Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderzoek

Interview: Tweedeling? Pak ongelijkheid aan!

Staan Nederlanders vaker lijnrecht tegenover elkaar? Of is de angst voor tweedeling vooral gebaseerd op gevoel? ,,We moeten alert zijn.” vinden sociale wetenschappers Andreas Flache en Tom Postmes.

Door Maaike Borst, Dagblad van het Noorden

Tom Postmes
Tom Postmes

Als hoogleraar sociale psychologie Tom Postmes aan het begin van deze eeuw in een volle collegezaal vroeg wie er wel eens de straat op was gegaan om te demonstreren, staken een stuk of vier de hand op. „En dat waren altijd de Duitse studenten.”

Stelt hij nu dezelfde vraag dan blijkt minstens de helft wel eens te demonstreren. ,,Dat is een enorme verandering. We zitten middenin een protestgolf, er is veel maatschappelijk ongenoegen. Dan ga je je afvragen: wat is er aan de hand? Waarom doen we zo raar?”

Radicaler

Uit het onderzoek Burgerperspectieven van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat driekwart van de bevolking het gevoel heeft dat Nederland de laatste jaren meer gepolariseerd raakt, schetst hoogleraar sociologie Andreas Flache.

,,Het idee is dat iedereen steeds meer de uitersten opzoekt, radicaler wordt, dat de samenleving uit elkaar valt. Het gekke is dat uit datzelfde onderzoek blijkt dat onze meningen over maatschappelijke kwesties helemaal niet extremer zijn geworden.’’

De term polarisatie valt de laatste jaren vaak. Zeker sinds de coronacrisis, waarin een scherpe tweedeling ontstond tussen gevaccineerde en niet-gevaccineerde mensen. Tussen groepen die elkaar schapen en wappies noemden. De angst neemt toe dat de kloof tussen de verschillende belevingswerelden onoverbrugbaar wordt.

Andreas Flache
Andreas Flache

Een soort walging

Postmes: ,,Je ziet een tendens, die in de Verenigde Staten nog veel sterker is, waarbij het niet meer gaat om de standpunten maar waarbij groepen echt een hekel aan elkaar krijgen. Als groepen met verschillende meningen met elkaar in gesprek gaan, zie je doorgaans dat ze naar elkaar toe bewegen. Maar bij wat wij noemen ‘affectieve polarisatie’ zie je een soort walging die voorbijgaat aan argumenten. Dat is een opmaat naar vijandigheden. Oorlogstaal.’’

Ook Flache noemt de kloof tussen Republikeinen en Democraten in de VS als voorbeeld. Hoe een Republikein geen enkele Democraat meer ziet als intelligent of betrouwbaar en vice versa. ,,We zien dat in Nederland ook een beetje. Bijvoorbeeld bij aanhangers van Forum voor Democratie en aanhangers van GroenLinks. Die hebben heel koude gevoelens ten opzichte van elkaar.’’

Voordeel van Nederland is dat het politieke bestel veel meer gefragmenteerd is dan het tweepartijenstelsel in de VS, waardoor die tweedeling niet door de hele samenleving loopt. De middengroep is groot.

Toch is er wel wat aan de hand. Het grootste probleem dat polarisatie versterkt is de groeiende ongelijkheid in Nederland, denken de wetenschappers. ,,Daarover moeten we ons wel achter de oren krabben’’, zegt Postmes. ,,De grootste kloof lijkt te zitten in opleiding. Tussen de praktisch en de theoretisch geschoolden. Er is segregatie in scholen, wijken, politiek.’’

Het wij-zijgevoel

Flache: ,,Er zijn grote verschillen in inkomen, vermogen, opleiding, buurten. Ondertussen heeft de overheid zich de afgelopen decennia teruggetrokken, en hebben we sociale media. Het versterkt een wij-zijgevoel. Zij, de hoger opgeleide elite die zichtbaar is in de media, en wij, gewone mensen naar wie niemand omkijkt.’’

Wat Flache ziet in de analyses die hij en zijn onderzoekgroep maken van sociale netwerken en processen van sociale beïnvloeding binnen die netwerken, is dat onder bepaalde omstandigheden heel normaal menselijk gedrag polarisatie al kan versterken.

,,We gaan graag om met mensen die op elkaar lijken, we horen liever dingen die onze mening bevestigen, we geloven in zaken die ons goed uitkomen. Zo zitten we gewoon in elkaar. Maar als groepen in de maatschappij in hun eigen bubbel leven, er geen tegengeluid is, kan die neiging de eigen standpunten versterken en radicaliseren.”

Polarisatie gaat niet per se over twee kampen die tegenover elkaar staan, zoals wel vaak het beeld is. Postmes: ,,Oorspronkelijk wordt met polarisatie de radicalisering van één groep bedoeld.’’ Hij laat een foto zien van oud-CDA-politicus Maxime Verhagen die in een oranje hesje namens Bouwend Nederland het Malieveld toespreekt. ,,Zelfs dit soort mensen vindt dat het helemaal de verkeerde kant op gaat met Nederland.”

Polarisatie

Achteruitgangsangst

Protest heeft een maatschappelijke functie. We leven in een tijd waarin de overvloed voorbij is en keuzes gemaakt moeten worden. ,,Natuurlijk staan dan de belangenbehartigers op. Die heb je nodig.” Wat Postmes wel opvalt is dat de stemming onder de demonstranten pessimistisch is. ,,In de protestgolf in de jaren 60 had je een sterk vooruitgangsgeloof: wij kunnen het beter maken. Nu lijkt er vooral sprake van achteruitgangs-angst.’’

Polarisatie is in Nederland niet zo sterk als in de Verenigde Staten, onze samenleving is niet verdeeld in twee kampen, onze sociale zekerheid is nog altijd goed en belangenbehartiging is nodig in een tijd van verandering. Toch maakt Andreas Flache zich soms wel zorgen.

,,Je kunt lang denken: het hoort erbij, scherpe meningen zijn goed voor het debat. Maar dat wij-zijdenken ligt op de loer. We weten uit onderzoek en uit de geschiedenis dat het heel snel kan kantelen. We moeten alert zijn.”

De vader van Flache was een Sudeten-Duitser. Van hem kent hij de verhalen over hoe de Tsjechen en de Duitsers tegenover elkaar kwamen te staan en de Duitsers na de Tweede Wereldoorlog werden verdreven uit Sudetenland, het overwegend Duitstalige gebied binnen de Tsjechische landsgrenzen. Die familiegeschiedenis is een van de redenen dat hij onderzoek doet naar polarisatie en sociale processen.

En al ligt ook de wetenschap zelf in het gepolariseerde debat geregeld onder vuur, Flache houdt vertrouwen dat uiteindelijk objectieve informatie – naast de bestrijding van ongelijkheid – kan helpen om geradicaliseerde standpunten te ontkrachten. ,,Dat is het enige dat we hebben als wetenschappers.”

  • Tom Postmes is hoogleraar Sociale Psychologie en onderzoekt menselijk gedrag in virtuele groepen en gemeenschappen, in grote mensenmassa's, maar ook in organisaties en "gewone" teams.
  • Andreas Flache is hoogleraar sociologie. Expertise op het gebied van sociale integratie, samenwerking, sociale netwerken, agent-based modelleren, sociale complexiteit.
Laatst gewijzigd:23 november 2022 14:08
View this page in: English