Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Towards understanding atrial cardiomyopathy in atrial fibrillation

The role of comorbidities and its association with outcome
Promotie:V.A. Artola Arita
Wanneer:17 april 2024
Aanvang:16:15
Promotors:prof. dr. I.C. (Isabelle) van Gelder, prof. dr. M. (Michiel) Rienstra
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Towards understanding atrial cardiomyopathy in atrial fibrillation

Op weg naar een beter begrip van atriale cardiomyopathie bij atriale fibrillatie

Atriumfibrilleren (AF), ook wel boezemfibrilleren, is een aandoening die gekenmerkt wordt door een onregelmatige hartslag. Het treft wereldwijd miljoenen mensen. Hoewel atriumfibrilleren op zichzelf niet direct fataal is, wordt het in verband gebracht met verschillende risicofactoren en andere gezondheidsproblemen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een verminderde kwaliteit van leven, beroerte, hartfalen en mortaliteit. Atriumfibrilleren wordt beschouwd als een progressieve ziekte, wat betekent dat het in de loop van de tijd verergert, vooral naarmate er meer risicofactoren en verschillende aandoening tegelijktijdig optreden. De progressie van atriumfibrilleren omvat veranderingen in de structuur en functie van de atria (de bovenste kamers van het hart), bekend als atriale cardiomyopathie (ACM). Atriale cardiomyopathie omvat een reeks veranderingen in de atria die kunnen bijdragen aan klinische manifestaties van atriumfibrilleren.

Het algemene doel van dit proefschrift van Vincente Artola Arita is om inzicht te verschaffen in hoe risicofactoren, comorbiditeiten en verschillen tussen de geslachten, geassocieerd zijn met atriumfibrilleren en de progressie daarvan. Deze associatie werd onderzocht door de onderliggende mechanismen te verkennen met behulp van klinische, echocardiografische en bloedbiomarkers. Daarnaast was het doel van dit proefschrift om de rol van atriale cardiomyopathie bij atriumfibrilleren en de progressie ervan te verkennen.

De resultaten van dit proefschrift suggereren dat atriale cardiomyopathie vroeg begint in aanwezigheid van atriumfibrilleren en comorbiditeiten, en bij patiënten met meerdere comorbiditeiten, atriale cardiomyopathie al goed is gevestigd. Deze resultaten duiden erop dat het controleren van comorbiditeiten en het vroegtijdig behandelen van atriumfibrilleren cruciaal kan zijn om de atriale cardiomyopathie te stoppen of te vertragen. Bovendien vonden de resultaten van dit proefschrift verschillen tussen mannen en vrouwen met atriumfibrilleren. Biomarkerniveaus suggereren dat de onderliggende pathofysiologische mechanismen van atriumfibrilleren kunnen variëren tussen mannen en vrouwen, met meer inflammatoire reacties bij vrouwen en meer prominente vasculaire remodeling bij mannen. Het begrijpen van deze verschillen kan helpen bij het op maat maken van interventies voor atriumfibrilleren op basis van geslachtspecifieke overwegingen.