hoe hoger de prijs van medicijnen, hoe moeilijker het wordt. Je kunt op een gegeven moment simpelweg niet meer voldoen aan de budgettaire randvoorwaarden. We naderen dat punt met rasse schreden.”

Op de vraag wanneer een medicijn té duur is, antwoordt de bestuursvoorzitter: “Een medicijn is in mijn ogen te duur als de toegevoegde waarde niet genoeg is. Waar het kantelpunt ligt, daarover kun je van mening verschillen. Een medicijn bestaat uit twee onderdelen; een kostprijs en een winstmarge. Mijns inziens kunnen beiden fors omlaag, maar moeten we voornamelijk kijken naar de winstmarges. Ik vind dat de farmaceutische industrie haar verantwoordelijkheid moet nemen. Het is een ondoorzichtige wereld. Daar profiteert de farmaceut van. Ik zou farmaceutische bedrijven willen oproepen eerlijker en transparanter te zijn over hun belangen; over wat ze wel en niet kunnen. Daarbij zullen we ze moeten helpen. De eerste stap is dat we met elkaar erkennen dat het lastig is om de prijs omlaag te brengen.”

Winstplafond
In de media kwam onlangs naar voren dat dhr. Bos opteerde voor een winstplafond voor farmaceutische bedrijven. “Dat ligt genuanceerder dan in de media is beschreven. Ik heb niet gepleit voor een winstplafond en ik heb daar ook helemaal geen plan voor. Wat ik wel belangrijk vind in het bespreken van een mogelijke oplossing voor deze problematiek, is dat we beter begrijpen wat de dynamiek van de prijsvorming is. Pas als we die dynamiek kennen, kunnen we naar een oplossing toewerken. Als je ziet hoe groot de winsten zijn van de farmaceutische bedrijven en hoe veeleisend de aandeelhouders van deze (voornamelijk Amerikaanse) organisaties zijn, dan begrijp je ook iets beter wat wel en niet werkt.  Veel farmaceutische bedrijven gebruiken zaken als Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen als cosmetisch geklets. Een voorbeeld daarvan is de bewering van farmaceuten dat ze bereid zijn om medicijnen die niet werkzaam zijn terug te betalen – dat ze de pricing van een medicijn laten afhangen van de effectiviteit. Maar zij moeten jaar na jaar aan hun aandeelhouders beloven dat ze 30% winst behalen. Dan ga je, ter compensatie van dat verlies, andere medicijnen duurder maken en levert zo’n belofte per saldo onder aan de streep niet zoveel op. Het is niet een echte oplossing voor het probleem.”

Voorjaarssymposium
Over zijn verwachting van het Voorjaarssymposium is Bos duidelijk. “Hoewel ik goede bijdragen vanuit verschillende perspectieven verwacht, denk ik niet dat we het probleem in Groningen gaan oplossen. Ik hoop dat de kant van de patiëntenvereniging en de artsen goed wordt belicht en dat zij een stevige positie durven in te nemen. Artsen en ziekenhuizen hebben nu nog te veel financiële banden met de industrie en dat beperkt ze. Ik zou het een positieve ontwikkeling vinden als ze stelling durven te nemen en durven te zeggen dat farmaceuten de medicijnen veel te duur maken.”

Wel vindt Bos dat het een probleem is dat we met alle betrokken partijen moeten bespreken. Betekent dat dat we een mix van instrumenten moeten inzetten om het probleem te lijf te gaan? “Ja, er zijn verschillende mogelijkheden aan te dragen. Overheden kunnen octrooien en patentrecht in het leven roepen, artsen en patiënten kunnen zich verenigen en er moet voldoende ruimte zijn om te experimenteren met medicijnen. Wat ik het belangrijkste vind, is dat we eerst met elkaar bepalen waar we nu staan en hoe de dynamiek van de prijsvorming is. Dat zou al een hele stap voorwaarts zijn.”

Volg ons optwitter linkedin