Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Research on atomoxetine in Dutch ASD/ADHD children

The RADAR study
Promotie:Mw. M.A. (Myriam) Harfterkamp
Wanneer:23 maart 2016
Aanvang:16:15
Promotors:prof. dr. P.J. (Pieter) Hoekstra, prof. dr. J.K. Buitelaar
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Research on atomoxetine in Dutch ASD/ADHD children

ADHD-medicijn voor kinderen met een autistische stoornis

De RADAR-studie, een klinische studie naar het effect van atomoxetine op ADHD symptomen bij kinderen met een autisme spectrum stoornis (ASS), laat zien dat dit medicijn kan helpen om ADHD-symptomen te verminderen. UMCG-psychiater Myriam Harfterkamp voerde de studie uit in negen Nederlandse ziekenhuizen onder 97 kinderen.

Bij ongeveer de helft van de patiënten met ASS kan ook de diagnose aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD) gesteld worden. Mensen met ASS en ADHD-symptomen vinden het moeilijker dan anderen om zich te concentreren, kunnen doorgaans minder goed informatie verwerken en hebben vaker last van veranderingen dan mensen met alleen ASS. Er is nog weinig onderzoek gedaan hoe je ADHD-symptomen kunt behandelen bij mensen met ASS, terwijl zij hier volgens Harfterkamp wel veel voordeel van zouden kunnen hebben. Zij deed zelf onderzoek naar het effect van het medicijn atomoxetine, in de RADAR-studie (Research on Atomoxetine in Dutch ASD/ADHD children).

De RADAR-studie bestond uit drie delen. Eerst gingen de onderzoekers voor ieder kind na of de diagnose ASS en ADHD juist was. In de volgende fase van acht weken kreeg de helft van de kinderen atomoxetine, en de andere helft een placebo. Kinderen die de tweede fase hadden afgerond, mochten kiezen of ze wilden deelnemen aan de derde fase. Daarin kregen ze twintig weken atomoxetine. Van de 97 kinderen die aan de drietrapsstudie begonnen, rondden 73 kinderen de hele studie af.

Op basis van bevindingen van ouders, leerkrachten en onderzoekers constateert Harfterkamp dat atomoxetine kan helpen om ADHD-symptomen te verminderen. Ouders zagen in eerste instantie meer verbetering dan de onderzoekers. Ook werkte het medicijn minder goed bij kinderen met zowel ASS als ADHD, en kwamen er in deze groep meer bijwerkingen voor zoals een verminderde eetlust, misselijkheid en buikpijn dan bij kinderen met alleen ADHD. Deze bijwerkingen verminderen in ernst op termijn, of ze verdwenen. Het onderzoek laat verder zien dat het wel een half jaar kan duren voordat het medicijn in deze groep goed werkt. Harfterkamp pleit dan ook voor vervolgonderzoek waarin de optimale dosering wordt bestudeerd, en ze adviseert om in de eerste maanden niet te snel te stoppen met atomoxetine als er niet direct verbetering optreedt.

Myriam Harfterkamp (1965) is psychiater in het Universitair Medisch Centrum Groningen. Haar promotieonderzoek verrichtte zij in de periode waarin zij bij Accare werkte (Universitair Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie). Het onderzoek werd betaald door farmaceutisch bedrijf Eli Lilly en Accare.