Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Clinical and spinal radiographic outcome in axial spondyloarthritis

Results from the GLAS cohort
Promotie:Mw. F. (Fiona) Maas
Wanneer:08 maart 2017
Aanvang:14:30
Promotor:prof. dr. H. (Hendrika) Bootsma
Copromotors:dr. J.P.L. Spoorenberg, dr. S. (Suzanne) Arends
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Clinical and spinal radiographic outcome in axial spondyloarthritis

Meer inzicht in verloop reumatische aandoening spondyloarthritis 

Spondyloarthritis (SpA) is een verzamelnaam voor chronische reumatische aandoeningen van het bewegingsapparaat met een aantal gemeenschappelijke kenmerken, waaronder ontstekingen van de gewrichten, pezen en bindweefsel, en vergroeiingen van de gewrichten. Een bekende vorm is de ziekte van Bechterew. Bewegingswetenschapper Fiona Maas onderzocht de invloed van verschillende factoren op het verloop van deze ziekte en ontwikkelde nieuwe meetmethoden.

Maas gebruikte gegevens uit het Groningen Leeuwarden Axial Spondyloarthritis (GLAS) cohort, waarin sinds 2004 patiënten met deze aandoening worden gevolgd. Dit cohort onderzoek is ingebed in de dagelijkse klinische praktijk van het UMCG en Medisch Centrum Leeuwarden. Maas richtte zich op de klinische en radiologische gegevens van het GLAS cohort.

Bij axiale SpA hebben patiënten ontstekingen in het bekken en de wervelkolom. Behandeling bestaat voornamelijk uit oefentherapie om verstijving van de wervelkolom te voorkomen en uit medicatie om ontstekingen te verminderen. Wanneer gewone ontstekingsremmers (NSAID’s) niet meer effectief zijn, worden patiënten doorgaans behandeld met remmers van het ontstekingseiwit TNF-α. Bij patiënten die hiermee langdurig behandeld werden vlakte de toename aan radiologische schade na ongeveer vier jaar af stelde Maas vast. Zij bracht verder risicofactoren in kaart zoals hogere leeftijd, langere ziekteduur, roken en verhoogd BMI die samenhangen met hogere ziekteactiviteit en slechtere ziekte-uitkomst.

SpA patiënten kunnen wervelinzakkingen krijgen zonder daar iets van te merken. Bij een systematisch onderzoek van Maas vond zij een relatief hoge prevalentie en incidentie van radiologische wervelinzakkingen. Een goede manier om deze op te sporen is te kijken naar een vergroting van de achterhoofd-muur afstand en vervolgens röntgenfoto’s te maken van de wervelkolom. Verder vond Maas man-vrouw verschillen in de patiënt-gerapporteerde uitkomstmaten. Vanwege het belang van fysieke activiteit voor het ziekteverloop ontwikkelde Maas een nieuwe, ziekte-specifieke vragenlijst om de dagelijkse fysieke activiteit te meten bij axiale SpA. 

Fiona Maas (1988) studeerde Bewegingswetenschappen aan de RUG. Zij verrichtte haar promotieonderzoek bij de afdeling Reumatologie en klinische immunologie binnen het onderzoeksinstituut GUIDE, met financiering door de firma Pfizer.