Skip to ContentSkip to Navigation
UniversiteitsmuseumOnderdeel van Rijksuniversiteit Groningen
Universiteitsmuseum
museum Collecties Collectieverhalen

Donderkerkje

Het zag er spectaculair uit op de demonstratiebijeenkomsten die Jacob Uilkens organiseerde als hoogleraar landhuishoudkunde. Onder het toeziend oog van boeren en dorpelingen uit het Groningse Marnegebied plaatste hij een klein bakje buskruit in dit houten ‘donderkerkje’. Net erboven hing een koperen draad vanuit het torentje.

Vervolgens wekte Uilkens via een draagbaar elektriseermachientje een kunstmatige bliksemflits op die de messing knop van de toren raakte. En dan… Boem! De vonk bracht het buskruit tot ontploffing. De scharnierende zijkanten vlogen naar buiten en het kerkje stortte in.

Hierna herhaalde Uilkens zijn proef, maar nu verbond hij de knop op de torenspits via de koperdraad met de grond. En voilá… het kerkje bleef staan, wanneer het door de ‘bliksem’ werd getroffen.

Deze demonstraties, die vooral na 1815 plaats vonden, moesten de toeschouwers overtuigen van het nut van een bliksemafleider. Het principe was in 1752 ontdekt door Benjamin Franklin, maar pas in het begin van de negentiende eeuw werd in Nederland het eerste exemplaar op een gebouw geplaatst. In 1837 kreeg ook de Martinitoren er een.

Uilkens en zijn collega-hoogleraar Theodorus van Swinderen wilden ook gewone burgers op de hoogte brengen van deze ontwikkelingen. De demonstraties met het donderkerkje hoorden daarbij. En ze hadden succes. Zelf stelde Uilkens tevreden vast dat ‘afleiders in deze provincie voorzeker meer, dan in eenig ander land aan boerenschuren en molens zijn aangebracht’.
Laatst gewijzigd:13 augustus 2021 15:34
View this page in: English