Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit der Letteren Onze faculteit Actueel

Opinie: Falend huisvestingsbeleid van VVD en CDA is de schuldige in de woningcrisis, niet migranten of milieuregels

13 november 2023

VVD- en (ex-) CDA-politici gebruiken migranten en milieuregels als zondebokken voor de woningcrisis. Daarmee leiden ze de aandacht af van het feit dat hun eigen falende huisvestingsbeleid van de afgelopen twee decennia ons heeft gebracht waar we nu zijn, zegt dr. Gregory Fuller , universitair docent Internationale Politieke Economie bij de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen.

Tekst: Gregory Fuller

Gaat het over de Nederlandse woningcrisis, dan gaat het niet over woningen. VVD-, CDA- en ex-CDA-politici praten over het afwijzen van asielzoekers, het beperken van de internationalisering van het hoger onderwijs en het afzwakken van duurzame bouwvoorschriften. Daarmee benoemen ze alleen de symptomen, en negeren ze de dieperliggende oorzaken van het probleem.

Niet zonder reden.

Door migranten als zondebokken te gebruiken en de milieuregelgeving de schuld te geven ‘in de weg’ te zitten, leiden politici de aandacht af van het feit dat hun eigen mislukte huisvestingsbeleid van de afgelopen twintig jaar ons heeft gebracht waar we nu zijn: in een huizencrisis.

Die crisis heeft twee dieperliggende oorzaken: veruit de meeste mensen kunnen alleen een huis kopen met een hypotheek. Daarmee zijn zij sterk afhankelijk van de financiële markten. Daarnaast is de regering zeer terughoudend in het subsidiëren van de bouw van woningen die voldoen aan de behoeften van de lokale bevolking. Haar voornaamste taak op de huizenmarkt was vooral het ondersteunen van de vraag.

Het voortbestaan van de hypotheekrenteaftrek, de ‘jubelton’ voor nieuwe kopers, de hoge mate waarin het tweede inkomen van huishoudens meeweegt bij de berekening van de hypotheek, de zeer lage overdrachtsbelasting en zelfs de Nationale Hypotheekgarantie (NHG); al deze maatregelen moedigen geldverstrekkers aan om geld te verstrekken, en leners om dat geld te lenen.

Sommige van deze maatregelen zijn op zichzelf niet problematisch, en kunnen in theorie de toegang tot de woningmarkt verbeteren. Zo zou zelfs iemand met zeer weinig vermogen een huis kunnen kopen door het geld ervoor te lenen. Maar alle genoemde maatregelen drijven de prijzen op.

Zonder subsidies, of regelgeving die ervoor zorgt dat er betaalbare huizen worden gebouwd, wordt het voor minder welvarende gezinnen steeds moeilijker om een huis binnen hun prijsklasse te vinden. En als dat al lukt, moeten ze zich er diep voor in de schulden steken. Het gevolg: bijna nergens ter wereld is de schuld van een gemiddeld huishouden groter dan in Nederland.

Bovendien profiteren juist de mensen die een tweede of derde woning voor investeringsdoeleinden kopen vaak van de huidige financiële mechanismen die woningbezit faciliteren. Dit betekent in de praktijk dat steeds meer mensen ofwel meerdere huizen bezitten, of helemaal geen. Een aanzienlijk aantal van deze kopers zijn buitenlandse investeerders die de Nederlandse huizenmarkt behandelen als een beurs en lokale kopers verdringen.

Zo graag als de overheid de vraag naar huisvesting altijd heeft gestimuleerd, zo terughoudend heeft ze zich opgesteld in het stimuleren van het aanbod. In plaats van de bouw van nieuwe woningen rechtstreeks te financieren, hebben opeenvolgende regeringen zich gericht op het elimineren van vermeende regelgevende belemmeringen voor marktgestuurde bouwprojecten. Het aangekondigde plan van minister Hugo de Jonge om in 2030 900.000 nieuwe woningen te bouwen, is al vastgelopen - niet vanwege migranten of milieuregels, maar omdat de marktomstandigheden zijn verslechterd en de bouwkosten zijn gestegen.

In het verleden zouden de plannen van De Jonge worden ondersteund door een volwaardig ministerie, het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM). Zo'n ministerie zou klaarstaan om de effecten van stijgende bouwkosten te verzachten, en zou ervoor zorgen dat de gebouwde huizen daadwerkelijk voor de lokale gemeenschappen beschikbaar zijn. Maar in 2010 liet de VVD, in de trotse woorden van toenmalig minister Stef Blok, ‘het hele ministerie verdwijnen’. De terugkeer van De Jonge als minister van huisvesting zonder portefeuille kan worden gezien als een stilzwijgende erkenning dat zo'n terugtrekking van de overheid een fout was.

Kortom: de belangrijkste kenmerken van de nationale woningcrisis - stijgende prijzen te midden van toenemende ongelijkheid, tekorten aan betaalbare woningen en buitenlandse investeerders die Nederlandse huizenmarkt binnendringen - zijn het gevolg van het falend huisvestingsbeleid dat de afgelopen acht regeringen hebben vormgegeven. Asielzoekers, buitenlandse studenten en milieuregels leiden alleen maar af van de echte schuldigen.

Dit artikel is op 17 oktober 2023 gepubliceerd in de Volkskrant .

Laatst gewijzigd:02 mei 2024 14:32
View this page in: English

Meer nieuws