Statin treatment in type 2 diabetes patients
| Promotie: | Mw. F.M. (Dianna) de Vries |
| Wanneer: | 26 februari 2016 |
| Aanvang: | 16:15 |
| Promotors: | prof. dr. E. (Eelko) Hak, prof. dr. P. (Petra) Denig, prof. dr. M.J. (Maarten) Postma |
| Waar: | Academiegebouw RUG |
| Faculteit: | Science and Engineering |
Optimaliseren statinetherapie voor type 2 diabetes patiënten
Bij diabetespatiënten met een hoog cardiovasculair risico zou een hogere dosering statines ten opzichte van standaard doseringen overwogen moeten worden, is een van de conclusies die Dianna de Vries trekt op basis van haar promotieonderzoek.
Type 2 diabetespatiënten hebben een hoger risico op het ontwikkelen van cardiovasculaire en cerebrovasculaire events. Daarom wordt statinetherapie voor vrijwel alle diabetespatiënten geadviseerd. Al is aangetoond is dat statinetherapie substantiële gezondheid-gerelateerde en economische voordelen kan hebben, is statinetherapie in de klinische praktijk vaak suboptimaal. Dit wordt veroorzaakt door het voorschrijven van lage doseringen, het gebrek aan intensivering van de behandeling en therapieontrouw. Patiënten op een lage dosering hebben een grotere kans de streefwaarde niet te halen. Het feit dat deze patiënten gevoeliger zijn voor non-response als gevolg van therapieontrouw kan hier aan bijdragen. Therapieontrouw en het stoppen van therapie komt in de praktijk veel voor en wordt geassocieerd met de voorkeuren van de patiënt.
Patiënten in de studie van De Vries waren bereid om statinetherapie te continueren. De specifieke informatie die gegeven werd over voor- en nadelen van stoppen of continueren met de medicatie kan hiervan de oorzaak zijn. De bereidheid om ermee door te gaan en het belang dat patiënten toekennen aan specifieke behandelkarakteristieken (bv. risicoreductie voor cardiovasculaire events en risico op bijwerkingen) is afhankelijk van patiëntkarakteristieken zoals leeftijd, klinische historie en opleidingsniveau. Aangezien statinetherapie suboptimaal is door zowel patiënt gerelateerde factoren (zoals therapieontrouw en patiëntvoorkeuren) en arts gerelateerde factoren (zoals dosering en intensivering), moeten interventies om statinetherapie te verbeteren zich focussen op zowel de patiënt als de arts.
Dianna de Vries promoveert aan de RUG op onderzoek dat zij uitvoerde bij de vakgroep Farmaco-epidemiologie en Farmaco-economie van het Groningen Research Institute of Pharmacy van de RUG en bij de afdeling Clinical Pharmacy and Pharmacology van het UMCG. Zij gaat verder als postdoc pharmacoepidemiology bij DZNE in Bonn.