Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek Biografie Instituut

Willem Arondéus (1894-1943)

Willem Arondéus
Willem Arondéus

De beeldend kunstenaar en schrijver Willem Arondéus gaf leiding aan de verzetsgroep die op 27 maart 1943 een aanslag pleegde op het Amsterdamse bevolkingsregister. De overval slaagde, maar voor de deelnemers liep het slecht af. Arondéus werd als eerste gearresteerd en samen met elf medestanders op 1 juli 1943 in de duinen van Overveen gefusilleerd.

Arondéus was kort na het uitbreken van de oorlog in verzet gekomen. Aanvankelijk als eenling. In zijn illegale Brandarisbrief riep hij zijn kunstbroeders op niet te tekenen voor de Nederlandsche Kultuurkamer en hekelde de profijttrekkers en meelopers die dat wel hadden gedaan. In 1942 sloot hij zich aan bij het kunstenaarsverzet en de Persoonsbewijzencentrale van Gerrit van der Veen. Arondéus vervalste persoonsbewijzen en zorgde ervoor dat de vervalsingen hun bestemming vonden. Zijn Brandarisbrief zette hij voort in het verzetsblad De Vrije Kunstenaar.        

Binnen het kunstenaarsverzet ontstond het plan om het bevolkingsregister van Amsterdam in brand te steken. Het was gebleken dat de vervalsingen door de Duitsers steekproefsgewijs werden vergeleken met de gegevens op de persoonskaarten in het register. Deze kaarten moesten worden vernietigd. Zo konden Joden en mannen die in aanmerking kwamen voor de Arbeitseinsatz in de registratie worden verdonkeremaand. De aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister vormde een belangrijke stimulans voor de illegaliteit – er volgden in meer steden brandstichtingen. Hij wordt in Amsterdam nog elk jaar herdacht.

De biografie zoekt onder meer antwoord op de vraag waarom Arondéus tot zijn verzetsdaden is gekomen. Als jongste in een kinderrijk Amsterdams middenstandsgezin waarin geld verdienen tot de hoofddeugden werd gerekend, viel Arondéus buiten de boot. Hij koos voor de kunst en niet voor de handel. Hierdoor aangespoord door zijn tekenleraar op school, maar tegen de zin van zijn vader, volgde Arondéus een opleiding tot decoratief schilder aan de Kunstnijverheidsschool Quellinus in Amsterdam. Het was zijn vroegste daad van verzet die werd verhevigd toen hij, al jong bewust van zijn homoseksualiteit, voor die gevoelens uitkwam. Zijn vader zette hem het huis uit.

Als beeldend kunstenaar leidde Arondéus een bestaan van vallen en opstaan. Na zijn kennismaking met Richard Roland Holst, die zich over de jongen zou ontfermen, ontwikkelde Arondéus zich tot monumentaal-decoratief kunstenaar. Hoewel Roland Holst hem aan enkele grote opdrachten zou helpen – hij was als gezaghebbend kunstenaar in talloze commissies vertegenwoordigd – won Arondéus’ weerzin tegen de bemoeienissen van zijn mentor het van zijn roeping als kunstenaar. Hij zette een streep onder zijn schilderscarrière, verbrak alle banden met Roland Holst en keerde hij zich in geschrifte af van de monumentale schilderkunst.

In de decennia na de oorlog stond Arondéus lange tijd in de schaduw van Gerrit van der Veen. Diens verzetsdaden werden breeduit geëerd, evenals zijn aandeel in de aanslag op het bevolkingsregister, waarin hij als luitenant de ondergeschikte was van kapitein Arondéus. De rollen waren omgedraaid. Binnen de homogemeenschap wordt Arondéus beschouwd als een icoon van het vaderlandse verzet. Zo zou Arondéus postuum het Verzetskruis zijn onthouden, omdat hij homoseksueel was. Dat zou anders een smet hebben geworpen op het blanke blazoen van het verzet. Zijn homoseksuele aanleg zou zelfs een belangrijke drijfveer zijn geweest voor zijn verzetsactiviteiten. Hij had willen laten zien dat homoseksuelen niet minder moedig zijn dan wie ook. Zijn dood door een Duits vuurpeloton was voor hem een symbolisch offer geweest, in de hoop dat na de oorlog homoseksualiteit niet langer veracht maar geaccepteerd zou worden.

De bestaande levensbeschrijvingen van Arondéus richten zich zonder uitzondering op de vooropgestelde bevestiging dat zijn homoseksualiteit hem heeft gemotiveerd deel te nemen aan het kunstenaarsverzet en dat hij dit ook heeft willen uitdragen. Zonder zijn seksuele geaardheid in twijfel te trekken, zal de reputatie die zich in de loop der jaren van Arondéus als verzetsstrijder heeft gevormd, in de biografie worden gerelativeerd. De Brits-Amerikaanse biograaf Nigel Hamilton heeft in zijn gezaghebbende artikel ‘Biography as corrective’ uitgelegd hoe een reputatie door een biografie kan worden gewijzigd. Dat houdt in: dat leven opnieuw te overdenken, opnieuw te verkennen en waar nodig correcties aan te brengen ‘op de manier waarop wij in de huidige tijd aankijken tegen bepaalde historische figuren’. Dat betreft niet alleen over de persoon als persoonlijkheid, maar ook de historische context en ‘het belang van het onderwerp om het verleden en zelfs het heden beter te begrijpen’. Door het gebruik van niet eerder geraadpleegde bronnen, persoonlijke aantekeningen en andere egodocumenten wordt het bestaande beeld van Arondéus ontdaan van zijn ‘mythische proporties’ en zijn moedig optreden in het verzet ‘losgemaakt’ van de vermeende homoseksuele drijfveren die hem tot zijn daden zouden hebben aangezet.

Dit onderzoek draagt bij aan de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog en het thema homoseksualiteit in relatie tot de geschiedenis van de bezetting en het verzet in Nederland. Tevens wordt in dit onderzoek de summiere bestaande kennis over de beeldend kunstenaar, het schrijverschap van Willem Arondéus en zijn Nachleben fors uitgebreid. Arondéus’ belangrijkste verzetsdaad, de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister, wordt opnieuw gereconstrueerd, grotendeels aan de hand van niet eerder onderzocht materiaal. Op deze manier wordt het deelnemersperspectief van Willem Arondéus aan een belangrijke gebeurtenis tijdens de Tweede Wereldoorlog waar al zo veel over is geschreven, getoetst aan het tot nu toe vertelde verhaal.

Dit promotieonderzoek wordt begeleid door prof.dr. J.W. (Hans) Renders en prof. dr. D.F.J. (Doeko) Bosscher.

Marco Entrop is neerlandicus en freelance publicist en onderzoeker. Hij is medeoprichter en redacteur van het literair-historische tijdschrift De Parelduiker en schrijft over kunst-, literair- en theater-historische onderwerpen. In 1993 publiceerde hij Onbekwaam in het compromis, een biografische schets van de kunstenaar en verzetsstrijder Willem Arondéus. Werkte mee aan Willem & Frieda (2023), een documentaire van Channel 4 over Willem Arondéus en Frida Belinfante.

e-mail: marco.entrop gmail.com

Laatst gewijzigd:07 april 2024 20:33
View this page in: English