Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit der Letteren Onze faculteit Letteren & Samenleving Onze bijdrage aan de SDGs

Maak dat de kat wijs!

Publieksonderzoek naar uitdrukkingen

Taalwetenschappers Simone Sprenger en Jacolien van Rij startten tijdens het Weekend van de Wetenschap in oktober 2019 hun publieksonderzoek Maak dat de kat wijs. Het doel? Ontdekken hoe het staat met de kennis van uitdrukkingen onder verschillende leeftijdsgroepen en in verschillende regio's. In mei 2020 hebben al meer dan 10.000 mensen de test op de website ingevuld en de dataverzameling gaat nog steeds door. In dit artikel vertellen ze hoe zo'n publieksonderzoek werkt en wat het oplevert.

Onderzoekers Jacolien van Rij-Tange en Simone Sprenger
Onderzoekers Jacolien van Rij-Tange en Simone Sprenger

Samenwerking met het Weekend van de Wetenschap

Hoe kwamen Sprenger en Van Rij erbij om dit publieksonderzoek te starten? “We werken al langer samen aan idiomen en hoe mensen woorden en uitdrukkingen leren. Vaak wordt er een simpel onderscheid gemaakt tussen moedertaalsprekers en mensen die een taal leren: Moedertaalsprekers kennen uitdrukkingen en anderstaligen moeten ze leren. Maar 18-jarige Nederlanders kennen ook veel uitdrukkingen niet. Ze zijn nog volop bezig om ze te leren en bovendien raken sommige uitdrukkingen uit de mode. We hadden wel wat kleinschalig onderzoek gedaan, maar we zaten eigenlijk met de vraag hoe het gesteld was met de kennis van Nederlandse uitdrukkingen onder de gehele bevolking. Het Weekend van de Wetenschap bood ons de kans om dat uit te zoeken.”

De samenwerking met het Weekend van de Wetenschap is Sprenger en Van Rij goed bevallen. “Ze hebben zoveel kennis van zaken en connecties, ze dachten mee over hoe je zoiets goed opzet en de juiste doelgroepen bereikt. Echte professionals in de wetenschapscommunicatie waar we veel van geleerd hebben. We kregen zelfs een Rotterdamse hiphopgroep als ambassadeurs die een nieuwe uitdrukking bedacht om te promoten: Dat zou de kapsalon nog niet halen!”

Verantwoorde Citizen Science is wederzijds

Maak dat de kat wijs is meer dan publieksonderzoek, je kunt het gerust Citizen Science noemen. Een hippe term voor onderzoek door niet-academici die begeleid worden door professionele onderzoekers. Helaas wordt er in dit type onderzoek ook weleens misbruik gemaakt van vrijwilligers die snel en goedkoop data verzamelen of verwerken zonder dat ze er iets voor terugkrijgen. Daarom heeft de European Citizen Science Association tien beginselen opgesteld waaraan verantwoorde Citizen Science zou moeten voldoen. Sprenger en Van Rij vinden het herkenbare uitgangspunten. “Wij hebben een wetenschappelijk doel, maar de deelnemers zijn experts in hun eigen taalgebruik en ze praten mee. Wij leren van hen en zij van ons, het is echt wederzijds. We doen ook ons best om de resultaten weer terug te geven aan de deelnemers en iedereen die geïnteresseerd is. Dat doen we natuurlijk met het Weekend van de Wetenschap, maar we delen onze data ook met de vrijwilligers van het Wiki-woordenboek. Bovendien zijn we bezig met lesbrieven en de Kinderuniversiteit in samenwerking met de Scholierenacademie. Als je graag onder kinderen data wil verzamelen, dan is het goed om het onderwijs ook iets terug te geven.”

Op de Nacht van Kunst en Wetenschap beeldde acteur Stijn uitdrukkingen uit. Plakt hij je achter het behang of loopt hij tegen de lamp?
Op de Nacht van Kunst en Wetenschap beeldde acteur Stijn uitdrukkingen uit. Plakt hij je achter het behang of loopt hij tegen de lamp?

Een ervaring die je meer onderzoekers zou gunnen

Zijn er geen nadelen aan het opzetten van publieksonderzoek? Van Rij: “Natuurlijk kost het tijd en dat kun je in de academische waarderingsstructuur niet altijd goed verantwoorden. In de tijd dat je een filmpje opneemt of een radio-interview geeft, had je ook een college kunnen voorbereiden of aan een wetenschappelijke publicatie kunnen schrijven. Daarom beginnen wetenschappers soms maar niet aan publieksonderzoek. Ontzettend jammer, want het is wel van toegevoegde waarde. Sommige vragen zijn moeilijk te onderzoeken in een lab, dan moet je een stap verder durven zetten. Ik zie het als een lange termijn investering, we bouwen aan een waardevolle database voor veel vervolgonderzoek.” Simone Sprenger voegt toe: “We hebben in een half jaar tijd meer deelnemers dan ik ooit in mijn carrière heb kunnen testen. Bovendien is het een ervaring die je meer onderzoekers zou gunnen. We hebben veel geleerd in gesprekken met mensen en positieve feedback gehad. Mensen zijn geïnteresseerd in uitdrukkingen en ze zijn verrast dat het wel tot je 30e duurt voordat je eigen basis gevormd is. Vaak zeggen jongeren: Ik gebruik helemaal geen uitdrukkingen, maar dan hebben ze niet in de gaten dat uitdrukkingen te pas en te onpas opduiken. Door ons onderzoek werden ze zich bewuster van hun eigen taalgebruik en nieuwsgierig naar figuurlijk gebruik van taal en taalverandering. Als we weten hoe je uitdrukkingen leert, welke uitdrukkingen ouderwets zijn of regionaal gekleurd, dan kunnen we ook beter bepalen wat er nuttig is voor mensen die Nederlands leren.”

Onderzoek naar taalverwerving past niet in een disciplinair hokje

Sprenger en Van Rij werken nu bij verschillende faculteiten, maar deelden ooit een kamer. Jacolien van Rij promoveerde namelijk bij Letteren waar ze computersimulaties combineerde met experimenteel onderzoek. Dat doet ze nog steeds, maar nu bij de faculteit Science and Engineering. “Onderzoek naar taalverwerving is per definitie multidisciplinair, het heeft zoveel aspecten. Als je met onze bril kijkt naar de adviezen van de commissie van Rijn dan zie je hoe absurd het is om te denken in wetenschappelijke hokjes. Ons onderzoek toont hoe ons taalsysteem in elkaar zit en hoe mensen taal gebruiken in verschillende sociale groepen, maar heeft ook consequenties voor het onderwijs en het mondt uit in meer technisch vervolgonderzoek met computermodellen. Samenwerking is alleen maar logisch.”

Ook meedoen aan het onderzoek? Dat kan! Maakdatdekatwijs.nl

.
.
Dit onderzoek draagt bij aan SDG 4
Dit onderzoek draagt bij aan SDG 4
Laatst gewijzigd:07 augustus 2020 09:26