Anemia and erythropoietin in cardiovascular disease
Promotie: | Dhr. L. (Lennaert) Kleijn |
Wanneer: | 03 februari 2014 |
Aanvang: | 14:30 |
Promotor: | prof. dr. D.J. (Dirk Jan ) van Veldhuisen |
Copromotors: | prof. dr. P. (Peter) van der Meer, dr. B.D. Westenbrink |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |
Verhoogde circulerende waarden van ontstekingsfactoren hangen
mogelijk samen met bloedarmoede bij patiënten met hartfalen.
Dat concludeert Lennaert Kleijn in zijn promotieonderzoek.
Bloedarmoede komt veel voor bij patiënten met hart- en
vaatziekten, en is een belangrijke risicofactor voor sterfte.
Kleijn ging in het eerste deel van zijn onderzoek na waardoor
bloedarmoede ontstaat bij patiënten met hart- en vaatziekten.
Hij ontdekte dat een hoge centraal veneuze druk (CVD) een
onafhankelijke voorspeller is van bloedarmoede. Patiënten met
een verhoogde CVD hadden bovendien een slechtere prognose dan
patiënten bij wie de centrale veneuze druk niet verhoogd was.
Daarnaast concludeert Kleijn ook dat ACE-remmers, medicijnen die de
bloeddruk verlagen, na een hartoperatie zorgen voor een langzamer
herstel van bloedarmoede. Wanneer bloedarmoede langer aanhoudt,
kunnen artsen overwegen deze medicijnen pas in een latere fase voor
te schrijven.
In het tweede deel van zijn onderzoek stelt Kleijn dat een
eenmalige EPO-behandeling na een hartaanval veilig is. Hij
onderzocht dit in een patiëntengroep die een hartaanval had
gehad. Het hormoon zou door vaatnieuwvorming en verminderd
celverval bescherming bieden aan het hart. Hoewel dit bij
patiënten niet gebleken is, kan behandeling ook geen kwaad
doen, zo stelt hij. Mogelijk zijn er andere interacties die wel
kunnen zorgen gunstige effecten en is de timing en de dosering van
EPO cruciaal voor de effecten en mogelijke bijwerkingen. Er is
volgens Kleijn meer biochemisch mechanistisch onderzoek nodig om
deze gegevens te kunnen vertalen naar de klinische praktijk.
Lennaert Kleijn (Nagele, 1985) studeerde Geneeskunde aan de
Rijksuniversiteit Groningen. Hij verrichtte zijn promotieonderzoek
bij de afdeling Cardiologie (Thoraxcentrum) van het Universitair
Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek werd gefinancierd door
onderzoeksschool GUIDE en het UMCG. Kleijn werkt als cardioloog in
opleiding in het Medisch Centrum Leeuwarden.