Taal verraadt intenties
Gezaghebbende wereldleiders, internationale organisaties, landen, bedrijven, provincies, gemeenten… vrijwel overal spreekt men zich uit over het belang van biodiversiteit en maatregelen tegen klimaatverandering. Maar er worden amper stappen gezet. Ecolinguïst Matt Drury weet waarom. ‘Als je kijkt naar woordkeus en zinsbouw zie je een diep verankerde weerstand.’ Lichtpuntje: ‘Maar dat is men zich niet bewust.’
Nog niet.
Tekst: Helma Erkelens / Foto's: Reyer Boxem
Bijna alles wat we weten en geloven, komt tot ons via taal. Via taal proberen we de wereld te begrijpen en creëren we werkelijkheid. ‘We vormen ideeën door middel van taal. We handelen volgens die ideeën en dat heeft weer effect op onze taal’, stelt Drury. Het gaat erom welke woorden en welke zinsbouw je gebruikt. Daarmee kun je verbondenheid met het onderwerp voeden – of niet. Hoe taal en sociale context elkaar beïnvloeden; dat is de essentie van de sociolinguïstiek. De ecolinguïstiek voegt hier de ecologische context aan toe: de relatie tussen taal en het wel of niet oplossen van ecologische problemen.

Duurzaamheidsambities onder de loep
Vanuit een ecolinguïstisch perspectief onderzocht Drury teksten over duurzaamheidsambities van de Verenigde Naties en de Rijksuniversiteit Groningen, en van het landbouwbeleid van China en de Europese Unie. Zijn belangrijkste conclusie: veel mooie woorden, maar de gebezigde taal laat overweldigend zien dat mensen, organisaties of landen met gevestigde belangen eigenlijk geen stappen willen zetten. Of alleen hele kleine. Of dat ze de verandering niet haalbaar, niet realistisch vinden. ‘Dit zie je overal, van lokaal tot en met internationaal en op alle niveaus, ongeacht taal en cultuur van de sprekers en auteurs.’
Waar zie je dat aan?
‘De teksten zijn gesteld in een onpersoonlijke en passieve vorm. Dat herken je aan het veelvuldig gebruik van lijdende zinnen, zoals ‘het wordt’, ‘het gebeurt’. Maar ook door van werkwoorden zelfstandige naamwoorden te maken, zoals ‘ontbossing’, ‘vergroening’ in plaats van ontbossen en vergroenen. Het effect hiervan is dat jij je niet voelt aangesproken. Jij hoeft je niet verantwoordelijk te voelen. Niemand voelt zich dan verantwoordelijk. Met zo’n manier van communiceren houd je het verdwijnen van soorten en de klimaatverandering niet tegen.’
Op elke boerderij is minstens 3% van het bouwland bestemd voor biodiversiteit en niet-productieve elementen
Alles draait om de economie…
‘Die wereldwijde weerstand vloeit voort uit ons denken vanuit de economie. In vrijwel alle speeches en documenten die ik onderzocht zie je dat het in onze wereld in de eerste plaats om geld gaat. Iedereen wil meer-meer-meer. We werken tegen elkaar en niet met elkaar, want we zien concurrentie als essentieel voor groei. We moeten zoveel mogelijk consumeren, anders krijgen we een recessie. Machthebbers hebben er alle belang bij om dit zo te houden. Verandering bedreigt hun positie, we zouden eens in opstand kunnen komen!'
…en om de mens
Binnen die dominantie van de economie draait alles om de mens. De bronnen die Drury bestudeerde laten zien dat we vinden dat de natuur iets is wat we kunnen gebruiken. ‘Alles draait om productiviteit, maar de natuur volgt haar eigen wetten. Het feit dat de natuur als ‘niet-productief’ wordt gezien, is framing vanuit antropocentrisch perspectief. Het laat heel wat buiten beschouwing.’
Hij laat het zien aan de hand van de landbouwpolitiek in China en de EU. Hoe deze politieke systemen ook verschillen: voedselzekerheid staat bij beide voorop, maar met minder chemicaliën. ‘Dat is op zich een goede zaak, maar slechts een klein stapje. Voor een echt duurzaam landbouwbeleid is het nodig om in te zetten om meer diversiteit van planten en dieren in en om de boerderijen. Daarover heeft men het niet. Het gevolg van dit alles is dat we nog steeds natuurlijke hulpbronnen uitputten. De prijs van vervuiling en de kosten leggen we daar waar wij er geen last van hebben, zo denken we toch bij te dragen aan de natuur. Alleen dichtbij huis.’

De wereld bewust maken
De weerstand tegen échte duurzaamheid is grotendeels onbewust, stelt Drury. ‘Het antropocentrisch en economisch denken is zo diep verankerd dat het moeilijk is om je te realiseren dat dit slechts 1 manier is om naar de wereld te kijken.’ Ook voor doorgewinterde spindoctors en communicatieadviseurs, weet Drury. Terwijl de sturende kracht van woorden toch bij uitstek hun vakgebied is. Onlangs sprak hij op een bijeenkomst met wetenschappers en beleidsmakers van de Verenigde Naties over kritisch taalbewustzijn. ‘Dat opende ogen.’ Hij werkt aan een vervolg.
Teksten testen
Taal kan wel degelijk helpen om mensen een gevoel van verantwoordelijkheid te geven en tot actie te bewegen, toont Drury aan in zijn onderzoek. Hij legde aan 332 native speakers en Nederlandse studenten een Engelse tekst voor over het vernietigen van de natuurlijke omgeving. Daarnaast gaf hij ze een tekst met dezelfde inhoud maar herschreven op basis van ecolinguïstiek. Dus zoveel mogelijk ontdaan van onpersoonlijke taal en lijdende zinnen, en benoemen wie en wat verantwoordelijk is. In een vragenlijst gaven de proefpersonen aan welke tekst het meest duidelijk maakt dat mensen verantwoordelijk zijn en jij als individu een verantwoordelijkheid hebt.
Biodiversiteitsverlies Vele dier- en plantensoorten sterven uit, maar waarom, wie doet hen dat aan?
De ecolinguïstische tekst scoorde overweldigend hoog. Bovendien gaf deze tekst de deelnemers het gevoel van betrokkenheid bij de problematiek en dat ze er zelf wat aan kunnen doen. Drury: ‘Dit laat zien dat je met taal het gevoel kunt aanwakkeren dat iemand verantwoordelijk is voor zijn omgeving, voor biodiversiteit, voor het klimaat, voor de planeet.’
Hoe verder?
Drury: ‘We moeten zorgen dat er volop ruimte komt voor alternatieve verhalen waarin mens, dier, plant en planeet gelijkwaardig zijn en onderling verbonden.’ Hij stelt een nieuwe definitie van duurzaamheidsbeleid voor: bij alles wat we doen moet de positieve impact op mens, dier, natuur, milieu en planeet centraal staan.’ Voor hem kan het duurzaamheidsmodel People Planet Profit de prullenbak in. ‘Daarin draait alles om mens en economie.’
Én hij wil doorgaan met het geven van workshops aan politici, beleidsmakers en anderen die de touwtjes in handen hebben. Om te beginnen aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Matt Drury schreef zijn proefschrift ‘In the name of sustainability’ bij de Faculteit der Letteren op eigen initiatief, uit interesse en ook uit idealisme. In zijn dagelijks leven is hij docent aan de graduate school bij Science & Engineering van de RUG. Hij adviseert en ondersteunt PhD-studenten en onderzoekers bij het schrijven van wetenschappelijke artikelen, proefschriften en subsidieaanvragen. ‘Ik studeerde biologie en ecologie in de UK en deed een master in duurzaamheids-wetenschappen en een master toegepaste taalwetenschap. Zo raakte ik geïnteresseerd in ecolinguïstiek.’ Op het onderzoek voor zijn proefschrift komt binnenkort een vervolg. Drury gaat bij Letteren onderzoek doen naar kritisch taalbewustzijn in het bedrijfsleven.
Zie je jezelf als klimaatactivist? 'Niet in de zin van snelwegen blokkeren, maar ik vind het wél belangrijk dat we hier het gesprek over voeren, en dat we ons realiseren dat we via taal de mogelijkheid hebben om de wereld te veranderen. Als dat activistisch is, dan ben ik een activist.’
Meer nieuws
-
18 november 2025
Een wifebeater? Hoe taal schadelijke ideeën versterkt
-
03 november 2025
Menopauze in perspectief: Hoe de media onze beleving beïnvloeden
-
23 oktober 2025
Negen wetenschappers van de RUG ontvangen Vidi-beurs
