Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Nutritional status in nocturnal hemodialysis

Promotie:Mw. J.R. (Karin) Ipema
Wanneer:13 april 2016
Aanvang:16:15
Promotors:prof. dr. C.A.J.M. Gaillard, C.P. (Cees) van der Schans
Copromotors:dr. C.F.M. (Casper) Franssen, dr. Westerhuis, R
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Nutritional status in nocturnal hemodialysis

Betere eetlust door nachtelijke hemodialyse

Nierpatiënten die overgaan van conventionele hemodialyse overdag naar frequente nachtelijk hemodialyse krijgen een betere eetlust en gaan meer eiwitrijk voedsel nuttigen. Daarom is de intensievere nachtelijk hemodialyse mogelijk een uitkomst voor patiënten die ondervoed zijn. Het is opmerkelijk dat na de overgang van conventionele naar nachtelijke hemodialyse, ondanks verhoogde eiwitinname, geen verandering in lichaamssamenstelling wordt gevonden – mogelijk doordat door de intensievere nachtelijk hemodialyse ook meer goede stoffen verloren gaan. Dat zijn enkele conclusies van diëtist en onderzoeker Karin Ipema.

Ondervoeding is een veelvoorkomend probleem bij hemodialysepatiënten, en het is een voorspeller voor ziekte en overlijden. Ipema onderzocht het effect van de overgang van conventionele dag- naar nachtelijke hemodialyse op de voedingstoestand en de lichaamssamenstelling. Zij startte haar onderzoek op een moment dat er nog weinig bekend was over het effect van nachtdialyse op de voeding. Nachtdialyse kan zowel bij de patiënt thuis gebeuren, als in een dialysecentrum. Een bijkomend voordeel van nachtdialyse is dat de patiënt meer tijd overhoudt voor activiteiten overdag.

Andere dialysecentra rapporteerden al dat de eetlust en de voedingsinname van patiënten toenam nadat zij waren overgestapt van hemodialyse overdag naar ’s nachts. Met behulp van voedseldagboeken van vijftien patiënten onderzocht Ipema in detail hoe hun voedselinname veranderde na de omschakeling naar nachtelijke thuishemodialyse. Zij stelde vast dat patiënten vooral meer eiwitten nuttigden. Ook de inname van kalium, fosfaat en vetten nam toe, maar de kalium- en fosfaatwaarden in het bloed bleven, dankzij de intensievere dialyse, wel binnen de normaalwaarden. Na acht maanden bleken patiënten weliswaar een betere eetlust te hebben en beter te eten, maar het lichaamsgewicht en de veranderde lichaamssamenstelling was niet veranderd.

Ipema kon deze paradox in de rest van haar onderzoek niet goed verklaren. Bij intensievere nachtelijke hemodialyse is het gemakkelijker het overtollige vocht te verwijderen. Een deel van de patiënten plast minder of niet meer. Mogelijk komen patiënten daardoor beter op hun ‘droge’ gewicht uit, waardoor een eventuele kleine gewichtstoename niet opgemerkt wordt. Een andere mogelijke verklaring is volgens Ipema dat patiënten door nachtdialyse weliswaar meer eten, maar ook meer goede stoffen zoals aminozuren verliezen. Ipema raadt aan om in vervolgonderzoek te bestuderen wat het effect is van het toedienen van eiwitten tijdens de nachtdialyse (ze verwacht dat dit zal leiden tot een positieve eiwitbalans en mogelijk een toename van vetvrije massa), en wat het effect is van de combinatie van nachtdialyse met een bewegingsprogramma.

Karin Ipema (1974) volgde de opleiding Voeding & Diëtetiek aan de Hanzehogeschool Groningen en werkt sinds 2001 bij het Dialyse Centrum Groningen, vanaf 2007 als diëtist/onderzoeker. Daar verrichtte ze haar promotieonderzoek, in de context van het Lectoraat Healthy Aging, Allied Health Care, and Nursing van de Hanzehogeschool Groningen. Het onderzoek werd gefinancierd door het Dialyse Centrum Groningen.