Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Breeding ecology of Antarctic petrels and southern fulmars in coastal Antarctica

10 december 2010

Promotie: dhr. J.C.S. Creuwels, 14.45 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Proefschrift: Breeding ecology of Antarctic petrels and southern fulmars in coastal Antarctica

Promotor(s): prof.dr. W.J. Wolff

Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

 

Verwante stormvogelsoorten in Antarctica bekampen de elementen verschillend

Stormvogels zijn de talrijkste vogels in de zeeën rondom Antarctica. Gedurende drie broedseizoenen bestudeerde Jeroen Creuwels de ecologie van stormvogels op het kleine rotsachtige eilandje Ardery in Antarctica. Antarctische en Zuidelijke stormvogels hebben ruim drie maanden nodig vanaf het leggen van hun ei tot het uitvliegen van hun jong, terwijl gunstige omstandigheden tijdens de Antarctische zomer maar nauwelijks langer duren. Ondanks een verschillende timing van broeden bereikten beide soorten een vergelijkbaar broedsucces.

Als eerste broedden de Antarctische stormvogels, maar deze verloren veel eieren, zo vroeg in het seizoen. Wat nog nooit eerder op dergelijke wijze waargenomen was, was een onverwachte invasie van reuzenstormvogels die bij overvloedige sneeuwval in de zachte sneeuw hadden weten te landen en in het eerste onderzoeksseizoen 10% van de broedende Antarctische stormvogels doodden. In de verstoring die daarbij ontstond, roofden Zuidpooljagers vrijwel alle eieren.

Omdat Zuidelijke stormvogels minder aangepast zijn aan vliegen over zee-ijs, begon deze soort ruim twee weken later met broeden: zij verloren juist laat in het seizoen veel kuikens door de snel intredende winter.

Een automatisch weegsysteem leverde gegevens over het gewichtsverloop van de vogels. Bij de Antarctische stormvogels vlogen de oudervogels wel 300 km om voedsel te zoeken. Omdat ze daardoor lang wegbleven, voerden ze de kuikens slechts één maal per dag. Zuidelijke Stormvogels foerageerden dichterbij en voerden hun kuikens gemiddeld twee keer zo vaak. Toch groeiden de kuikens van beide soorten ongeveer even snel, al kregen die van de Antarctische stormvogels veel minder voedsel per dag. De verklaring hiervoor is waarschijnlijk dat Antarctische stormvogels onderweg het voedsel deels kunnen bewerken of concentreren waardoor hun kuikenmaaltijden per gram een hogere energetische waarde hebben.

Binnen het internationale krillverdrag is de Antarctische stormvogel als een indicatorsoort voor het Antarctische ecosysteem aangewezen. Creuwels studie laat zien dat lokale factoren, zoals de extreme sneeuwval, een groot effect kunnen hebben, waarmee rekening moet worden gehouden bij het monitoren van menselijke invloeden zoals visserij.

Jeroen Creuwels (Nijmegen, 1966) studeerde biologie aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn promotieonderzoek deed hij bij IMARES-WUR te Texel, in samenwerking met de afdelingen Mariene biologie en Dierecologie van de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij promoveert. Het werd betaald door NWO, met daarnaast aanvullende financiering door Australian Antarctic Division, IMARES-WUR en Ministerie van LNV. Inmiddels is hij datamanager bij het Zoölogisch Museum Amsterdam van de UvA, afdeling Biodiversiteitsinformatica.

 

Laatst gewijzigd:13 maart 2020 01:16
View this page in: English

Meer nieuws