Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Clinical relevance of low free protein S levels

28 november 2012

Promotie: dhr. R. Mulder, 11.00 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Proefschrift: Clinical relevance of low free protein S levels

Promotor(s): prof.dr. J.C. Kluin-Nelemans

Faculteit: Medische Wetenschappen

Rol van proteïne S bij bloedstelping nader in kaart

Voor bloedstelping is fibrinevorming nodig. Fibrine ontstaat in een complex proces van interacties tussen tal van verschillende stoffen in het bloed. Normaal gesproken zijn stoffen die stolling bevorderen en stoffen die stolling afremmen met elkaar in evenwicht. Maar dit evenwicht kan verstoord worden, bijvoorbeeld door een erfelijke afwijking. Dan kan het risico op trombose toenemen.

René Mulder bracht de rol van de stollingsremmende stof proteïne S bij bloedstelping nader in kaart. Bij het meten van de hoeveelheid van een bepaalde stof in het bloed wordt vaak de ondergrens van een normaalwaardengebied gebruikt als afkapwaarde voor het vaststellen van een deficiëntie. Bij het vaststellen van de hoeveelheid proteïne S is dit echter niet verstandig, stelt Mulder vast. Bij toepassing van de normaalwaardenondergrens als afkapwaarde voor vrij proteïne S zal in veel gevallen onterecht een klinisch relevante proteïne S deficiëntie worden vastgesteld.

Recente studies hebben aangetoond dat de functie van proteïne S lijkt samen te hangen met die van een andere stollingsremmende stof, de tissue factor pathway inhibitor (TFPI). Verlaagde proteïne S-waarden zouden gepaard gaan met verlaagde TFPI-spiegels. Mulder vond juist verhoogde TFPI-waarden in een subgroep van patiënten met licht verlaagde vrij proteïne S spiegels en nauwelijks verhoogd risico op trombose. Hij stelt daarom voor om bij een patiënt met een licht verlaagde vrij proteïne S-spiegel ook de TFPI-waarde te meten. Zo kan het risico op trombose beter ingeschat worden, is de verwachting. Toekomstig onderzoek zal moeten aantonen of de aanvullende TFPI-meting nuttig is.

René Mulder (Assen, 1980) studeerde Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek aan de Hanzehogeschool te Groningen. Hij verrichtte zijn onderzoek aan de afdelingen Hematologie en Laboratoriumgeneeskunde van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en binnen onderzoeksschool GUIDE. Mulder blijft werkzaam als analist in het UMCG.

Laatst gewijzigd:13 maart 2020 01:01
View this page in: English

Meer nieuws

  • 15 mei 2024

    Veel kinderen met ADHD kunnen eerder stoppen met Ritalin

    Een deel van de kinderen met ADHD zou na twee jaar kunnen stoppen met het gebruik van Ritalin. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Anne-Flore Matthijssen.

  • 13 mei 2024

    Moleculen stilzetten

    In zijn laboratorium bouwt natuurkundige Steven Hoekstra aan een opstelling die bestaat uit twee delen: een apparaat dat moleculen van barium-fluoride maakt, en een ander apparaat dat deze moleculen bijna stilzet om ze te kunnen onderzoeken.

  • 06 mei 2024

    Impact: 'URinControl', behandeling van urineverlies via app

    Een van de drie onderzoekers die genomineerd zijn voor de Ben Feringa Impact Award 2024 is huisarts en onderzoeker-epidemioloog Anne Loohuis. Loohuis deed onderzoek naar de behandeling van urineverlies door middel van de zelfhulp-app 'URinControl'....