Skip to ContentSkip to Navigation
Maatschappij/bedrijven Wetenschapswinkels Taal, Cultuur en Communicatie Projecten Afgeronde projecten en publicaties

Betrokkenheid van VMBO-leerlingen tijdens de les Engels

Een vraag van een docent Engels aan de wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie van de Rijksuniversiteit Groningen heeft geleid tot een drietal onderzoeken rond de motivatie van VMBO-leerlingen bij de Engelse les. Wat voor kennis en handvatten kunnen er worden aangereikt om leerlingen gemotiveerder door de lessen te begeleiden met uiteindelijk resultaat dat de stof beter blijft hangen.

Wat is betrokkenheid bij de les?

Dit onderzoek richtte zich op engagement (betrokkenheid) gedurende een Engelse les van een 1e klas van het niveau VMBO-basis/kader (BBL/KBL). Betrokkenheid bij de les klinkt misschien eenvoudig, maar het bestaat uit verschillende dimensies die je deels kunt waarnemen (gedrag en sommige emoties) en die zich deels in het hoofd van de leerlingen (gedachten, gevoelens) bevinden. De gedragsmatige, cognitieve, emotionele en sociale componenten zijn onderling afhankelijk en vertonen daardoor overlap. Ieder van deze componenten kan daarnaast ook gedurende elk moment in de les veranderen en daardoor weer doorwerken in verschillende maten van betrokkenheid. Bijvoorbeeld een leerling merkt op dat de klasgenoot naast hem/haar snel klaar is met de opdracht. Daardoor kan de ene leerling zichzelf dom voelen, de opdracht opgeven en ook andere klasgenoten gaan afleiden. Terwijl het de andere leerling juist kan motiveren om de opdracht tot een goed einde te brengen met de gedachte: als hij/zij het kan, kan ik het ook.

Engagement onderzoek is door de jaren heen vanuit verschillende theoretische kaders benaderd en vaak ligt de focus op één van de componenten in plaats van op het complexe geheel. Een overkoepelend kader is daarom noodzakelijk om meer begrip te krijgen van deze onderlinge afhankelijkheid. Daarnaast wordt er ook weinig onderzoek gedaan op VMBO- niveau terwijl de meerderheid van de scholieren op dit niveau functioneert. De uitkomsten van dit kleinschalige onderzoek zijn daarom relevant als eerste stap om inzicht te krijgen in het onderwijs aan deze grote doelgroep, zodat de lessen nog beter aangepast kunnen worden op hun behoeften en mogelijkheden.

Betrokkenheid als een samenspel van uitdaging, interactie, variatie en heldere doelen

Een uitgebreid beeld van de verschillende engagement-componenten werd verkregen door een combinatie van observaties in het klaslokaal (audio-/video-opnames), zelfrapportages van leerlingen over hun gedrag en reflectieve diepte-interviews met de leerlingen. Op deze manier probeert het onderzoek antwoord te krijgen op de vragen:

1. Hoe verandert de betrokkenheid van leerlingen gedurende de les?
2. Wat beïnvloedt de betrokkenheid in positieve en negatieve zin volgens de leerlingen?

Vanwege de kleinschaligheid van dit kwalitatieve onderzoek is het van belang om het te koppelen aan ander onderzoek, waarmee de betrouwbaarheid van de resultaten toeneemt. Het onderzoek is in opzet gebaseerd op een eerdere studie van Sulis (2019), waarin universitaire studenten meerdere keren in een jaar gevolgd werden bij het leren van de Franse taal. De resultaten van Sulis toonden meerdere overeenkomsten met ons onderzoek.

De betrokkenheid bij de les vertoont wisselende patronen. De leerlingen gaven aan dat ze graag snel aan de slag willen en dan het liefst met hun klasgenoten. Zoals bijvoorbeeld uit het volgende citaat blijkt

“Als de leraar er lang over doet om de opdracht uit te leggen, raak ik de aandacht snel kwijt. Dan denk ik, nou en, dat kan me niks schelen, laat me gewoon aan de slag gaan!”

De betrokkenheid nam sterk af als leerlingen niet uitgedaagd werden óf juist teveel uitgedaagd werden en/of niet geïnteresseerd waren in de stof. Dit leidde tot een zeker sneeuwbaleffect waardoor zij op hun beurt andere leerlingen gingen afleiden.

Dat uitdaging zeer verschillend werkt voor leerlingen, blijkt wel uit de volgende citaten:

“Als er iets nieuws wordt uitgelegd, vind ik het een beetje leuker. Dan kan ik weer iets doen. Maar ik vond de opdracht te gemakkelijk, dus toen was ik weer minder geïnteresseerd.”
“Ik vind het leuk wanneer iets gemakkelijk is. Als het te moeilijk is, moet ik te veel nadenken en dan geef ik sneller op.”

Volgens Sulis moet de sfeer in de klas ondersteunend, interactief en sterk betrokken zijn om te komen tot de beste resultaten. Dit beeld kwam ook naar voren uit de zelfrapportages en interviews met de leerlingen in dit onderzoek. Ze voelen zich meer betrokken en zetten zich beter in als de activiteiten een duidelijk doel hebben, interactie bevorderen en verbonden zijn met het leven en interesses van de leerlingen. Dat laatste blijkt bijvoorbeeld uit het volgende citaat.

“Ik vond de menukaart opdracht leuk, omdat ik soms met mijn ouders naar een restaurant in Duitsland ga. Daar praten ze Duits of Engels, maar mijn vader verstaat dat niet zo goed, dus dan vraagt hij of ik kan bestellen. Ik vond dit leuk, omdat ik het echt kan gebruiken.”

Ook moeten activiteiten volgens de leerlingen niet te lang duren en moet er voldoende variatie in zitten.

Betrokkenheid bij de les bevorderen

Praktische handvatten naar aanleiding van de uitkomsten van deze studie moeten zéér voorzichtig worden opgepakt aangezien er maar is gekeken naar één klas (15 leerlingen) gedurende één les. Voor toekomstig onderzoek is het interessant om te kijken hoe dit bijvoorbeeld verschilt tussen meerdere klassen en/of andere jaarlagen.

Desalniettemin is er enige overeenstemming tussen leerlingen (en vorig onderzoek) te vinden. Een docent zou uitleg tot het minimale moeten beperken zodat leerlingen snel en zelfstandig aan de slag kunnen. De ondersteunende rol van de leraar komt dus meer op de voorgrond. Daarnaast moeten activiteiten een interactief en samenwerkend karakter hebben en aansluiten op de interesses en behoeftes van de leerlingen. Dat vraagt maatwerk en in een gemengde klas waar het niveau in Engels tussen leerlingen erg kan verschillen, zal dat soms lastig jongleren zijn. Wanneer de docent echter inzicht heeft in de interesses, het niveau en zelfvertrouwen van de leerlingen en hoe betrokkenheid bij de les afhankelijk is van veel verschillende componenten, kan hij/zij daar wel beter gebruik van maken.

Dit is de publiekssamenvatting van de MA-scriptie van Laurens Stroop: Dynamic changes in the construct of engagement in the pre-vocational second language classroom: a multiple case study , MA Applied Linguistics, feb. 2020. Wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie. Voor vragen over dit onderzoek, mail ons op tawi rug.nl.

Laatst gewijzigd:06 augustus 2021 14:56
View this page in: English