Arthur ten Cate benoemd tot bijzonder hoogleraar Militaire geschiedenis
Arthur ten Cate wordt per 1 september 2019 benoemd tot bijzonder hoogleraar “Militaire geschiedenis, in het bijzonder in de periode na de val van de Muur” aan de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen. De leerstoel is een samenwerking tussen onze faculteit, de Koninklijke Nederlandse Vereniging Ons Leger en het Nederlandse Instituut voor Militaire Historie (NIMH).
Dr. Arthur ten Cate is specialist eigentijdse militaire geschiedenis. Hij houdt zich met name bezig met internationale interventies en operaties. Hij is (co)auteur van diverse publicaties over deze onderwerpen, waaronder ‘A gentle occupation. Dutch military operations in Iraq, 2003-2005’. In 2007 promoveerde hij op de dissertatie ‘Sterven voor Bosnië? Een historische analyse van het interventiedebat in Nederland, 1992-1995’. Momenteel is hij als programma manager bij het NIMH verantwoordelijk voor diverse onderzoeksprojecten die van doen hebben met modern militair optreden en internationale interventies, zoals een vierdelige wetenschappelijke serie over de oorlog in Afghanistan.
Laatst gewijzigd: | 09 mei 2019 17:36 |
Meer nieuws
-
06 mei 2024
Impact: Gebruik van geografische-ruimtelijke data bij internationale ontwikkelingssamenwerking
Een van de genomineerde studenten voor de Ben Feringa Impact Award 2024 is Jonas Göbel. Göbel is genomineerd voor zijn stageonderzoek naar het gebruik van geografische-ruimtelijke data op het gebied van internationale ontwikkelingssamenwerking.
-
03 mei 2024
NWO Impact Explorer voor Suzanne Manizza-Roszak voor impactvol postkoloniaal literatuuronderzoek
Suzanne Manizza-Roszak, Universitair Docent Engels aan de Faculteit Letteren heeft een NWO Impact Explorer subsidie ontvangen voor haar postkoloniale literatuuronderzoek en het project om de resulataten te vertalen naar maatschappelijke impact.
-
29 april 2024
Leren communiceren in de operatiekamer
De aios opereert, de chirurg heeft de rol van supervisor. Drie camera’s nemen op wat er gebeurt, met als doel de mechanismes van ‘werkplekleren’ ontrafelen.