Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Leerlingen profiteren van goed bestuur

19 december 2012

Het aantal schoolbesturen in het primair onderwijs dat werkt volgens de Code Goed Bestuur is in de afgelopen twee jaar verdubbeld. De scholen die onder deze besturen vallen, lijken daar profijt van te hebben. De prestaties van hun leerlingen zijn namelijk aanzienlijk beter dan die van leerlingen op scholen waarvan het bestuur de codeprincipes niet volgt.

Dit blijkt uit een persbericht van NWO over onderzoek van sociaal-wetenschapper Roelande Hofman van de Rijksuniversiteit Groningen. Het onderzoek is in samenwerking met de Erasmus Universiteit Rotterdam uitgevoerd. Het werd gefinancierd door BOPO (Beleidsgericht Onderzoek Primair Onderwijs), een onderdeel van NWO.

De wet Goed Onderwijs Goed Bestuur is sinds augustus 2010 in werking. De PO-raad, de brancheorganisatie voor het Primair Onderwijs, heeft op grond van deze wet in datzelfde jaar de Code Goed Bestuur opgesteld. In deze code is onder meer vastgelegd hoe schoolbesturen verantwoording moeten afleggen over hun beleid. Uit het onderzoek van Hofman blijkt dat in de afgelopen twee jaar steeds meer schoolbesturen volgens de principes van de code zijn gaan werken. In 2010 was dat een derde van alle schoolbesturen, in 2012 twee derde.

Hofman, universitair hoofddocent aan de Rijksuniversiteit Groningen, vergeleek de prestaties van de leerlingen op scholen die onder deze besturen vallen met die van de leerlingen op scholen waarvan de besturen de codeprincipes minder goed of niet volgen. De gemiddelde cito-score van de eerste groep leerlingen bleek 3 tot 5 punten hoger te liggen dan die van de laatste groep. Voor een leerling kan dit het verschil betekenen tussen een schooladvies voor VMBO of Havo.

Kwaliteit

Hofman: ‘De gemiddelde cito-score van scholen wordt voor een belangrijk deel bepaald door de leerlingenpopulatie; hoe meer leerlingen van ouders met een hoge opleiding, hoe hoger de gemiddelde cito-score. Maar uit ons onderzoek blijkt dat er daarnaast ook een verband is tussen leerlingenprestaties en goed bestuur.’

Volgens Hofman komt dat waarschijnlijk doordat besturen die volgens de code werken aandacht schenken aan de verdere ontwikkeling van een aantal principes van goed bestuur. ‘Dat zijn onder meer deskundigheidsbevordering van de docenten, voortdurende aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs en een heldere verantwoording aan ouders.’

Zo maken deze schoolbesturen er bijvoorbeeld aantoonbaar werk van als ouders, onderwijsinspectie of de gemeente tekortkomingen signaleren op de scholen. Ook stellen zij zich regelmatig op de hoogte van opvattingen van ouders en leerlingen en maken ze hun beleid samen met directies, leerkrachten en ouders.

Spanningen

Uit het onderzoek blijkt verder dat leerlingen van scholen die met opheffing worden bedreigd, of waar incidenten of personeelskwesties spelen, gemiddeld slechter presteren dan leerlingen van scholen waar geen problemen zijn. ‘Kennelijk lijdt de kwaliteit van het onderwijs eronder als er spanningen zijn op een school. Dit maakt duidelijk hoe belangrijk het is dat scholen niet te lang in zo’n problematische situatie blijven steken,’ aldus Hofman.

Meer informatie: dr. R.H. Hofman

Het rapport Functioneren van Besturen is te raadplegen op http://gion.gmw.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/2012/BOPOfunctioneren/BOPOFunctioneren.pdf
Laatst gewijzigd:13 maart 2020 01:51

Meer nieuws