Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Iets goeds voor het landschap doen

23 januari 2024
foto Theo Spek
Theo Spek

Hoogleraar Landschapsgeschiedenis Theo Spek verdiept zich in de verhalen die
schuilgaan achter Nederlandse en Europese landschappen. Zijn expertise – en die van zijn collega’s en studenten – is gewild. ‘Ons soort kennis is ontzettend nuttig voor allerlei kwesties die nu spelen.

Door Lieke van den Krommenacker / Foto's Henk Veenstra

Hij is de enige hoogleraar Landschapsgeschiedenis in Nederland: Theo Spek. Hij werkt in Groningen aan de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen, woont in het Nationaal Park Drentsche Aa en ‘leest’ landschappen in heel Europa. Vraag hem wat dat precies inhoudt en hij steekt van wal zonder pauze en met een enthousiasme waar je onmogelijk niet in mee kan gaan. Behalve zijn familie dan. ‘Die willen niet de hele tijd eindeloze verhalen horen over dat landschap,’ zegt hij, met een grote lach. ‘Ik vind dat ook wel heel gezond, hoor.’

De Go-to deskundige

Die ‘eindeloze verhalen’ over het landschap maakten Spek tot wie hij nu is: de go-to deskundige als het gaat om een hele reeks actuele maatschappelijke vraagstukken. Een voorbeeld: klimaatverandering en waterbeheer. ‘We zitten nu in een vreselijk natte periode,’ zegt Spek. ‘Veel gebieden in Nederland staan op barsten: er is veel te veel water, de boel is bijna niet meer droog te krijgen. Tegelijkertijd hebben we de laatste jaren ook een paar extreem droge zomers gehad. Dan moet je manieren verzinnen om het water dat in de winter valt te bergen, zodat je het in de zomer weer kunt gebruiken. Als landschapshistorici kunnen wij meedenken over welke gebieden hier vanouds geschikt voor zijn, omdat wij weten hoe het landschap in elkaar zit en hoe mensen vroeger hiervoor allerlei slimme oplossingen verzonnen.’

afbeelding theo spek met hond
'Als landschapshistorici kunnen wij meedenken over welke gebieden vanouds geschikt voor het herbergen van overtollig water, omdat wij weten hoe het landschap in elkaar zit en hoe mensen vroeger hiervoor allerlei slimme oplossingen verzonnen.’

De biografie van een landschap

Spek en zijn collega’s brengen van alles in kaart: hoe een landschap eruitziet, hoe het is ontstaan, wie erin wonen en werken, wat er groeit, hoe de bodem in elkaar zit en hoe dit alles in de loop der tijd is veranderd. Al deze gegevens samen vormen wat Spek de biografie van een landschap noemt. Veel meer dan het woord landschapsgeschiedenis doet vermoeden, bewegen (toekomstige) landschapshistorici zich constant op het grensvlak met andere vakgebieden. Speks studenten, promovendi en projectmedewerkers voeren onder meer bodemonderzoek uit, bestuderen vegetaties, duiken archieven in voor bronnenonderzoek, interviewen bewoners, boeren en natuurbeheerders en rijgen al deze bevindingen aan elkaar tot een samenhangend geheel.

Wekelijkse excursie

Onontbeerlijk in de opleiding is ook de wekelijkse excursie. Die begint, elke vrijdagochtend in alle vroegte, op het Hoofdstation van Groningen. Van daar gaat de reis naar de Limburgse heuvels, de stuifzanden van Brabant, de kust van Zeeland. Onderweg geeft Spek ergens een college. In het café, een bezoekerscentrum of een kasteel. En eens per jaar bezoekt hij met zijn studenten Italië of Engeland. Op het programma: wandelen of fietsen. Door de bossen, over hellingen, langs bijzondere gebouwen. Spek: ‘Dit is het beste onderzoek van het landschap. Dat je om je heen kijkt en denkt: hoe zit dit hier?’

foto van theo spek
Speks wetenschappelijke inzichten kunnen relatief gemakkelijk en vaak direct ‘in het veld’ worden toegepast.

Generalistische inborst als handelsmerk

Tijdens en na zijn studie en werk in Wageningen en Amersfoort, maakte Spek vele uitstapjes en omzwervingen, ook inhoudelijke: hij verdiepte zich in bodemkunde, bos- en natuurbeheer, geologie en ecologie – om maar eens wat te noemen. ‘Ik heb mij, tegen het advies van mijn begeleiders in Wageningen in, altijd verbreed,’ zegt Spek. Hun advies: word nou maar in één vak heel goed, anders krijg je nooit een baan. ‘Maar dat brede, dat zat er gewoon in,’ vervolgt Spek. ‘En nu zegt iedereen: goh, jij kan met een bioloog een goed gesprek voeren, met een archeoloog, met een boswachter en met een directeur… hoe doe je dat?’ Nou, door van je generalistische inborst een handelsmerk te maken. En dat ook het uitgangspunt te laten zijn van de opleiding Landschapsgeschiedenis die hij later zou opzetten. De studie is uniek in Nederland – en zelf in Europa. Ook uniek: alle tweehonderd studenten die tot dusver zijn afgestudeerd, vonden een betaalde baan in het vak waarvoor ze hebben geleerd. Dankzij de interdisciplinaire opzet is het gat tussen theorie en praktijk klein. Ofwel: wetenschappelijke inzichten kunnen relatief gemakkelijk en vaak direct ‘in het veld’ worden toegepast. Spek: ‘Ons soort kennis is ontzettend nuttig voor allerlei kwesties die nu spelen, dus ik wil heel graag dat die wordt gebruikt in de praktijk.’

Kenniscentrum Landschap

In 2010 richtte Spek met zijn twee eerste studenten Anne Wolff en Jeroen Zomer het Kenniscentrum Landschap op; een mini-onderzoeks- en adviesbureau binnen zijn vakgroep. In opdracht van en in samenwerking met overheden, maatschappelijke instellingen en natuurorganisaties werken medewerkers aan uiteenlopende opdrachten. Recent nog klopte de gemeente Groningen aan, nadat inwoners van de recent geannexeerde gemeenten Haren en Ten Boer het College van B & W verweten veel te weinig belangstelling te hebben voor de groene gebieden buiten de stad. Spek: ‘Hierop heeft de gemeenteraad gezegd: nou, dan gaan we dat veranderen.’ En dus verzocht de gemeente het Kenniscentrum Landschap om een landschapsbiografie van de buitengebieden te maken. ‘Op basis daarvan kunnen ambtenaren weer kijken wat waardevol is om te behouden, wat vraagt om verandering, welke plekken geschikt zijn voor nieuwe woonwijken en klimaatadaptatiemaatregelen. Zo helpen wij heel direct mee om de waarde van een landschap te laten zien en beslissingen te nemen.’

Bezorgde burgers

In de loop der jaren bouwde Spek met ‘zijn’ instituut zo’n uitgebreid netwerk op, dat zijn agenda steevast overloopt. Hij geeft les, begeleidt zeventien promovendi, bestiert het Kenniscentrum, organiseert excursies, en heeft twaalf adviesfuncties in Raden van Toezicht en aanverwante commissies, die allemaal ook weleens willen vergaderen. Als hij dan ’s avonds thuiskomt, wachten er honderdvijftig mailtjes. Spek kan erom lachen. ’Omdat ik een paar duizend mensen ken, denkt er altijd wel iemand: vandaag ga ik Theo eens even bellen of mailen.’ Niet zelden hangt er een bezorgde burger aan de lijn, die het oneens is met plannen van de gemeente of provincie. Zoals het voornemen om ergens een windmolen – of meerdere – te plaatsen. Spek: ‘Dan zegt zo iemand: Theo, hier wordt een prachtig landschap kapotgemaakt, dat vind jij zeker ook wel heel erg? Wil jij onze werkgroep van bewoners helpen om een weerwoord te geven aan de gemeente?’

Betrouwbare kennis leveren

En precies daar, op de rand van waar Speks eventuele inmenging politiek wordt, wordt het lastig. ‘Ik probeer altijd buiten politieke discussies te blijven,’ zegt hij. Het is niet dat hij geen mening hééft. ‘Met de hele stikstofdiscussie bijvoorbeeld. Ik heb best heel veel ideeën over hoe je dat zou kunnen oplossen. Maar als hoogleraar wil ik ook neutraal blijven. Ik wil met mensen samen zorgen dat het beter wordt, maar niet gebruikt worden als inzet voor een belangenstrijd.’ Wat hij in zo’n geval dan wel doet? Betrouwbare kennis leveren en advies geven over waar mensen bruikbare informatie kunnen vinden. Of optreden als getuigendeskundige, mocht een dispuut tot een rechtszaak komen waarbij zijn expertise door de rechter gewenst is. ‘Op zo’n manier kan ik alsnog vaak iets goeds voor het landschap doen.’

Meer informatie

Theo Spek

Laatst gewijzigd:23 januari 2024 15:22
View this page in: English

Meer nieuws