Skip to ContentSkip to Navigation
Maatschappij/bedrijven Kennis en leren Spraakmakende boeken

Reis naar het einde van de nacht - Dr. Els Jongeneel

Van de lezing wordt een opname gemaakt. Deze zal ongeveer een week na de lezing op de site van Spraakmakende Boeken worden geplaatst.

Spreker Dr. Els Jongeneel
Datum, tijd en locatie 4 april 2024; 19.45 uur; Offerhauszaal, Academiegebouw (Broerstraat 5, Groningen)
x

Voyage au bout de la nuit (1932 – Reis naar het einde van de nacht), het romandebuut van Louis-Ferdinand Céline (1894 -1961), was de spraakmakendste en tevens schokkendste roman in het vooroorlogse Frankrijk van de jaren ‘30. En momenteel, bijna een eeuw later, houdt deze ‘vulkanische uitbarsting’ nog steeds de gemoederen bezig. De ontdekking in 2021 van een viertal onuitgegeven manuscripten van Céline, samen ca. 5000 bladzijden en daterend van medio en eind jaren ’30, was de directe aanleiding tot discussies en oplaaiend enthousiasme in Frankrijk en daarbuiten, onder andere over Célines debuut, nationaal en internationaal zijn bekendste werk. Het gegeven dat deze roman over het menselijk tekort nog altijd niet aan actualiteit heeft ingeboet, droeg tevens bij aan deze hernieuwde belangstelling, ook in Nederland. Eveneens komt opnieuw het antisemitisme van Céline ter sprake. Naast Proust behoort Céline tot de top van de 20e-eeuwse wereldliteratuur, maar wegens zijn racistische opvattingen waaraan hij na 1936 uiting aan geeft plaatst hij zichzelf in de bedenkelijke stoet van controversiële literaire auteurs.

De actualiteit van Reis naar het einde van de nacht zal het kernpunt vormen van deze lezing. Reis, ontstaan in een gitzwarte periode van de Franse geschiedenis – naweeën van de Eerste Wereldoorlog, toenemende dreiging van een aanstaande tweede oorlog, economische malaise en politieke machteloosheid en verdeeldheid tot op het bot – vertolkt het diepgaande pessimisme en nihilisme van een auteur die zelf een ‘bardamu’ is geweest en de gevolgen daarvan in lichaam en geest meedraagt. Oorlog (Bardamu: ‘het internationale slachthuis van de waanzin’), kolonialisme, de industrialisatie van de westerse samenleving en haar gevolgen voor mens en milieu, de voortgaande verpaupering van de buitenwijken en randgemeenten van de grote steden, de medische zorg voor het arme deel van de bevolking, de onoplosbare tegenstelling tussen arm en rijk, het zijn onderwerpen die ons helaas nog steeds bezet houden. En hoeveel temeer het uitgangspunt van de roman: de dood die mens en natuur bedreigt, en waarvoor eenieder die er tegen vecht moet capituleren, want, in de woorden van Bardamu, ‘de waarheid van deze wereld, dat is de dood’ en de mensen zijn erop uit ‘zichzelf en de ander te doden’.

Is er dan geen enkel lichtpuntje in deze stikdonkere nacht van de wereld waar we allemaal doorheen reizen? Céline verwerkt er drie in zijn roman: de liefde (hoewel die ten slotte ook een surrogaat blijkt), de lach en de taal. Het was en is vooral het populaire en soms grove taalgebruik dat in hoge mate bijdroeg en bijdraagt aan het spraakmakende schandaal van Reis naar het einde van de nacht.

Laatst gewijzigd:29 april 2024 12:49