Heat resistance of Bacillus spores

Schadelijke bacteriesporen onderzocht

Om eventuele schadelijke Bacillus bacteriën te doden krijgen sommige voedingsmiddelen een hittebehandeling. Een bekend probleem is dat de sporen van bepaalde typen van deze bacterie deze behandeling kunnen overleven. Erwin Berendsen onderzocht daarom de hitteresistentie van sporen van verschillende Bacillus soorten.

Allereerst toonde hij aan dat er binnen de bacteriestam B. subtilis twee groepen te onderscheiden zijn. De sporen van de ene groep zijn meer resistent tegen hitte zoals gebruikt in de voedselindustrie, dan die van de andere groep. Het is gebleken dat de resistente groep een transposon (een stukje DNA dat zich kan verplaatsen in het genoom) bezit dat verantwoordelijk is voor de hoge hitteresistentie van sporen. Dit transposon bleek ook verantwoordelijk voor hoge hitteresistentie van sporen in andere Bacillusstammen, van B. amyloliquefaciens en B. licheniformis.

Verder heeft Berendsen onderzoek gedaan naar sporen van B. thermoamylovorans stammen. Hieruit bleek dat deze sporen nauwelijks ontkiemen door nutriënten. Dat zorgt voor een onderschatting van het aantal overlevende sporen na een hittebehandeling. Hiervoor is een verbeterde methode ontwikkeld.

Samenvattend geeft het proefschrift van Berendsen inzicht in de genetische veranderingen die bijdragen aan hooghitteresistente sporen. Hij doet ook aanbevelingen voor een betere beheersing van hooghitteresistente sporen via detectie en verbeterde identificatie.

Erwin Berendsen verrichtte zijn promotieonderzoek bij de afdeling Moleculaire Genetica van het Groningen Biomolecular Sciences and Biotechnology Institute (GBB) met financiering van het Top Institute Food and Nutrition. Hij werkt inmiddels bij TNO als microbioloog.

Proefschrift: http://hdl.handle.net/11370/15c3acbf-ef73-4fd2-861c-6b02ceb5b0b7