Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

The influence of genes and environment on the development of bipolar disorder

A twin study
Promotie:Dhr. R. (Ronald) Vonk
Wanneer:10 februari 2016
Aanvang:16:15
Promotors:prof. dr. W.A. (Willem) Nolen, prof. dr. R.S. Kahn
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
The influence of genes and environment on the development of
bipolar disorder

Unieke Nederlandse tweelingstudie naar bipolaire stoornis

Een unieke Nederlandse studie, uitgevoerd onder 240 tweelingen, laat zien welke genetische achtergronden een rol spelen bij het ontwikkelen van een bipolaire stoornis. Psychiater Ronald Vonk voerde het onderzoek uit en stelde onder andere vast dat er een verband lijkt te bestaan tussen tijdelijk onderpresteren op de middelbare school en genetische kwetsbaarheid voor een bipolaire stoornis. Verder blijkt de ziekte samenhang te vertonen met een autoimmuunziekte van de schildklier.

Mensen met een bipolaire of manisch-depressieve stoornis hebben last van sterk wisselende stemmingen. Manische periodes (periodes van een verhoogde stemming en overactiviteit) en depressieve periodes worden afgewisseld door periodes met een normale stemming en normaal functioneren. Na de eerste stemmingsepisoden duurt het vaak jaren voordat de diagnose wordt gesteld en het kan dan nog eens jaren duren voordat een effectieve behandeling wordt gestart. De door Vonk uitgevoerde tweelingstudie laat zien dat genetische kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van een bipolaire stoornis op meerdere manieren en in verschillende levensfasen zichtbaar is.

Aan het onderzoek deden 53 bipolaire tweelingparen mee en 67 tweelingparen zonder zo’n stoornis. Bij alle tweelingen werd een MRI-scan van de hersenen gemaakt. Die scan bevestigde wat in ander onderzoek al vermoed werd: dat mensen met een bipolaire stoornis verhoudingsgewijs minder witte stof en grijze stof hebben in de hersenschors – het gebied in de hersenen voor informatieverwerking. De scan liet ook zien hoeveel invloed het medicijn lithium heeft op de hersenen. Dit medicijn, dat door tweederde van de bipolaire tweelingen gebruikt werd, lijkt een beschermend effect te hebben op de neuronen in de hersenen doordat het vermindering van de grijze stof tegengaat.

Vonk wist in zijn onderzoek verschillende endofenotypen te vinden, markers voor de genetische kwetsbaarheid om een bipolaire stoornis te ontwikkelen. Hij concludeert dat deze genetische kwetsbaarheid ontstaat door een fout in het embryonale ectodermweefsel die al heel vroeg in de ontwikkeling van de foetus zichtbaar wordt, tussen de tiende en vijftiende week van de zwangerschap. Samenvattend kunnen de bevindingen uit dit onderzoek helpen om mensen met een hoger risico op het ontwikkelen van een bipolaire stoornis op te sporen en ze – mogelijk preventief – te behandelen.

Ronald Vonk (1961) is opgeleid als psychiater in het voormalig Delta Psychiatrisch Ziekenhuis te Poortugaal, nu onderdeel van Antes. Hij verrichtte zijn promotieonderzoek bij emeritus hoogleraar Willem Nolen van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek werd betaald door het Stanley Medical Research Institute in Bethesda (Verenigde Staten). Vonk werkt als psychiater in de GGZ-instelling Reinier van Arkel in ’s-Hertogenbosch.