Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Snelle aanpassing na diagnose kinderkanker

29 januari 2015

Kinderen met kanker passen zich bijzonder goed aan aan de gevolgen van hun ziekte. Ze zijn minder pessimistisch dan hun gezonde leeftijdgenoten, stellen moeilijk haalbare doelen bij en hebben meer oog voor de positieve kanten van ziekte. Dit doen ze al in de eerste maanden na de diagnose. Dit blijkt uit onderzoek van kinderverpleegkundige en orthopedagoog Esther Sulkers van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Ook ouders raken al snel aan de extra zorgtaken gewend. Sulkers promoveert 4 februari aan de Rijksuniversiteit Groningen.

De meeste kinderen met kanker en hun ouders blijken weinig psychische klachten te hebben. Dit ondanks dat de diagnose en behandeling van kinderkanker zowel voor kind als ouders zeer ingrijpend zijn. Veel minder goed is bekend hoe komt het dat zij zo veerkrachtig zijn. Esther Sulkers ging na welke onderliggende factoren gerelateerd zijn aan die veerkracht van kinderen en ouders. Specifiek keek zij naar copingmechanismen bij de kinderen in het eerste jaar na diagnose en naar het verloop van zorggerelateerde stress bij ouders.

Minder pessimistisch dan leeftijdgenoten

Uit het onderzoek van Sulkers blijkt dat kinderen met kanker minder pessimistisch zijn dan gezonde leeftijdgenoten. Zij verwachten niet zozeer dat er meer goede dingen gaan gebeuren, maar ze zijn minder geneigd te focussen op dingen die in de toekomst verkeerd kunnen gaan. Dit relatief lage niveau van pessimisme kan mede verklaren waarom psychische problemen in deze groep zo weinig voorkomen.

Persoonlijke doelen aanpassen

Diagnose en behandeling kunnen het leven ingrijpend veranderen, wat kan leiden tot verminderd welbevinden. Sulkers laat zien dat de kinderen goed hun persoonlijke doelen kunnen aanpassen, zodat deze meer in overeenstemming zijn met hun huidige situatie. Zij doen dit vooral door een doel tijdelijk te parkeren of door dit te vervangen door een wel bereikbaar doel. Bovendien blijkt dat zij meer dan hun leeftijdsgenoten intrinsieke doelen nastreven en belangrijk vinden. Ook zijn de doelen van kinderen met kanker meer concreet dan die van gezonde jongeren. Hun doelen veranderen niet tijdens het eerste jaar na de diagnose.

Positieve ervaringen

De resultaten van Sulkers’ onderzoek tonen aan dat ook kinderen met kanker positieve veranderingen in hun leven toeschrijven aan de ziekte. Zes maanden na de diagnose wisten alle kinderen een of meer dergelijke ervaringen te noemen. Hierbij is te denken aan ‘weten wie mijn beste vrienden zijn’, ‘weten hoeveel van me gehouden wordt’ en ‘gelukkig zijn en genieten van de goede dingen als ze zich voordoen’. Ook zes maanden later bleken deze ervaringen er nog steeds te zijn.

Stress ouders

In haar onderzoek betrok Sulkers ook de ouders van kinderen met kanker. Het blijkt dat zij aanvankelijk veel stress ervaren van de ziektegerelateerde zorgtaken, maar dat deze snel afnam tijdens de eerste drie maanden na diagnose. Alleenstaande moeders en bij moeders wier zieke kind het enige kind was, lieten meer stress zien.

Aanknopingspunten voor aanpassingsproces

Volgens Sulkers kunnen de snel optredende mechanismen van aanpassingen verklaren dat kinderen met kanker en hun ouders zo veerkrachtig zijn. Sulkers: ‘Dit biedt aanknopingspunten voor de begeleiding van kinderen en ouders bij wie dit aanpassingsproces minder gunstig verloopt’. Zij pleit voor meer onderzoek over de precieze beïnvloeding van de mechanismen op het aanpassingsproces.

Curriculum Vitae

Esther Sulkers (1962, Delft) studeerde orthopedagogiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij deed haar onderzoek bij het onderzoeksinstituut SHARE en de afdeling Kinderoncologie van het UMCG. De titel van haar proefschrift is: ‘Psychological adaptation to childhood cancer: underlying mechanisms’. Zij blijft na haar promotie als onderzoeker werkzaam in het UMCG.

Bron: persbericht UMCG

Laatst gewijzigd:12 maart 2020 21:47
View this page in: English

Meer nieuws

  • 27 maart 2024

    RUG/UMCG onderzoekers ontvangen prestigieuze onderzoeksbeurs

    RUG/UMCG-wetenschappers Mark Hipp, Bart Eggen, Moniek Tromp en Marleen Kamperman zijn samen met collega’s betrokken bij vier van zeven Nederlandse wetenschapsconsortia.

  • 26 maart 2024

    De volgende depressie voorkomen

    Marie-José van Tol, hoogleraar ‘stemming en cognitie’, onderzoekt wat mensen met een gevoeligheid voor depressie zelf kunnen doen om herhaling te voorkomen.

  • 29 februari 2024

    Vici-beurzen voor vier wetenschappers RUG/UMCG

    De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft Vici-subsidies van elk maximaal € 1,5 miljoen toegekend aan Nathalie Katsonis, Edwin Otten en Alexandra Zhernakova. Ook hoogleraar Kustecologie Tjisse van der Heide heeft een...