Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Medische Wetenschappen
University Medical Center Groningen

Degenerative full thickness rotator cuff tears

Towards optimal management
Promotie:Dhr. F.O. (Okke) Lambers Heerspink
Wanneer:07 december 2016
Aanvang:14:30
Promotor:prof. dr. R.L. (Ron) Diercks
Copromotors:dr. I. (Inge) van den Akker-Scheek, dr. J.J.A.M. van Raay
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Degenerative full thickness rotator cuff tears

Gescheurde schouderpees hoeft lang niet altijd geopereerd te worden

Is het beter een gescheurde schouderpees te opereren of om deze te behandelen met fysiotherapie en pijnstillers? Die vraag, waarvoor nog weinig wetenschappelijk bewijs was, stond centraal in een onderzoek uitgevoerd door orthopedisch chirurg Okke Lambers Heerspink. Hij concludeert dat er weinig verschil blijkt te zijn tussen beide behandelingen, en dat opereren met 73% bovendien een veel hogere kans op een nieuwe scheur geeft. Dat laatste geldt vooral voor patiënten op hogere leeftijd, patiënten met een grotere scheuromvang of patiënten bij wie meerdere pezen zijn aangedaan. Hij pleit er daarom voor om minder vaak te opereren.

Lambers Heerspink legt uit dat de schouder een van de meest complexe gewrichten is van het menselijk lichaam. Het schoudergewricht moet niet alleen ruim kunnen bewegen, het moet ook stabiel zijn. De rotator cuff heeft hierin een belangrijke functie. Bij oudere patiënten komen vaak ‘degeneratieve cuff-rupturen’ voor. Zulke scheuren ontstaan door een slijtageproces. Gescheurde schouderpezen kunnen goed behandeld worden, zowel met een combinatie van fysiotherapie en pijnstilling (conservatieve behandeling) als door middel van een als operatieve behandeling, maar het is onduidelijk hoe beide methoden zich tot elkaar verhouden en wanneer niet-opereren de voorkeur verdient boven wel opereren.

Voor zijn onderzoek vroeg Lambers Heerspink 56 patiënten om een vragenlijst in te vullen een jaar na de start van de behandeling, en bekeek hij MRI-beelden. Uit deze gegevens blijkt geen significant verschil te bestaan tussen beide behandelingen. Na een jaar conservatieve behandeling vond de promovendus geen toename in scheurgrootte of andere degeneratieve veranderingen die een eventuele operatie negatief beïnvloeden. Die bevinding laat zien dat anders dan gedacht cuff rupturen niet zo snel mogelijk geopereerd hoeven te worden. De beste scores trof Lambers Heerspink aan in de patiëntengroep met een intacte rotator cuff na operatieve behandeling. Maar bij een aanzienlijk deel van deze geopereerde patiënten werd een nieuwe ruptuur geconstateerd.

Samenvattend pleit Lambers Heerspink ervoor om met conservatieve behandeling te beginnen, voordat een operatie overwogen wordt. Opereren kan wel bij patiënten die specifieke kracht moeten kunnen uitoefenen, en bij jongere patiënten, en beter niet bij patiënten op hoge leeftijd of met een gecompliceerde schouderpeesscheur. Bij niet opereren is het wel van belang dat patiënten met een toename van klachten zich melden bij de orthopedisch chirurg. Een toename van klachten kan wijzen op een toename in scheurgrootte.

Okke Lambers Heerspink (1982) studeerde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij was tijdens zijn promotieonderzoek verbonden aan onderzoeksinstituut SHARE, onderzoeksprogramma Public Health Research, van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Lambers Heerspink is orthopedisch chirurg bij het VieCuri Medisch Centrum in Venlo.