Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Thyroid cancer treatment

Long-term effects and new developments
Promotie:Mw. E.N. (Esther) Klein Hesselink
Wanneer:12 oktober 2016
Aanvang:16:15
Promotor:prof. dr. T.P. Links
Copromotor:dr. J.D. Lefrandt
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Thyroid cancer treatment

Boezemfibrilleren komt vaker voor na behandeling schildklierkanker

De meeste mensen met schildklierkanker hebben een vorm die ‘goed gedifferentieerd’ wordt genoemd, en die steeds beter te behandelen is. Wel is de behandeling vrij agressief. Esther Klein Hesselink onderzocht wat late effecten zijn van de behandeling van dit veelvoorkomende subtype. Ze concludeert dat de hartritmestoornis boezemfibrilleren in deze groep vaker voorkomt dan bij gezonde individuen. Datzelfde geldt voor sterfte aan andere hart- en vaatziekten en (bij een deel van de patiënten) speekselklierdisfunctie.

Jaarlijks krijgen in Nederland ongeveer 700 patiënten de diagnose schildklierkanker. In 90% van de gevallen gaat het om een tumor die ‘gedifferentieerd schildkliercarcinoom’ (DTC) wordt genoemd. DTC is goed te behandelen, zo’n 95% van de patiënten is na tien jaar nog steeds in leven. De behandeling van dit subtype schildklierkanker bestaat uit een operatieve verwijdering van de tumor, behandeling met radioactief jodium en levenslange toediening van hoge doses schildklierhormoon. Nu de overleving van patiënten verbetert en er meer patiënten zijn met een kleine tumor, is het belangrijk om de bijwerkingen op korte en – vooral – late termijn beter in kaart te brengen.

De promovenda deed dat door in verschillende studies de gegevens van ruim 500 DTC-patiënten te vergelijken met die van meer dan 1.500 gezonde mensen van dezelfde leeftijd en hetzelfde geslacht. Die vergelijking liet zien dat mensen met DTC een 3 keer hoger risico hebben om te overlijden aan hart en vaatziekten. In vergelijking met de gezonde controlegroep ontwikkelen DTC-patiënten bovendien 2,5 maal vaker boezemfibrilleren. De langetermijneffecten op het beenmerg blijken gelukkig beperkt. Een beter inzicht in deze late effecten kan mogelijk helpen om de behandeling van schildklierkanker te verbeteren en het aantal bijwerkingen te verminderen.

Esther Klein Hesselink (1988) studeerde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar onderzoek binnen de afdeling Interne Geneeskunde en onderzoeksinstituut CRCG van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Klein Hesselink volgt nu de opleiding tot internist in het Medisch Spectrum Twente.