Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

The art of interruption - Concepts of art as a cooperative citizen practice driving cultural innovation and social change

Concepts of art as a cooperative citizen practice driving cultural innovation and social change
Promotie:Dhr. A.H. (Arthur) Caris
Wanneer:29 september 2016
Aanvang:11:00
Promotor:prof. dr. J.J.M. Zeelen
Copromotor:dr. B.W.M. Boog
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
The art of interruption - Concepts of art as a cooperative citizen
practice driving cultural innovation and social change

De coöperatieve kunstpraktijk als smeerolie van de samenleving

Het openbaar bestuur zou kunst niet alleen moeten beschouwen als een sector van de creatieve industrie, als volksvermaak of als een instrument om de openbare orde te bewaren, maar ook als een arena van actief burgerschap dat de samenleving helpt ontwikkelen en bestendigen. Kunstenaars zouden de verantwoordelijkheid moeten nemen voor de kwaliteit van het menselijk samenzijn dat zij met hun werk teweegbrengen. Dit concludeert Thuur Caris op basis van zijn promotieonderzoek waarop hij 29 september promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen. Caris is in Nederland de eerste cultuurdocent die promoveert.

Caris bestudeerde voor zijn proefschrift drie casussen van kunstbeoefenaars - zowel amateurs als professionals - die een informeel lerende en onderzoekende gemeenschap hebben gevormd rondom een gezamenlijke, experimentele en zichzelf ontplooiende kunstpraktijk. In deze veelal verborgen gemeenschappen wordt door creatieve samenwerking de lokale culturele productie ontwikkeld en vernieuwd. Verder dragen deze gemeenschappen bij aan een bredere ontwikkeling van maatschappelijke trends en innovaties. Dergelijke gemeenschappen noemt Caris Creatieve Burger Gemeenschappen (CCCs, Communities of Creative Citizens). Het leren dat plaatsvindt in deze CCCs is het resultaat van een intersubjectieve samenwerking in plaats van een leraar-leerling verhouding. Ook de betreffende kunstpraktijk kan beschouwd worden als een Coöperatieve Kunst Praktijk (CAP, Cooperative Art Practice).

De context van het onderzoek is de sinds het begin van deze eeuw toegenomen interesse van het openbaar bestuur en het zakenleven in kunst en creativiteit. Deze ontwikkeling is van grote invloed op de maatschappelijke positie, de praktijk en de opleiding van kunstenaars en andere creatieve professionals.

Kunstenaar en kunstonderwijsontwikkelaar

Caris put zijn kennis uit drie verschillende bronnen: zijn eigen professionele ervaring als kunstenaar en als ontwikkelaar van kunstvakonderwijs; het onderzoeksnetwerk Plurality and Diversity in Urban Contexts aan de Katholieke Universiteit van Leuven, België, waaraan hij heeft deelgenomen en een casestudy van drie CCCs/CAPs in Rotterdam en New York City, VS. De drie casussen die hij analyseerde zijn: 1) het kunstproject Freehouse in de Afrikaanderwijk in Rotterdam dat Jeanne van Heeswijk in 2008 initieerde, .2) de Flux Factory in New York en 3) het kunstcollectief Bruce High Quality in Brooklyn, New York.

Caris concludeert onder meer dat de culturele en sociale veranderingsprocessen die de door hem onderzochte kunstenaars op gang brachten niet een functionele en rationele logica volgden maar juist ontstonden uit de interruptie van deze logica. De betreffende CCCs kunnen volgens hem worden gezien als de creatie van meervoudige en diverse intersubjectieve ruimten, waarbinnen de leden van deze gemeenschappen zich openbaren als unieke op zichzelf staande wezens.

Arena van actief burgerschap

Wat betekent dit onderzoek voor kunst, educatie en openbaar bestuur? Kunstenaars, zegt Caris, kunnen zichzelf beschouwen als begeleiders van het publieke culturele experiment dat voor menselijke groei en sociale verandering zorgt. 'In het onderwijs zouden we kunst niet alleen moeten beschouwen als gereedschap voor de training van menselijk kapitaal, maar ook als een domein van publieke interactie en democratisch debat.' De kunstacademie kan zichzelf volgens hem ontwikkelen als een knooppunt van CCCs van haar studenten, docenten en alumni. Daarnaast kan zij een rol spelen als institutioneel klankbord voor informele innovatieve CAPs. Het openbaar bestuur zou kunst niet alleen moeten beschouwen als een sector van de creatieve industrie, als volksvermaak of als een instrument om de openbare orde te bewaren, maar ook als een arena van actief burgerschap dat de samenleving helpt ontwikkelen en bestendigen. Kunstenaars zouden de verantwoordelijkheid moeten nemen voor de kwaliteit van het menselijk samenzijn dat zij met hun werk teweegbrengen en ook hun publiek in staat kunnen stellen zichzelf te openbaren als unieke menselijke wezens met het vermogen iets nieuws te beginnen.

Thuur Caris deed zijn promotieonderzoek via de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen van de RUG. Hij werkt als hogeschooldocent bij Minerva Academie voor Popcultuur in Leeuwarden en als onderzoeker bij de Hanzehogeschool. Caris is de eerste cultuurdocent van Minerva/Hanzehogeschool die promoveert.